Pedagogische systemen in de baby en kindertijd (201700101)
All documents for this subject (5)
Seller
Follow
jasmijnhokse
Content preview
H1 PSBK
in de jaren 60 was er al segregatie tussen de kinderen. Er word al vroeg bepaalt wat je denkt of doet.
Hoe jij je ontwikkeld is afhankelijk van verschillende samenhangende factoren;
- Biologische systemen(genen), sociaal/ecologische systemen (gezin, buurt), chronosysteem
(ontwikkeling in samenleving bijv. economisch), fysische omgeving (huisvesting, veiligheid,
voeding)
- Toeval is ook belangrijk, je word bijv. ingeloot voor studie of niet of niet dat is bepalend voor
je ontwikkeling
Vanaf de geboorte begint de communicatie tussen ouder en kind, structuur geven en respect
hebben voor elkaar is belangrijk voor de band.
Opvoeding is niet de enige factor in de ontwikkeling van het kind;
- Opvoeding draagt bij aan hoe jij je als persoon ontwikkeld, pedagogiek leer je;
opvoedprogramma’s ontwikkelen, welke pedagogische aanpak het beste is, onderzoeken
wat factoren zijn van radicalisering jongeren, ouderen en leerkrachten adviseren
- Pedagogen houden zich bezig met opvoeding, onderwijs,hulpverlening, het is een interventie
of een handelingswetenschap (oplossingen bedenken)
Emperisch; kennis ontstaat door systematisch verzamelen van gegevens en deze via statische
methoden analyseren
Analytisch; reductie, hele werkelijkheid is te complex om te onderzoeken.
onderzoek moet repliceerbaar zijn de lezer moet het precies zo na kunnen doen
theorie en kennis moet falsificeerbaar zijn. (openstaand voor ontkrachtiging)
niet normatief; emperisch analytisch pedagogiek schrijft niet voor heo de opvoeding eruit moet
zien
systematisch kennis vergaren door; veldexperiment (controle en experimentele groep) ,
actieonderzoek(zoeken naar oplossingen van problemen), ontwerponderzoek(ontwikkelen en
testen van oplossingen), survey-onderzoek (enquetes), laboratiorium experiment, observatie
onderzoek, archiefonderzoek, fysiologisch onderzoek (bijv. EEG)
pedagogiek doet geen normatieve uitspraken
normatieve pedagogiek; waarom voeden we kinderen op? Dit is filosofisch. In vlaanderen is
ermeer normatieve pedagogiek in NL is er meer emperishc- analytische pedagogiek.
Martinus. J. langeveld was een bekende nederlandse pedagogog hij kijkt onbevooroordeeld naar
het kind. Dit is fenomelonogisch(kind begrijpen zoals het is) dit is een normatieve benadering.
Volgens langeveld is het doel van opvoeding zelfverantwoordelijke zelfbepaling ( het kind
ontwikkeld uit zichzelf) het kind moet zich leren ontwikkelen als mondig burger.
A.D. de Groot; evidence-based-science (je kan geen uitspraak doen over individu) dit is het
tegenovergesteld van langeveld. De groot had emperisch- analytische benadering. De groot heeft
gewonnen tegenover langeveld.
Jaap Bos; wat de beste manier is van kind opvoeden tot verantwoordelijke burger. Dit is een
actueel vraagstuk. Dit is een normatieve vraag
, Twee externe benadering van pedagogiek;
- Tot eind 20ste eeuw normatieve pedagogiek, daarna was er empirisch-analytische pedagogiek
in zijn meest extreme vorm.
- Vandaag de dag is er emperisch-analytische pedagogiek maar meer genuanceerd.
Micha de winter; emperishc-analytisch, maar ook normatief. Maatschappelijke taak van
pedagogen in bijv. media. Hij pleit voor inclusief burgeschap (participatie). En hoopgevende
sociale pedagogiek;- minder problematiseren meer gericht op groei- minder individueel en meer
sociaal(meer samen werken)- jeugd gedijt beter in rijke sociale netwerken ( leren van anderen).
Belang opvoedingsidealen(normatief); relatie opvoeding &democratische rechtstaat. Opvoeding
als tegenwicht voor polarisatie (tegenover elkaar staan) en haat. Meer problematisering zorgt dat
steeds minder mesnen normaal zijn. De winter zegt dat hoop het leren zien is mogelijkheiden tot
verbetering. Deze hoop krijg je dor handelingsperspectiven te cultiveren(in de handelingsstand
zetten), onderbreken impulsieve oordelen en verlangens, optimisme voorleven, participatie
bevorderen.(ook marrokanen en turken zijn lid van de maatschappij)
Raising future generations; visie op profilering pedagogiek in UU. Uitgangspunten; systematisch
perspectief bio- ecologisch model (opgroeien in meerder contexten), dimensionaliseren en
positieve benadering (minder nadruk op problemen), multidiciplinaire en mulitnationaal
Berns; emperishc-analystisch boek
HC 2 het bio-socio-ecologisch model
De biologie slaat op de nature
Het misverstand opvoeding;
- Sterke effecten van erfelijkheid op uiteenlopende menselijke eigenschappen
Intelligentie, schoolsucces, persoonlijkheid, beroepskeuze, politieke voorkeur
- Slecht heel kleine effecten van de gedeelde omgeving ( gezin, klas )
De invloed van de gedeelde omgeving heeft weinig invloed op ontwikkeling
1eige tweeling en 2eige tweeling
- Erfelijkheid; de overeenkomst (correlatie) van een eeneigetweeling min overeenkomst
tweeeigetweeling. Dit gedragsgenetisch onderzoek vind plaats met tweelingen en
adoptiekinderen.
Adoptiekinderen en hun biologische niet-verwante broertjes en zusjes
- Gedeelde omgeving ; overeenkomst geadopteeerde kinderen met biologisch niet-verwante
broertjes en zusjes in adoptiegezin
- Erfelijkheid; overeenkomst geadopteerde kinderen met biologisch verwante niet-
geadopteerde broertjes en zusjes
Spoetnik effect; brede stimulering van de ontwikeeling van arme (zwarte) bevolking. Het talent moet
niet onbenut blijven ze hebben betere kansen
Head start programma; war on poverty. een paar halve dagen per week naar de peuterspeelzaal
zonder duidelijk programma daarnaast is er opvoedingsondersteuning en gezinsstimulerings
,programma. Het doel is verhoging van de intelligentie en taalvaardigheid. Het is niet altijd
professioneel uitgevoerd Het blijkt dat er van head start weinig effect op de IQ is die blijvend is (wel
andere positeive gevolgen)
Arthur jensen; “head start kan niet slagen want intelligentie (g-factor) is erfelijk en niet veranderbaar.
g-factor; gemeenschappelijke kern van uiteenlopende tests voor intelligentie en verwante cognitieve
capaciteiten.
Black- white gap; arthur zegt zwarten zijn minder slim en dit is genetisch bepaald
Debat over genetica&intelligentie;
- Sir curilburt; beschuldigd van vervalsen tweelinggegevens om erfelijkheide en intelligentie te
bewijzen
- Harvard- psychologen heirnstern &murray. The bell curve ( natuurlijke verdeling intelligentie
score) zij hebben het over waarom sociale ongelijkheid rechtvaardig is. Want ze zeggen dat
het natuurlijk geordend is dat zwarte lagere IQ hebben.
Wouter Duyk; voor vroege selectie in onderwijs en voor eliteschoen en verwijst hierbij naar
efelijkheid van intelligentie
Bezwaren gedragsgenetisch model;
- Er is geenteheorie over hoe het genotype(de genen) omgezet word in het fenotype (bijv. IQ)
- Afwijkende bevindingen
Sterk effect van adoptie op IQ, prestaties etc
Gemiddelde IQ van de populatie stijgt (flynn-effect)
Minder sterk effect van erfelijkheid in deelpopulaties met een lagere SES
Epigenese; proces waardoor de genen tot uitdrukking komen in het fenotype
Hoe lager de SES hoe minder erfelijkheid tot uiting komt. Dus een minder sterk effect van de
erfelijkheid.
Flynn-effect; stijging van gemiddelde IQ van populatie in periode van 30 jaar. Flynn-effect dooft uit
want er izjn geen grote culturele verandereingen sinds eind vorige eeuw
Wel is er een toegenomen differentatie in onderwijs, waardoor er een afnemende kwaliteit is van
onderwijs voor sommige groepen (denk aan de geletterdheidcrisis )
Verklaring flynn-effect; verandering in genenpool is niet waarschijnlijk de stijging van IQ heeft te
maken met toegenomen educatie, ook is de complexiteit van beroepen toegenomen, ook is modern
reken- wiskunde onderwijs te koppelen aan inteligentie
Nature-nature
- IQ is in hoge mate erfelijk (nature) maar sterk afhankelijk van omgeving (nurture)
- Hoe ondersteunender de omgeving, hoe hoger het IQ en hoe sterker de
erfelijkheidscopomponent bijv. bij woordenschat (zowel sterk genetisch bepaald als sterk
afhankelijk van de taalomgeving)
- Epigenese is erg belangrijk (GxE)
Genetisch-biologisch-determinisme; genotype bepaalt het fenotype
, Gilbert gottlieb; imprinting (kuikens volgen moeder) als eieren tijdens broedtijd bloot worden gesteld
aan harde geluiden is er geen moeder volg-gedrag. Het moeder volg gedrag is geen genetisch
verankerd mechanisme. Want veranderingen in normale omgeving leiden tot andere uitkomsten.
Probabilistische epigenese; wederkerige inloed van het geno en het fenotype
GxE= genotype x omgevingseffect
MAOA gen (G) heeft 2 allelen hoog of laag indien laag is het een risicofactor er is een belangrijke rol
voor mishandeling & verwaarlozing VS warme ondersteunende omgeving (E) in een slechte omgevin
maakt da het MAOA-laag allel word aangezet.
Bij dyslectie is er sprake van GxE erfelijkheidscomponent het is invloedrijker als de ouders in een
hoge SES klasse zitten.
Ontwikkeling onder invloed van SES; Kinderen met een gunstig cognitief startpunt maar uit laag-SES
gezinnen eindigen lager dan kinderen kinderen met een ongunstig cognitief startpunt maar uit hoog-
SES gezinnen.
Bronfenbrenner zegt het proces= persoon x context x tijd
- Persoon; genetsiche basis individu, activiteiten ervaringen, verworven kennis, vaardigheden
en sociaal- emotionele competenties ontwikkeld door interacties in de tijd
- Context; fysieke ruimte, sociale (broertjes, zusjes), culturele omgeving(Bijv. kind leert door
dingen oppakken) waarin kind opgroeit, zich als persoon ontwikkeld en bepaalde kennis en
vaardigheden verwerft.
- Tijd; duur micro-interactie van persoon met object (exploreren van speelgoed), herhaling van
deze interactie of op grotere tijdschaal veranderingen in de samenleving
Proximaal proces; heel nabij bij de ontwikkeling van het kind. Het kind ontdekt en vergaart kennis
Proximale processen; interacties met de directe omgeving het heeft 3 hoofdkenmerken
1. Kwantiteit (kracht, duur, samenhang tussen verschillende contexten)
2. Kwaliteit (initiatief, sturing, wederkerigheid, responsiviteit)
3. Inhoud (persoonskenmerken, kennis,vaardigheden, gedragsstijlen)
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jasmijnhokse. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.73. You're not tied to anything after your purchase.