Advies van de Raad van State van 12 september 2007:
De EU is een democratische rechtsorde, maar kan niet gezien worden als een staat. Daarom kan een
Europese grondwet niet gelijkgesteld worden aan een nationale grondwet. Ook onderscheidt het
Verdrag van Lissabon (2007) zich van de gefaalde Europese grondwet (2005).
Romano Prodi (2002): Het gebrek aan een geografische grens betekent dat het definiëren van wat
‘Europees’ is, slechts een politiek spel is.
Teleologische interpretatie van het Verdrag van Rome:
Dit houdt in dat men de middelen heeft geaccepteerd om die vrije markt tot stand te laten komen als
men het eens is geworden over het doel. Dus: wie een vrije markt wil bewerkstelligen, moet de
voorrangsregel, directe werking en constitutionele toetsing accepteren. Hierbij zijn drie arresten van
belang:
• HvJ Van Gend & Loos: hier wordt de rechtstreekse werking geïntroduceerd. De EU wordt nu gezien
als een nieuwe (autonome/sui generis) rechtsorde.
• HvJ Costa v. ENEL: hier wordt de voorrang van Europees recht geïntroduceerd. De EU wordt nu
gezien als een eigen rechtsorde.
• HvJ Les Verts: het Hof van Justitie heeft de bevoegdheid om te beslissen over de legaliteit van zowel
verticale als horizontale bevoegdheidsverdeling. Zij neemt dan dus de positie in als constitutionele
rechter.
De vraag die hieruit voortvloeit is: Kunnen we werkelijk spreken van een autonome rechtsorde als de
grondslag daarvan een gemeenschappelijke markt is?
Steve Boom: Een Europees volk bestaat niet, dus het EEG-Verdrag kan niet als grondwet worden gezien.
Er is dus geen sprake van democratische legitimiteit.
Conclusie:
Het EG-Verdrag wordt gezien als constitutioneel handvest. Verder is de EG een rechtsgemeenschap,
maar geen politieke gemeenschap. Hoewel het EG-Verdrag als constitutioneel handvest van de EG het
mogelijk maakt om de legaliteit van Europese wetgeving te garanderen, lijkt dit op zichzelf niet
voldoende om de legitimiteit ervan te waarborgen. BVerfG: Kan er sprake zijn van legitieme wetgeving
in Europees verband indien er dus geen sprake is van een politieke gemeenschap?
Week 2. Het BVerfG: De EU als Statenbond
Het Maastricht-arrest:
Volgens het BVerfG is de EU geen bondstaat, maar een statenbond. Voor een bondstaat is het
democratieprincipe van belang: uit het volk komt alle macht (volkssoevereiniteit), wat dus de grondslag
is van een grondwet (pouvoir constituant). Er is echter pas sprake van een volk wanneer er relatieve
homogeniteit bestaat. In de EU is geen sprake van relatieve homogeniteit en dus bestaat er geen
Europees volk, dus kan er ook geen Europese grondwet bestaan, dus moet het een statenbond zijn.
Legaliteit en legitimiteit:
Wanneer een groep relatief homogeen is, is het een politieke eenheid. Wanneer dit volk zich politiek
wil uitdrukken, door middel van een grondwet, wordt het ook een juridische eenheid. Legaliteit gaat
erover of iets volgens de wet gebeurt; de inhoud van de grondwet (juridische betekenis van een
grondwet). Legitimiteit heeft betrekking op de aanvaardbaarheid; formele grondwet (politieke
betekenis). Volgens het BVerfG moet er eerst sprake zijn van legitimiteit, voordat er sprake kan zijn van
, legaliteit. Het formele toerekeningsprincipe is de handeling dat een groep mensen zichzelf gezamenlijk
politiek wil uitdrukken. Het materiële toerekeningsprincipe gaat over de relatieve homogeniteit van de
groep mensen.
Conclusie:
De EU kan ook geen Europees Parlement hebben, aangezien daarvoor ook een relatief homogeen volk
nodig is. Volgens het BVerfG is er dan ook sprake van een democratisch tekort in de EU.
Week 3. Koopmans: de EU als ‘recht zonder staat’
Kritiek van Koopmans op het BVerfG:
Koopmans vindt het concept van een relatief homogeen volk lachwekkend. Hij vindt dan ook dat
volkssoevereiniteit ontkoppeld moet worden van democratie (destructie) en dat democratie juist
gekoppeld moet worden aan procedurele waarborgen (constructie). Wetgeving (en het Europees
Parlement) vindt volgens Koopmans haar legitimiteit in het voldoen aan bepaalde procedurele eisen
ipv. dat het haar legitimiteit in een ‘volkswil’ vindt.
→ Professor Lindahl over deze constructieve beweging: Koopmans is niet duidelijk genoeg over wat
democratie inhoudt en bovendien is het meer dan procedurele waarborgen: het is solidariteit en
dus is de notie van het volk wel degelijk nodig voor een democratie.
Ook vindt Koopmans dat het recht ontkoppeld moet worden van staatssoevereiniteit (= de EG is
onderworpen aan de lidstaten, niet andersom). Er kan naast een statenbond en een bondstaat ook een
rechtsorde zonder staat bestaan. Volgens hem is politieke eenheid niet nodig als er sprake is van
rechtseenheid en ook een politieke constitutie is niet nodig, zolang er maar een juridische constitutie
is. Recht moet volgens Koopmans gekoppeld worden aan het fenomeen van federalisme als multi-level
governance: dit houdt in dat niet alle macht gecentraliseerd is op één positie.
Evaluatie van de visie van Koopmans:
De visie van Koopmans kan niet gekwalificeerd worden als vernieuwend denken, aangezien volks-
soevereiniteit simpelweg gewoon gekoppeld is aan democratie:
• Volgens professor Lindahl kan een verzorgingsstaat niet bestaan zonder solidariteit en bestaat er
geen democratie die louter procedureel is.
• Bovendien veronderstelt het bestaan van een meerderheid en minderheid een eenheid.
• Verder doet politieke representatie er wel zeker toe, maar zoals het BVerfG dit ziet (lidstaten
vertegenwoordigen zichzelf) is geen politieke representatie in democratische zin.
MacCormick: De EU als commonwealth:
Volgens MacCormick is er op dit moment sprake van een situatie waarin zowel niet-volledig soevereine
staten als een non-soevereine Unie bestaan. De term sui generis geeft volgens hem niet aan wat deze
enige-van-zijn-soort inhoudt en dus moet deze term veranderen naar commonwealth: 1) een groep
mensen 2) die gezamenlijke belangen hebben en 3) deze belangen via een politieke structuur, zoals
een grondwet, worden bewerkstelligd. Zowel de EU (gemeenschappelijke markt) als de lidstaten
(saamhorigheidsgevoel) zijn commonwealths. Volgens MacCormick is de voorwaarde voor het bestaan
van een democratie een civic demos: mensen hebben een bepaalde loyaliteit aan hun grondwet.
Week 4. Terug- en vooruitblik
Overeenkomsten en verschillen tussen Koopmans en het BVerfG:
Koopmans en het BVerfG zijn het over een aantal dingen eens: er is geen Europees volk, de EU is geen
politieke eenheid, integratie als een proces van ‘ontgrenzing’ & politieke eenheid als mogelijk eindpunt
van een integratieproces. Ook zijn er vier conceptuele tegenstellingen:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nmk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.83. You're not tied to anything after your purchase.