Door de tijd heen hebben samenlevingen instrumenten en instellingen ontwikkeld om
de voorwaardelijke overdracht van “middelen” te organiseren van economische
agenten met een overschot aan “middelen” naar economische agenten met een
(tijdelijke) behoefte aan of tekort aan deze “middelen”. "Middelen" moet hier worden
geïnterpreteerd als elk betaalmiddel of waardeopslag die in die samenleving wordt
geaccepteerd. Tegenwoordig is dat meestal fiduciair geld (= valuta).
De vraag is hoe je het overschot (spaargeld) kunt krijgen naar de plekken waar het
nodig is (schuld in al zijn vormen + eigen vermogen). → Welke instrumenten kun je
hiervoor gebruiken?
Macro-economische identiteit
Voor een land geldt:
Aanbod = Vraag
Y = C + I + G + (X − M)
waarbij:
o Y = nationaal inkomen,
o C = consumptie,
o I = investeringen,
o G = overheidsuitgaven,
o NX = X−M = netto-export.
Dit kan worden herschreven als:
Y − T = C + I + G – T + (X − M)
Y – T – C = I + (G − T) + (X − M)
S = I + (G − T) + (X − M)
waarbij:
o S = besparingen.
In de praktijk kan er een foutmarge zijn:
1
,S = I + andere componenten (die we hier negeren)
Het financiële systeem van de economie
De economie, regelgeving en systemen bepalen welke instrumenten kunnen worden
gebruikt en welke populair zijn. Het draait om het uitzoeken hoe het spaargeld van de
spaarder naar de lener kan gaan.
Endogeen systeem
- Endogeen bepaald: De instellingen veranderen automatisch in de loop van de
tijd en verschillen per land.
o Tijdafhankelijk
Alle instellingen die je nu hebt, zijn om een reden aanwezig. Wanneer dingen
veranderen, heeft dat een grote impact (denk aan technologische
veranderingen of monetair beleid).
Voorbeelden van veranderingen zijn de ontwikkelingen binnen de Europese
Unie, de financiële crisis van 2008 en de daaropvolgende veranderingen in
regelgeving, technologische ontwikkelingen, maatschappelijke veranderingen
en de economie zelf.
Voorbeelden van verandering
De ontwikkeling van “groene obligaties” door de groeiende
bewustwording in de samenleving met betrekking tot
sociale en milieu-issues (ESG).
De markten zien er al meer dan 15 jaar anders uit. Zaken
die vroeger belangrijk waren, bestaan niet meer (denk
bijvoorbeeld aan de Belgische frank).
Toen je een kind was, was een biljet van 10 euro misschien
“geld” voor jou, maar tegenwoordig is geld misschien
gewoon je telefoon (in plaats van contant geld of een
bankpas). Betalen met een telefoon was 10 jaar geleden
onvoorstelbaar, dus dit is een recente verandering. Banken
zijn veranderd, wat betekent dat de betalingsvoorwaarden
zijn veranderd, wat betekent dat de financiële markten en
instellingen zijn veranderd. Dit kan betekenen dat het
monetaire beleid ook in de toekomst zal moeten
veranderen.
o Geografie-afhankelijk
(Er is geen uniform systeem in de EU!): Er is wel een Europese
bankenunie, maar geen volledig geïntegreerd systeem.
2
, Het Belgische financiële systeem verschilt bijvoorbeeld van het
Nederlandse pensioensysteem. Een bank is in elk land een bank,
maar de soorten banken kunnen verschillen.
Bijv. In Nederland worden obligaties vaak
uitgegeven voor een bedrag van een half miljard,
wat in België niet het geval is.
Deze verschillen ontstaan door de bestaande gewoonten van
economische agenten, verschillende kapitaal- en financiële
markten, nationale regelgeving en nationale belangen.
Financieel systeem
Stel, er zijn twee landen, A en B.
Het financiële systeem begint altijd met geld in handen van economische
agenten (zoals consumenten, bedrijven, overheden en institutionele spelers).
o Zij gebruiken dit geld om transacties uit te voeren (kopen en verkopen).
Financiële intermediairs en/of veiling- of marktsystemen (zoals de
aandelenbeurs of kapitaalmarkten) zijn nodig, net als betalingssystemen. Dit
zijn de plekken waar transacties plaatsvinden.
o Deze betalingssystemen (bijv. Euroclear voor effecten om ervoor te
zorgen dat het geld bij de juiste partij terechtkomt en dat de gekochte
activa op de juiste rekening worden geleverd) ondergaan momenteel
grote veranderingen door financiële en technologische innovaties
(FinTech-ontwikkelingen).
3
, o Veilingsystemen opereren vaker op multilaterale wijze en hun
belangrijkste producten zijn obligaties of aandelen.
o Financiële intermediairs kunnen worden onderverdeeld in twee
subklassen (ze werken vaker bilateraal):
Commerciële banken (= gereguleerde bedrijven, B)
Schaduwbanken (SB)
Transacties vinden ook plaats tussen landen (of tussen banken binnen een
bepaald land) op de (internationale) kapitaalmarkten.
o Deze markten kunnen fysieke locaties zijn, maar kunnen ook centraal
geregeld zijn tussen banken.
Bijv. een transactie op de derivatenmarkt gebeurt vaak enkel
digitaal tussen twee computers in verschillende banken (over the
counter).
o (Standaard) derivaten worden verhandeld met een centrale
clearingpartij (CCP).
Na de crisis van 2008 zijn banken verplicht om
derivatentransacties via een CCP te laten verlopen.
Een derivaat is een recht, geen verplichting, om een betaling te
doen of aandelen te kopen; het is een optie.
Bijv. als je een huis wilt kopen voor 400.000 euro en je
vraagt een week bedenktijd, zal de verkoper het huis die
week niet aan iemand anders verkopen. Na deze week ben
je echter niet verplicht het huis te kopen.
Derivaten zijn niet direct gekoppeld aan een onderliggend
actief.
o Deposito’s: Grote geldbedragen die banken binnenstromen.
o Leningen: Zijn al groter dan de obligatie- en aandelenmarkt.
Het financiële systeem moet gereguleerd worden. Binnen de bankenunie
van de EU zijn de ECB en de nationale centrale banken de belangrijkste
toezichthouders.
In België hebben we het Twin Peaks-model ontwikkeld. Dit model verwijst
naar de twee instellingen die verantwoordelijk zijn voor de regulering,
namelijk de Nationale Bank van België (NBB) en de Financial Securities and
Market Authority (FSMA).
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nilsvroy. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.95. You're not tied to anything after your purchase.