Hoorcollege 1 introductiecollege kesselring
1. Hervormingen in de steun bij opgroeien en opvoeden;
Jeugdhulp; alle vormen van hulp varierend van licht tot intensief en specialistisch.
Jeugdzorg; verzamelnaam van jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering.
Ruim 1 op de 10 jeugdigen heeft jeugdzorg
Jeugdwet; doel; tijdig passende hulp jeugdigen en ouders.
Overwegingen jeugdzorg;
1. Steun opgroeien en opvoeden beleggen bij bestuurslaag die dichtsbij jeugdigen en ouders
staat.
2. 1 financienstroom voor ondersteuningsaanbod
Transformatiedoelen jeugdwet;
1. Preventie en uitgaan van eigen mogelijkheden
2. Demedicaliseren; ontzorgen, normaliseren
3. Tijdig passende hulp (gemeente)
4. 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur
5. Meer ruimte voor professionals
Structuur (transitie) en inhoud (transformatie) van opvoeding wordt hervormd door jeugdwet
Principes van ontzorgen en normaliseren;
- Adviesrapport rond deze principes uit 2012
- Principes die die raken aan de basis van de hervormingen in de steun bij opgroeien en
opvoeden én opmaat
Kern RMO- rapport normaliseren is hier acceptatie, bij solomon klinisch medisch;
- Elk gezin heeft vragen over opvoeding
- Meestal komen ze eruit al dan niet met ondersteuning in sociale of professionele omgeving
- Soms meer professionele hulp
- Opvoedvragen groeien snel uit tot opvoedproblemen;
a. Hulpaanbod te zwaar, niet passend, niet langdurend
b. Jeugdzorg loopt tegen haar grenzen aan (wachtlijsten, kosten)
Ontzorgen; versterken veerkracht jeugdigen en ouders en sociale netwerken
Normaliseren; tegen gaan onnodig problematiseren en etiketteren
- • Om steun bij opgroeien en opvoeden volgens deze principes in te richten, moet
geïnvesteerd worden in sociaalpedagogische omgevin
- • Dat wordt al jaren erkend, zo blijkt o.a. uit beleidsnota’s van het voormalig ministerie voor
Jeugd en Gezin (2007-2010).
, - • Toch bleef focus van beleid op ingrijpen, mede gedreven door incidenten (gezinsdrama’s)
en het streven die te voorkomen.
- • Veel minder focus op een – parallelle – versterking van pedagogische basisvoorzieningen
(speeltuin, buurtwerk, onderwijs, opvang) en het stimuleren van (mede)opvoeders om elkaar
onderling te steunen
eerst stond het veiligheidsbeleid centraal ipv gezondheid
- Neiging to pathologiseren pathologische trend
- Gevangen in medisch diagnose model
- Label geeft toegang tot hulp
- Jeugdigen lijken niet geholpen met deze patiëntbenadering
- • Stigmatiserende werking: Jeugdigen krijgen impliciete boodschap ‘dat er met hen iets mis
is’ (Vermeulen, 2017)
- • Bovendien bestaat het risico dat jeugdigen die echt vastlopen niet (tijdig) de juiste hulp
krijgen (NJi, 2019b)
Wat is normaal en wat is afwijkend?
- Elke maatschappij creeërt een normale identiteit (waarden en normen) van afwijkingen
- In huidige tijd focus op meedoen
- Diagnose bied houvast en legitimering
- Wat is normaal in het licht van een stijgend aantal diagnoses
2.achterliggende pedagogische discussies
Afwijking;
- Klinisch medisch model; afwijking is stoornis die kind beperkt en moet beholpen worden
(humanstische visie)
- Acceptatie model; afwijkingen zijn identiteiten die geaccepteerd moeten worden, sociale
visie
Normalisatie; opvatting om afwijkingen te normaliseren
Prenatale diagnostiek; opsporen aangeboren of erfelijke afwijking. Voorstanders hiervoor (prenatale
screening) vinden dat downsyndroom iets is dat geelimineerd moet worden
NIPT;
- Bloed van moeder wordt getest op chromosomenpatroon
- Betrouwbaarheid is hoog
- Is uitslag afwijkend wordt aangeraden om nog een vlokkentest of vruchtwaterpunctie te deon
- Sinds april 2023 gratis
Houding pedagogen;
- Diversiteit hoort bij samenleving
- Niet bagetaliseren, niet problematiseren
- Afwijking ja, ziekte nee
- Erkennen gevoelens ouders
,Literatuur; Solomon: H1,3,4 zie joho en schrift en boek
Werkgroep;
SOLOMON; professionele houding mbt anders zijn. diversiteit hoort bij samenleving, niet
bagetaliseren of problematiseren. Erkennen gevoelens ouders
Terugkerend dilemma in Solomon: leer je je kind te leven met identiteit of ga je dit normaliseren?
Discussievragen;
H1.
Belangrijke begrippen: verticale identiteit, horizontale identiteit, ziekte/defect, acceptatie, ‘het
sociale model van handicap’, stoornis en functioneringsbeperking
Vragen;
1 De titel van het eerste hoofdstuk is ‘Zoon’. Waarom denk je dat Solomon voor deze titel
heeft gekozen? Noem in je antwoord ten minste de concepten verticale identiteit en
horizontale identiteit. Leg uit wat deze concepten betekenen en hoe deze van toepassing
zijn op Andrew Solomon zelf.
Het woord zoon geeft iets van verticale identiteit weg. Solomon is een zoon van zijn ouders.
Daarnaast kan het ook staan voor horizontale identiteit in het opzicht dat je de kenmerken die je niet
hebt geerfd van je ouders (in het geval van Solomon dyslextie en homoseksualiteit) kan delen met
anderen waarmee je een band kan vormen en die gemeenschap van bijv. de gaypride kan voelen als
een soort familie.
2 Francis Fukyama (sociale theoreticus, p.33), spreekt van een ‘postmenselijke toekomst’
waarin we de verscheidenheid van de mensheid elimineren.
(postmenselijke toekomst; correctieve ingrepen die niet slecht cosmetisch zijn maar ook niet
nodig zijn om te overleven)
a. Welke trends dragen hieraan bij?
Groeihormonen aan kinderen die te klein zijn, hazenlip herstellen, ambigue
geslachtskenmerken normaliseren
b. Hoe verhoudt deze ‘postmenselijke toekomst’ zich tot een ‘sociale visie’ en een ‘
humanistische visie’ op kinderen/mensen met een ‘beperking’ ? (p.60). Laat in je antwoord
zien dat je weet wat deze visies inhouden.
Sociale visie; de verscheidenheid aan mensen maakt de wereld interessanter. (meer
sympathie voor overlevenden van de holocaust)
Humanistische visie; we moeten het lijden van elk mens naar ons beste kunnen verlichten.
De sociale visie zou zeggen dat kinderen met een beperking geen ingrepen moeten
ondergaan die niet nodig zijn om te overleven. Aangezien het hebben van een beperking juist
wat laat zien van wat het kind allemaal te verdragen heeft en maakt dat wij mensen daar juist
respect voor kunnen hebben.
De humanistische visie is voor het doen van ingrepen vanuit de postmenselijke toekomst.
Omdat bijvoorbeeld het herstellen van een hazenlip het lijden van kinderen kan verzachten
, doordat het praktische mogelijkheden kan hebben maar ook sociaal- emotioneel bijv. dat het
kind misschien minder gepest gaat worden.
c. Wat zouden jouw argumenten voor en tegen deze ‘postmenselijke toekomst’ zijn?
Tegen; door het doen van deze ingrepen laten wij als maatschappij merken aan de mensen met een
beperking dat het niet gewaardeerd wordt om een beperking te hebben, dat er een soort sociale
druk komt om jezelf te veranderen. En hiermee wordt niet aangeprezen dat je mooi bent zoals je bent
gemaakt.
Voor; het doen van deze ingrepen kan voor de persoon die deze ingreep ondergaat voordelen
opleveren. Als iemand met een beperking kampt en het doen van een ingreep zou het effect die deze
beperking heeft op de persoon verbeteren is het gerechtvaardigd om zo’n ingreep te ondergaan. Het
kan bijvoorbeeld leiden tot meer zelfvertrouwen of minder pestgedrag en ook praktische voordelen.
3 ‘Wij gebruiken vaak ziekte als we een bepaalde gesteldheid in een negatief daglicht willen stellen
en identiteit als we die positief willen bevestigen. Dat is een vals onderscheid.’ (p.15). Wat bedoelt
Solomon hiermee en welke visie kun je hieruit afleiden?
Veel aandoeningen kunnen beschouwd worden als een ziekte maar ook als een identiteit. Vaak zien
we maar 1 aspect (negatief of positief) en de rest verbloemen we. Bijv. autisme kan gezien worden
als een ziekte doordat deze mensen minder goed zijn in dingen als sociaal contact. Hier wordt het in
een negatief daglicht gezien. Maar als we naar een ander aspect kijken van autisme zijn deze mensen
vaak goed in dingen zoals ICT. Hier zien we het in een positief daglicht. Autisme is beide het heeft ze
mindere maar ook z’n betere kanten.
4 Het boek ‘ Far from the tree’ is tot stand gekomen na uitvoering onderzoek door Solomon zelf.
Hoe is zijn studie te typeren en welke kritiek kun je hier als wetenschapper op hebben?
Hij heeft een beschrijvend onderzoek gedaan waarbij hij veel mensen heeft geinterviewd en deze
verhalen heeft hij verwerkt als onderzoek. Het kritiek dat je als wetenschapper kan hebben is dat het
geen statistische feiten weergeeft dus is de betrouwbaarheid laag.
HOOFDSTUK 3 DWERGEN
Belangrijke begrippen: little people (kleine mensen), ‘dwergschap’ als identiteit of als normalisatie.
Vragen;
1. Op pp. 150/151 beschrijft Solomon een dilemma van de meeste ouders van kleine mensen
bij de keuze van de opvoeding van hun kinderen. Bespreek het dilemma en leg dit dilemma
uit a.d.h.v de begrippen ‘identiteit’ en ‘normalisatie’. Wat zou jij als pedagogische
professional ouders in deze adviseren en waarom?
Dwergschap als identiteit; naar conferenties gaan. Lichtschakelaars verlagen. Het kind kan zich
gevangen voelen in een context die het niet zelf gekozen heeft.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jasmijnhokse. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.74. You're not tied to anything after your purchase.