Behandeling
Week 1
Hoorcollege 1;
Gedragstherapeutisch proces
Orthopedagoog als professional; toepassen van kennis ( over procedures en
methodieken) en kunde (je regisseert hulpverleningsproces). Het doel is het normatieve
gezichtspunt. Het doel van orthopedagogisch ingrijpen is het kind helpen bij
maatschappelijke integratie
Normatieve gezichtspunt; dat wat gewenst is te realiseren, het kind helpen bij
maatschappelijke integratie.
Output; advies.
Indicatie analyse (hoe probleem aanpakken) is scharnier tussen diagnostiek en
behandeling.
Trechter; van breed naar smal. Van algemeen naar specifieke doelen.
Therapiecyclus is de nieuwe cyclus; planning, uitvoering, beoordeling van effect.
Regulatieve cyclus; reconstructie voor probleem oplossen. Gericht op evalueren
effectiviteit van geboden hulp. Het doel is veranderen, regulatieve cyclus is heel geschikt.
,Interventie; gewoon waar het kan. Speciaal waar het moet.
Orthopedagogisch handelen;
- beslissingsmomenten inbouwen (regulatieve cyclus) (stapsgewijs doelen bereiken,
steeds beslissing nemen)
- voortgang bewaken door onderzoekmomenten in te bouwen (empirische subcycli)
fasen regulatieve cyclus;
- probleemherkenning
- probleemverwerking
- bedenken en afwegen behandelingsmogelijkheden (baseren op eigen ervaring en
theorie, dan adviesgesprek en vraag naar de reactie van cliënt)
- maken van plan
- plan uitvoeren
- evaluatie
adviesgesprek; - verschaffen van informatie, - controller werk op basis van reactie, - tot
overeenstemming komen, - informatie verzamelen over concrete invulling.
Vervolgens ga je dit behandelplan uitvoeren.
,Verschil kind & adolescent;
- therapie afstemmen op cognitieve en emotionele ontwikkeling
- veel nadruk op het non- verbale gedeelte
- een kind is afhankelijk van anderen dus je hebt ook met ouders etc. te maken. of
het kind in behandeling blijft ligt ook aan ouderfactoren
- kinderen zijn minder gemotiveerd omdat ze moeten. Aan pubers moet je vragen
wat ze willen bereiken.
- Is de ouder of het kind het probleem?
- In hoeverre neem je het kind mee in besluiten?
- Vertrouwelijkheid; je plicht om informatie te delen (juridisch spreekuur NVD voor
vragen)
Wat is de bijdrage van verschillende factoren in het leven van Billy?
1. Systemisch model; - functioneren gezin staat centraal
- opvoedstijlen/ opvoederskenmerken
-wederkerigheid
Het functioneren van het gezin is van invloed op het functioneren en gedrag van
het kind. (homeostace). Het probleemgedrag van het kind heeft de basis in een
maladaptieve gezinsstructuur/ interacties. Permissieve opvoeding leid tot een kind
met lage impulscontrole en agressiviteit. Warmte leid tot sociaal aangepaste
kinderen met hoge eigenwaarde. Ouder- kind relatie is wederkerig. Hyperactief
kind vraagt veel van ouders.
Ouders met hoge controle kind wil zelf touwtjes in handen houden negatieve
spiraal.
Diagnostiek bij systemisch model;- richt zich op gezinsfunctioneren. Het kind
wordt minder gezien als het probleem maar er wordt gekeken naar meerder (sub)
systemen. Het kind gedraagt zich in elk systeem anders.
, Behandeling; - gezin als geheel betrekken, grenzen moeten kloppen, respect,
communicatie, verantwoordelijkheid. Ben je bewust van loyaliteit naar ouders. Als
het gezin in de kamer is bij jou kan dit ook spanning opleveren. Je wilt zorgen voor
een gezond en evenwichtig gezinsssyteem.
Interventies; - gezinstherapie (systeemtherapie), -oudergroepen, - oudertherapie.
Het moet voor iedereen voelen dat het iets oplevert. Billy; er is stress in het gezin,
gedrag van Billy representeert de afwijkende patronen. Rollen, grenzen en
interactiepatronen.
2. Psychodynamisch model; Freud. Motivatie voor gedrag is ter vervulling van
behoeften. Gericht op verandering. Voor persoonlijke ontwikkeling zijn angsten en
emotionele crisissen nodig voor zelfontplooiing. Significante anderen zijn
katalysators of belemmeringen voor het doorlopen van fasen vooral in de vroege
ontwikkeling. Focus ligt in individu (intra- psychische aspect van het individu). De
persoonlijkheid bestaat uit de ontwikkeling van 3 structuren; -id (lust- principe)
- ego (realiteitsprincipe, bemiddelen superego en id)
- superego (ego- ideaal, geweten, moreel besef, gevormd door waarden en
normen, streeft naar perfectie).
Het ego is aangepast door de externe wereld (logisch en rationeel denken).
De sociaal emotionele ontwikkeling raakt verstoord door het niet succesvol
oplossen van een conflict tussen id, ego en superego. Angst wordt onder controle
gehouden door afweermechanismen. Abnormaal gedrag treed op omdat iemand
gefixeerd is geraakt in een bepaalde fase.
Je hebt 5 fasen;
a. orale fase (0-2 jaar), de mond is de bron van lust, bijten en spugen. ( als
iemand gefixeerd is in deze fase komt dit tot uiting door; gezuligheid,
hebzucht, sarcasme)
b. anale fase (2-4 jaar). Bron van lust is de anus. Agressie, kliederen en vernielen
staat centraal in deze fase. Als iemand gefixeerd is in deze fase zie je dat door
dwangmatigheid, controle en agressie.
c. fallistisch (4-6 jaar). Pronken, geslachtsverschil wordt groter. Meisjes hebben een
gevoel van gemis. Trots op lichaam. Uiting agressie vind plaats door dominantie.
Gefixeerd in deze fase leid tot genderidentificatie problemen later. Het kind rivaliseerd
met de ander ouder. (oedompus of electro complex). Een stoornis hierin kan leiden
tot neurose.
Diagnostiek; interview vroege ontwikkeling. Je gebruikt projectie materiaal
(vertelplaten, zinaanvullijsten, tekeningen en spel).
Behandeling; kind inzicht geven in tegenstrijdige wensen en gevoelens en zo de
ontwikkeling weer op gang brengen. Het onbewuste bewust maken. objectrelatie
( relaties met significante anderen) beïnvloeden. De ouder bepaalde de drift (wanneer
maak je het kind zindelijk?).
Interventie; de rol van spel is belangrijker voor de vrije associatie en sluit aan bij
de belevingswereld. Bij Billy is er een verstoorde balans id, ego en superoge. Bijv. het
bijten is een fixatie in de orale fase. Behandeling zou kunnen door dmv spel een goede
coping aan te bieden.
3. Cliënt- gerichte benadering (humanistisch); de cliënt staat centraal, mens is van
nature goed. Ontwikkeling van het self- concept;
-Organism valuing proces; individu heeft innerlijke behoeft om zichzelf te
ontplooien en aan te voelen wat goed is. (self)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jasmijnhokse. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.74. You're not tied to anything after your purchase.