Medische kennis Zenuwstelsel en Farmacologie (1500MK1E22)
Summary
Samenvatting Zenuwstelsel en Farmaco. Minor Anesthesie medewerker
9 views 0 purchase
Course
Medische kennis Zenuwstelsel en Farmacologie (1500MK1E22)
Institution
Hogeschool Van Amsterdam (HvA)
Behaald cijfer: 8,8. Hierbij de samenvatting voor het vak; Zenuwstelsel en Farmacologie van de minor Anesthesie medewerker.
Alle college's zijn uitgewerkt met afbeeldingen, ezelsbruggetjes en tips over de toets.
De leerdoelen per college staan erbij.
Succes :)
Medische kennis Zenuwstelsel en Farmacologie (1500MK1E22)
All documents for this subject (2)
Seller
Follow
Hartee
Content preview
Minor Anesthesie Zenuwstelsel en farmacologie
Wk. 1
Anatomie en fysiologie op celniveau en impulsbegleiding
Leerdoelen
1. Beschrijven hoe een neuron is opgebouwd.
2. De neuronen en gliacellen indelen naar soort en functie.
3. Uitleggen op welke manieren transport van deeltjes over een
celmembraan plaatsvindt.
4. Uitleggen hoe de rustpotentiaal van neuronen ontstaat.
5. Onderscheid maken tussen afferent/efferent, centraal/perifeer,
motorisch/sensorisch en animaal/vegetatief.
6. De begrippen depolarisatie, repolarisatie en hyperpolarisatie
fysiologisch verklaren.
7. Een actiepotentiaal beschrijven en de verschillende fasen waaruit
deze is opgebouwd, verklaren.
8. Twee manieren van voorgeleiding van de actiepotentiaal over het
neuron beschrijven.
9. Uitleggen hoe impulsgeleiding over verschillende soorten zenuwen
plaatsvindt.
10. Uitleggen door welke factoren de impulsgeleidingssnelheid
wordt bepaald
11. Van enkele verschillende sensorische prikkels benoemen over
welk type vezel ze worden voorgeleid.
12. Uitleggen op welke twee manieren impulsen worden
overgedragen tussen cellen.
13. Een aantal belangrijke neurotransmitters en hun receptoren
benoemen.
14. Beschrijven hoe cathecholaminen, serotonine en acetylcholine
worden afgebroken.
15. Factoren benoemen, die de snelheid van impulsoverdracht
beïnvloeden
Neuronen, geven signalen door
Gliacellen: ondersteunende cellen
- Oligodendrocyten
- Vormen een beschermende laag, (myeline) rondom de
axonen (verbindingen) van de neuronen.
- Deze laag versnelt de signaaloverdracht.
- Cellen met vergelijkbare dezelfde functie in het
PZS zijn de Schwann cellen
Myeline: Witte stof om de axon van neuronen heen die ervoor zorgen dat
de geleiding sneller gaat. Hoe meer myeline hoe sneller het signaal. Vooral
dus bij motorische neuronen
- Ependymcellen
- Vormen de binnenbekleding van ventrikels en het centrale
ruggenmergkanaal
- Belangrijke functie: vorming liquor cerebrospinalis
Ventrikels: hersenholtes
Liquor cerebrospinalis: Hersenvocht
- Astrocyten
- Deze vormen samen met de endotheelcellen van haarvaten de
bloedhersenbarrière
- Verbinden de neuronen met de capillairen. Laten vooral vet
oplosbare stoffen door. Andere stoffen worden selectief doorgelaten
- Cytostatica en sommige antibiotica passeren niet
- Drugs en alcohol wel
- Hypnotica (midazolam, propofol) ook
- Microgliacellen
- Imuuncellen
- Doormiddel van fagocytose
, PZS (perifeer zenuwstelsel)
Neuronen
Gliacellen: ondersteunende cellen
- Schwann cellen
- Myelinisatie rondom de axonen in het pzs
- Satelliet cellen
- Een type glia dat voorkomt in het perifere zenuwstelsel, met name in
sensorische, sympathische en parasympatische ganglia.
- Ze vormen de dunne cel omhulsels die de individuele neuronen in
deze ganglia omringen.
Ganglia: zenuwknoop
Ganglia is een plek waar veel synapsen samenkomen (dus neuronen).
Belangrijk schakel station. Via de ganglion wordt het signaal naar
verschillende delen van een orgaan gestuurd. Een signaal gaat van je
ruggenmerg naar je ganglion waar het geschakelt wordt Schakelen is
overgaan van de ene op de andere zenuw. Dus synaps op synaps
- Reflex waar slecht 1 synaps in het ruggenmerg bij betrokken is
- Bevat een sensorisch neuron en motorische neuron
- Kniepeesreflex is een enkelvoudig ruggenmergsreflex
Kniepeesreflex
- Een specifiek type enkelvoudig ruggenmergsreflex waarbij de
quadricepsspier samengetrokken wordt als reactie op het strekken
van de pees van de spier
, Hoe brengen neuronen hun signaal over
Membraampotenitaal
- De membraanpotentiaal is het elektrische spanningsverschil tussen
de binnenkant en de buitenkant van een cel. Dit verschil wordt
veroorzaakt door de ongelijke verdeling van ionen (zoals Na⁺, K⁺,
Cl⁻) over het celmembraan
- Binnen de cel is kalium het belangrijkste positieve ion
- Het overschot aan negatieve lading in
de cel wordt voornamelijk veroorzaakt
door grote negatief geladen eiwitten
- Buiten de cel is natrium het
belangrijkste positieve ion.
- Bij rust (in niet-actieve toestand)
hebben de meeste cellen een
rustmembraanpotentiaal van ongeveer -
70 mV (voor neuronen). Dit betekent dat
de binnenkant van de cel negatiever
geladen is dan de buitenkant.
- De drempelwaarde is -60 mv, als deze bereikt wordt door bv een
neurotransmitter dan gaat een actiepotentiaal lopen
Doel: De membraanpotentiaal vormt de basis voor het genereren van
actiepotentialen. Het is een stabiele spanning die kan veranderen als
reactie op prikkel
Ionen: Geladen deeltjes
Actiepotentiaal
- Een actiepotentiaal is een tijdelijke en snelle verandering in de
membraanpotentiaal die langs elke axon van een neuron reist. Het
wordt opgewekt wanneer de drempelwaarde wordt bereikt en dient
om informatie elektrisch door te geven
- In zenuw duurt actiepotentiaal 2 ms
- Actiepotentiaal heeft altijd zelfde verloop (duur en sterkte)
Fases van een actiepotentiaal:
1. Depolarisatie: Als de cel wordt geprikkeld, openen
natriumkanalen (Na⁺), waardoor natriumionen de cel instromen.
Dit maakt het membraanpotentiaal positiever
2. Repolarisatie: Kaliumkanalen (K⁺) openen, waardoor
kaliumionen de cel uitstromen, wat het membraanpotentiaal weer
negatiever maakt. De cel herstelt zich
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Hartee. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.52. You're not tied to anything after your purchase.