Samenvatting - Sociologie van sociale gelijkheid en ongelijkheid
2 views 0 purchase
Course
Sociologie van sociale gelijkheid en ongelijkheid
Institution
Vrije Universiteit Brussel (VUB)
Behaalde score 14/20 Inhoud:
- Les 2: sociale klasse en ongelijkheid
- Les 3: sociale ongelijkheid inkomen en kapitaal
- Les 4: Sociale ongelijkheid op nationaal en globaal vlak
- Les 5: sociale (IM)mobiliteit
- Les 6: Sociale ongelijkheid in het onderwijs
- Les 7: Legitimaties van soci...
SOCIALE GELIJKHEID EN
ONGELIJKHEID
LES 2: SOCIALE KLASSE EN ONGELIJKHEID
SOCIALE KLASSE
= Een gecontesteerd en veelzijdig concept
Invulling van sociale klasse sterk afhankelijk van de vraag die men stelt:
‘Sociale klasse’ als status, prestige,
cultuur of ‘levensstijl’
‘Sociale klasse’ als ongelijk Louter beschrijvende vormen van klasse
gestructureerde toegang tot ongelijkheid – ‘gradueel’ (Wat?)
economische en andere
machtsmiddelen, gerelateerd aan Ook verklarende vormen van klasse
je positie in een (kapitalistische) ongelijkheid – ‘relationeel’ (Waarom?) (Jouw
marktmaatschappij positie is verweven met die van anderen. Bv.
je kan enkel werknemer zijn, als iemand
jouw werkgever is. Jij hebt minder macht op
het werk, omdat deze persoon meer macht
heeft)
Sociale klasse’ als (potentiële)
sociale en politieke actoren, met
inbegrip van klassenbewustzijn en
klasse-actie
VAN RESOURCES NAAR SOCIALE KLASSEN
RESOURCE Verschillende vormen van kapitaal die individuen en groepen in de
S samenleving bezitten en waarmee ze hun positie in de sociale
hiërarchie kunnen beïnvloeden.
Bv.
- Onderwijs
- Inkomen en kapitaal
- Type beroep
SOCIALE Je positie in een (kapitalistische) marktmaatschappij die leidt tot
KLASSEN
ongelijk gestructureerde toegang tot economische en andere
machtsmiddelen.
Methoden die worden gebruikt in de sociologie en andere sociale
wetenschappen om sociale klassen te classificeren en te begrijpen:
, - Inkomensclassificaties: Het categoriseren van individuen of
huishoudens o.b.v. hun inkomensniveau. Vaak worden
verschillende inkomensgrenzen vastgesteld om mensen in
verschillende klassen of groepen te verdelen, zoals lage-,
midden- en hogere inkomensgroepen.
- Prestigeschalen: worden gebruikt om de relatieve sociale
status van verschillende beroepen of sociale groepen te meten.
Deze schalen zijn gebaseerd op de percepties van mensen over
de maatschappelijke waarde of status van bepaalde beroepen of
groepen. Ze kunnen worden gebruikt om de sociale stratificatie
te analyseren en te begrijpen hoe bepaalde groepen worden
gewaardeerd in vergelijking met anderen.
- Sociaaleconomische statusschalen (SES):
Sociaaleconomische statusschalen combineren verschillende
indicatoren zoals inkomen, opleidingsniveau en beroep om een
alomvattend beeld te geven van iemands positie in de sociale
hiërarchie.
- Theoretische klassenschema's: Dit verwijst naar theoretische
modellen of schema's die worden gebruikt om sociale klassen te
conceptualiseren en te analyseren. Deze schema's kunnen
verschillende dimensies van sociale klasse omvatten, zoals
economische middelen, beroepsmatige status, opleidingsniveau
en cultureel kapitaal. Theoretische klassenschema's helpen
onderzoekers om de onderliggende structuren van sociale
ongelijkheid te begrijpen en om verbanden te leggen tussen
verschillende aspecten van sociaaleconomische status.
SOCIOLOGISCHE CLASSIFICATIES
Graduele - Benadering waarbij sociale klassen • Inkomensgroepen of -klassen
schalen worden gezien als een continuüm of • Beroepsprestige schalen
gradueel spectrum, • Sociaaleconomische status
- Individuen of groepen worden langs een schalen
bepaalde dimensie geplaatst op basis van • Onderwijsniveau
hun positie in de samenleving.
- Bijvoorbeeld, inkomensniveaus kunnen
worden beschouwd als een graduele
schaal waarbij mensen worden
gerangschikt van lage naar hoge
inkomens.
- Nadruk op de variatie en nuances binnen
sociale klassen
- Erkent dat sociale posities niet altijd
duidelijk afgebakend zijn, maar eerder in
gradaties kunnen voorkomen.
Relationel - Benadrukken de interrelationele aspecten • Neo-Weberiaans
e van sociale klassen. klassenschema van Goldthorpe
klassensc - Focus op de manier waarop individuen of • Neo-Marxistisch klassenschema
hema’s groepen zich tot elkaar verhouden binnen van Wright
het bredere sociale systeem.
- Kan betrekking hebben op de sociale
interacties, machtsverhoudingen en
, uitwisselingen tussen verschillende
klassen of groepen.
- Helpen om de onderlinge
afhankelijkheden en conflicten tussen
sociale klassen te begrijpen, evenals de
manieren waarop sociale klassen
structureel met elkaar zijn verbonden.
‘ORTHODOX CONSENSUS’ VERSUS ‘CONFLICT THEORETICI’
Orthodox - Verschillen zijn nodig om • (Post-)Positivistisch logica
‘consensus’ mensen te motiveren - Idee dat kennis kan worden verkregen door
- Bv. motivatie om goed te middel van observatie en empirisch bewijs +
studeren is om een goede stelt dat de wereld objectief en meetbaar is
job te kunnen krijgen
- Bv. Motivatie om hard te • Paradigma van functionalisme
werken is een mogelijke - Elk onderdeel van de samenleving een
promotie specifieke functie heeft die bijdraagt aan het
voortbestaan en de stabiliteit van het geheel
Verschillen worden dus het begrijpen van de samenleving door te
gezien als functioneel kijken naar hoe sociale instituties en
structuren functioneren om stabiliteit en
- Ladder die je kan opklimmen sociale orde te handhaven
• Graduele (prestige) schalen
- Benadering waarbij sociale status wordt
gezien als een continuüm of gradueel
spectrum
• Liberale industrialisatie of modernisatie thesis
- Stelt dat industrialisatie en modernisatie
leiden tot economische groei, sociale
vooruitgang en democratisering
Al deze theorieën stellen dat je
objectief de verschillen tussen
individuen en groepen kan meten
Reactie: - Verschillen zijn enkel een • (Post-)Positivistisch logica
conflict oorzaak voor uitsluiting en - Zie hierboven
theoretici verderf
• Paradigma van conflict
Iemand kan enkel meer - Stelt dat sociale orde voortkomt uit de strijd
verdienen omdat hij een om middelen en macht
ander uitbuit, niet omdat - Volgens dit perspectief zijn sociale
hij daar zelf hard voor problemen het gevolg van structurele
werkt ongelijkheid en sociale onrechtvaardigheid.
- Ladder met ontbrekende spaken, • Relationele klassenschema’s
je kan niet zo hoog klimmen als - Focussen op de manier waarop individuen of
je zou willen groepen zich tot elkaar verhouden binnen het
bredere sociale systeem
Bij deze theorieën stelt men dat de
bias van de onderzoeker de
resultaten altijd deels subjectief
maakt
INKOMENSGROEPEN OF -KLASSEN
, Categorische (= niet te tellen zoals haarkleur) of continue schalen (= te tellen,
schalen)
Mediaan, equivalent beschikbaar inkomen (= omgerekend naar het aantal mensen
in het gezin)
60% van de mediaan van inkomen = armoedegrens
Dit is een relatieve maat als we dit gemiddelde lager leggen, is er
zogezegd ook minder armoede, maar de situatie van de mensen die dan
net boven de schaal vallen is nog steeds even slecht
KRITIEK: dit houdt geen rekening met de huurprijzen en de staat van verschillende
huizen op verschillende locaties
ARMOEDE
RISICO OP RELATIEVE MONETAIRE ARMOEDE IN BELGIË GEBASEERD OP DE
ARMOEDEDREMPEL
-Armoede is al 10j ongeveer stabiel in België
-Er zijn veel regionale verschillen We moeten steden met elkaar vergelijke ipv steden t.o.v. het
platteland
-België heeft de coronacrisis goed opgevangen verklaard daling sinds 2020
ABSOLUTE ARMOEDE >< RELATIEVE ARMOEDE
Absolute - Gebrek aan voldoende middelen om aan basis
armoede levensbehoeften te voldoen (bv. voedsel, water, onderdak,
kleding, enz.).
- Gelijke behoeften voor alle landen
- Gemeten aan de hand van een absoluut inkomensniveau (bv.
$ 2.15 per persoon per dag in PPP)
Relatieve - Gebrek aan voldoende middelen om menswaardig te kunnen
armoede rondkomen gezien de levensstandaarden in een bepaalde
maatschappij of gemeenschap
- Varieert van land tot land
- Gemeten aan de hand van een relatief inkomensniveau (bv.
minder dan 60% van het mediaan, equivalent beschikbaar inkomen)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller feepieraert. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.65. You're not tied to anything after your purchase.