1. Non- discriminatie; alle rechten voor alle kinderen
2. Kinderen hebben recht op bijzondere bescherming voor ontwikkeling
3. Ieder kind heeft recht op een naam en een nationaliteit
4. Sociale zekerheid, gezondheidszorg, prenatale zorg
5. Gehandicapten recht op bijzondere zorg
6. Ieder kind recht op liefde, begrip, ouderlijke zorg
7. Recht op onderwijs
8. Prioritair recht op hulp
9. Bescherming tegen mishandeling, uitbuiting en kinderarbeid
10. Opvoeding tot begrip en verdraagzaamheid, vrede en vriendschap
Poldermodel; gezocht naar compromie, iedereen moet water bij de wijn doen. Werkgevers,
vakbonden en overheid onderhandelen over arbeidsvoorwaarden.
Pim fortyn ging debat aan over bijv. 9/11/2001 (focussing advents). Er word gekeken naar
onderscheid tussen groepen. Er was ook een debat over migratie ( wel of niet grenzen open)
Er is een tweedeling in Nederland bijv. tussen hoog en laag opgeleid in bijv. sociaal kapitaal, roken en
drinken, huisvesting (hoogopgeleiden wonen in beter buurt), scholing (hoogopgeleiden hebben
privaat onderwijs). Door een crisis de tweedeling groter dit heeft meer nadelen voor laagopgeleiden
(er zijn bijv. meer energie kosten voor de slechte huizen waar de laagopgeleiden in wonen)
Ook is er een scheidslijn tussen jong en oud; jongeren willen dat mensen die vroeg met pensioen
gingen geld inleveren omdat jongeren van nu veel later met pensioen mogen.
Tweedeling met of zonder migratie achtergrond; mensen voelen zich vreemdeling in eigen land door
de migranten.
De bevolking is niet meer verdeeld geworden (Dekker), in de media is er wel meer verschil.
Dimensies van onderscheid;
- Differentiatie (objectieve verschillen); bijv. inkomensongelijkheid
- Identificatie; mate van identificatie met onderscheiden groepen
- Representatie; mate van representatie van onderscheid tussen groepen in de media
Hoe hoger onderscheid tussen groepen ‘scoort’ op deze dimensies hoe meer reden er is om te
spreken van een scheidslijn.
Identificatie; tot welke groep(en) behoor ik ? Gen Z, christen
In tijden van spanningen identificeren mensen zich meer met een bepaalde groep.
Representatie; hoe goed ‘klopt’ een representatie; verhuld (verschillen tussen groepen worden
verborgen), overdeterminering (bepaalde verschillen worden uitvergroot)
Identificatie en representatie is een geode verklaring voor polarisatie
,Verzuiling; groepen leefde in eigen groepen; protestant, katholiek en socialist tot jaren ’60 van vorige
eeuw. Groepen hadden eigen sportverening etc. in die tijd was er geen discussie over polarisatie dit
kan omdat de groepen zo gesloten waren, ze waren meer met eigen groep bezig, geen behoefte aan
mening tussen groepen.
Wat is er mis met de maatschappelijke scheidslijnen?
- Het bestaan hiervan is in strijd met ultieme waarden (principieel bezwaar)
- Het zorgt dat het land uit elkaar valt (negatieve consequentie)
Het is in strijd met humanitaire waarden (vrijheid, gelijkheid, broederschap). Scheidslijnen betekenen
ongelijkheid en beperken de vrijheid.
Dan valt het land uit elkaar; corrosie van maatschappelijke cohesie (mensen zijn minder bereid elkaar
te helpen) dit kan leiden tot een conflict en wantrouwen, er is verlies van solidariteit en
verbondenheid.
Onderwijssegregatie is een gevaar voor sociale cohesie (sociologisch perspectief) en gelijke kansen
(pedagogische perspectief). Politiek wil gemengde (=heterogene) scholen.
Week 2 hoorcollege en werkcollege 2
HC 2 gastcollege; werken aan gelijke kansen voor mbo’ers in Utrecht
Kansenongelijkheid kan al beginnen op vroege leeftijd bij bijv. het aanmeldbeleid van de
basisschool. Schaduwlijsten; het kind inschrijven voor dat het 3 jaar oud is. Dit kan leiden tot
segregatie. Er ontstaan bubbels van gelijkgestemden. Hier speelt bonding (eigen groep) en
bridging (andere groepen).
De wijk speelt ook een rol in segregatie, dit is residentiele segregatie.
Er is nog steeds een ongelijke beeldvorming van mbo of hbo of wo wat ze kunnen. Ook
jongeren met een beperking moeten gelijke kansen hebben.
Mbo uitvoeringsplan sterk utrechts mbo; trots op diploma, er is veel vraag om vakmanschap,
mbo in schijnwerpers. Samen met partners worden doelen gemaakt om o.a.
stagediscriminatie aan te pakken.
Mysteryguest; gaat undercover in organisatie om discriminatie aan te tonen.
Werkcollege 2
Studievragen bij Dekker en Den Ridder (2014)
1. Dekker en Den Ridder beschouwen polarisaties als “een verbreding van
tegenstellingen” (p.104) Wat bedoelen zij hiermee?
Een sterker wordende samenhang tussen politiek-culturele tegenstellingen. Hiermee
bedoelen ze dat de samenhang tussen politiek-culturele tegenstellingen sterker
wordt. Ook zijn er meer tegenstellingen waardoor meer groepen tegenover elkaar
komen te staan.
, 2. Welke onderzoeksvragen willen Dekker en Den Ridder beantwoorden?
1 Is er meer politiek-culturele verdeeldheid in de bevolking ontstaan?
2 Zijn politiek-culturele verschillen tussen bevolkingsgroepen groter geworden?
3 Is de samenhang van politieke voorkeuren met zelfvertrouwen sterker geworden?2
4 Zijn we vaker gaan denken dat er grote tegenstellingen bestaan
3. Geef in eigen woorden weer wat het verschil tussen de eerste en de tweede
onderzoeksvraag is.
De eerste onderzoeksvraag gaat over de bevolking als 1 geheel. De tweede
onderzoeksvraag gaat over de verdeeldheid tussen meerdere bevolkingsgroepen. Bij de
eerste onderzoekvraag gaat het over de verdeeldheid en of dit meer is
geworden. Bij de tweede onderzoekvraag gaat het meer over de al bestaande
politiek-culturele verschillen en of deze groter zijn geworden.
4. Dekker en Den Ridder maken in hun onderzoek gebruik van enquêtedata. Wat zijn
enquêtedata? Hebben Dekker en Den Ridder zelf respondenten benaderd?
Dit zijn data die zijn verzameld door middel van het afnemen van bevolking enquêtes. Ze
hebben niet zelf de respondenten benaderd maar gebruik gemaakt van eerdere
onderzoeken.
5. Wat is het verschil tussen een beschrijvend of een verklarend onderzoek? (Let op:
het antwoord op deze vraag is niet in het artikel te vinden)
Beschrijvend onderzoek gebruik kwantitatieve informatie. Verklarend onderzoek gebruikt
waarom vragen dus kwalitatieve informatie. Beschrijvend onderzoek geeft een
beschrijving van gevonden literatuur en onderzoeken. Een verklarend onderzoek
gaat in op de resultaten van de onderzoeken en geeft hier een uitleg voor.
6. Is het onderzoek van Dekker en Den Ridder een beschrijvend of een verklarend
onderzoek? Leg uit.
Dit is een beschrijvend onderzoek. Er wordt gekeken naar de verschillen van
vroeger met nu en die worden verder beschreven en verder uitgewerkt. Er
worden weinig tot geen verklaringen gegeven voor de gevonden verschillen.
7. Welke antwoorden vinden Dekker en Den Ridder op de gestelde
onderzoeksvragen?
1. De bevolking is niet meer verdeeld geraakt.
2. De verschillen tussen bevolkingsgroepen zijn meestal niet groter geworden behalve
dat vrouwen linkser werden, laagopgeleiden rechtser, ouderen meer voor
inkomensnivellering en hogeropgeleiden meer pro EU
3. de samenhang van politiek zelfvertrouwen met globaliseringskwesties zijn relatief
sterk.
4. Bij de vergelijking van sociale groepen zijn we gaan denken dat er meer
tegenstellingen zijn.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jasmijnhokse. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.73. You're not tied to anything after your purchase.