Lecture 4 -- Human Development -- Endocrine System
Lecture 3 -- Human Development -- Female reproductive System
Lecture 2 -- Human Development -- Male reproductive System
All for this textbook (3)
Written for
Saxion Hogeschool (Saxion)
Gezondheid en Technologie
Kennistoets 2.1
All documents for this subject (1)
1
review
By: rickyautar • 1 year ago
Seller
Follow
mmmanoniem
Reviews received
Content preview
Leerstof kennistoets 2.1
Geneeskunde
Les 2 .1
benoemen wat de verschillende onderdelen van het circulatiesysteem zijn (de
grote en kleine bloedsomloop, de bouw van het hart (atria/ventrikels), de hartkleppen
en de coronairarteriën)
De grote en de kleine bloedsomloop.
De kleine bloedsomloop bestaat uit de arteriën en venen
Functie: bloed vervoeren naar de gaswisselingsoppervlakken
van de longen.
Deze omloop begint in het rechterventrikel en eindigt in het
linker atrium.
De grote bloedsomloop bestaat uit arteriën die zuurstofrijk
bloed en voedingsstoffen langs alle weefsels en organen
sturen, en venen die zuurstofarm bloed opnemen en naar het
hart sturen. Deze omloop begint in het linker ventrikel en
eindigt in het rechter atrium.
,De bouw van het hart
Arteriën(slagaders) voeren bloed weg van het hart.
Venen(aders) voeren bloed terug naar het hart.
Capillairen(haarvaten) zijn kleine, dunwandige bloedvaten tussen de kleinste arteriën en
venen. Door deze dunne wanden kan er makkelijk uitwisseling plaatsvinden tussen
omringende weefsels.
Het hart bevat vier musculaire compartimenten, twee voor elke bloedsomloop.
Het rechteratrium(rechterboezem) ontvangt bloed uit de grote bloedsomloop en geeft dat
door aan het rechter ventrikel(rechterkamer), die bloed de kleine bloedsomloop instuwt.
Als het hart slaat trekken eerst de twee atria samen en daarna de twee ventrikels.
Het samentrekken van de boezems is niet essentieel. 80 procent van het bloed komt zelf van
de boezems naar de kamers. Na het samentrekken komt er nog 20 procent.
Het hart ligt dichtbij de ventrale borstwand, direct achter het sternum(borstbeen). Het hart
bevind zich in de ruimte die de borstholte in twee longholten verdeelt. Het hart is omgeven
door de pericardiale holte. De bekleding van deze holte is een sereuze
membraam(hartzakje/pericardium).
Het pericardium bestaat uit het viscerale pericardium (bedekt het buitenste oppervlak van het
hart) en het pariëtale pericardium (bedenkt de buitenste laag van het sereuze membraam)
De ruimte tussen het pariëtale en viscerale oppervlak vormt de pericardiale holte. Dit bevat
pericardiale vloeistof die wordt afgescheiden door pericardiale membranen en werkt als
glijmiddel.
Uitwendige anatomie
De twee atria(boezems) hebben dunne gespierde wanden en kunnen zich ver uitrekken.
De atrioventriculaire groeve is een diepe groeve opgevuld met vet, dit markeert de grens
tussen de atria en de ventrikels. Ondiepere groeves markeren de grens tussen de linker- en
rechterventrikels(kamers). Het vet in deze groeves bevat de belangrijkste arteriën en venen
die het bloed naar de hartspier aanvoeren.
Het puntige onderste gedeelte van het hart heet de apex. Het hart is enigszins naar links
gedraaid dus het ventrale oppervlak bestaat vooral uit de rechteratria en rechterventrikel. Het
dorsale oppervlak bestaat vooral uit de wand van het linker ventrikel.
De wand van het hart bestaat uit drie duidelijk herkenbare lagen.
1. De buitenste laag is het epicardium
Dit sereuze membraam bestaat uit een buitenste epitheel en een onderliggende laag van
losmazig bindweefsel die met het myocardium is verbonden.
2. De middelste laag is het myocardium
Dit is een gespierde wand van het hart. Het bevat hartspierweefsel, bloedvaten en zenuwen.
Het hartspierweefsel vormt concentrische banden die rond de atria gewikkeld zijn en die
spiraalsgewijs in de wanden van de ventrikels doorlopen. Door deze bouw ontstaan
stuwende en draaiende samentrekkingen waardoor het pomprendement wordt vergroot.
3. De middelste laag is het endocardium
Dit bekleed de binnenste oppervlakken van het hart, met inbegrip van de hartkleppen. Het
bestaat uit enkelvoudig plaveiselepitheel en het daaronder gelegen losmazig bindweefsel.
,Hartspiercellen bevatten een centraal gelegen celkern. Elke hartspiercel staat met vele
andere cellen in contact op gespecialiseerde plaatsen, dit heten intercalaire schijven. Bij een
intercalaire schijf worden de aan elkaar gebonden membranen van aangrenzende cellen
door desmosomen bij elkaar gehouden en door gap junctions aan elkaar gekoppeld. De
desmosomen brengen de contractiekracht over van de ene cel op de andere wanneer ze
tijdens een contractie samenwerken. De gap junctions zorgen voor de verplaatsing van ionen
en kleine moleculen, waardoor actiepotentialen zich snel kunnen verplaatsen van cel tot cel.
Inwendige anatomie
De twee atria zijn gescheiden door het septum interatriale en de twee ventrikels door het
septum interventriculaire. (septum= wand)
Elk atrium mondt uit in het ventrikel aan dezelfde zijde via een atrioventriculaire klep (AV-
klep), dit bestaat uit plooien van vezelig weefsel die ervoor zorgen dat het bloed vanuit de
atria uitsluitend de ventrikels in kan stromen en niet terug.
De bovenste holle ader (v.cava superior) boert bloed aan vanuit het hoofd, de hals, de armen
en de borst. De onderste holle ader (v.cava inferior) voert bloed aan vanuit de rest van de
romp, de ingewanden en de benen. De kransaders van het hart voeren veneus bloed terug
naar de sinus coronarius.
Bloed stroomt van het rechteratrium naar het rechterventrikel door een brede opening die
door drie slippen van vezelig weefsel wordt begrensd. Door contractie van spieren komen
peesdraden strak te staan waardoor de kleppen niet kunnen terugslaan en het bloed niet
naar het rechteratrium kan terugstromen.
Bloed dat het rechterventrikel verlaat stroomt in de truncus pulmonalis, het begin van de
kleine bloedsomloop. De pulmonalisklep (halvemaanvormige kleppen) bevind zich bij de
doorgang naar de truncus pulmonalis.
Vanuit de truncus pulmonalis stroomt bloed de linker en rechter longslagader in. Deze
bloedvaten vertakken zich in de longen totdat het bloed in de capillairen terecht komt en
gaswisseling plaats kan vinden. Vanuit deze capillairen verplaatst zuurstofrijk bloed zich naar
de linker en rechter longader, die het bloed naar het linkeratrium vervoeren.
Het linkeratrium bevat een tweeslippige klep (AV-klep)
Bloed dat het linker ventrikel verlaat stroomt door halvemaanvormige kleppen(aortakleppen)
de aorta in, dat is het begin van de grote bloedsomloop.
De atrioventriculaire kleppen verhinderen dat bloed terugstroomt vanuit de ventrikels naar de
atria. De halvemaanvormige kleppen van de a. pulmonalis en aorta verhinderen dat bloed
vanuit de a. pulmonalis en de aorta terugstroomt naar het rechter en linker ventrikel.
Het fibreuze skelet van het hart bestaat uit dichte banden van stevig elastisch bindweefsel
die de stammen van de grote arteriën en elk van de hartkleppen omgeven. Het stabiliseert
de positie van de hartkleppen en isoleert het spierweefsel van de atria van dat van de
ventrikels.
Arteriën(slagaders) vertakken zich tot arteriolen (kleine slagaders). De arteriolen voeren
bloed aan naar meer dan tien miljard capillairen (haarvaten). Bloed dat uit een capillairen
netwerk stroomt komt eerst in de venulen(de kleinste bloedvaten van het veneuze systeem).
Deze dunne bloedvaten vormen samen tot kleine venen (aders). Daarna stroomt het bloed
door middelgrote en grote venen voordat het in de bloedsomlopen terecht komt.
, Structuur van bloedvatwanden
De wanden van arteriën en venen bestaan uit drie lagen:
1. De tunica intima
Dit is de binnenste laag van een bloedvat. Het bestaat uit een endotheel van de
bloedvatwand en een onderliggende laag van bindweefsel waarin vooral elastische vezels
aanwezig zijn.
2. De tunica media
Dit is de middelste laag. Het bevat glad spierweefsel in een raamwerk van collagene en
elastische vezels.
3. Tunica externa
Dit is de buitenste laag en deze vormt een koker van bindweefsel rond het bloedvat.
Arteriën (slagaders) hebben een dikkere wand dan venen. De dikkere tunica media van een
arterie bevat meer elastische vezels en glad spierweefsel dan die van een vene. Door de
elastische onderdelen kunnen de arterie wanden de druk van het hart beter weerstaan.
Vasoconstrictie (vaatvenauwing) vasodilatie (vaatverwijding).
Elastische arteriën zijn grote veerkrachtige bloedvaten. De waden bevatten een tunica media
met meer elastische vezels dan gladde spiercellen. Daardoor kunnen deze de druk
opvangen tijden de hartcyclus.
Musculeuze arteriën vervoeren bloed naar skeletspieren en inwendige organen. De dikke
tunica media bevat meer gladde spiercellen en minder elastische vezels dan de elastische
arterie.
Arteriolen zijn veel kleiner dan musculeuze arterie. De tunica media hiervan bestaan uit één
of twee lagen gladde spiercellen. Door deze spierlagen kunnen musculeuze arteriën en
arteriolen de diameter van het lumen wijzigen, waarmee de bloeddruk en de stroomsnelheid
van het bloed in de weefsels ook wordt gewijzigd.
Capillairen zijn de enige bloedvaten waar stofwisseling kan plaatsvinden, door de dunne
wand en de kleine diameter. De tunica externa en tunica media ontbreken. Capillairen
functioneren niet afzonderlijk maar verbonden in een capillairnet. De toegang tot elk haarvat
gaat door een kringspier.
Venen (aders) verzamelen bloed uit alle weefsels en organen en voeren het terug naar het
hart. Ze hebben relatief dunne wanden.
Venulen zijn kleine venen waarbij de tunica media ontbreekt.
Middelgrote venen hebben een tunica media die verschillende lagen glad spierweefsel bevat.
In de relatief dikke tunica externa zijn lange bundels van elastische en collagene vezels
aanwezig. In de ledematen bevatten deze venen kleppen zodat het bloed niet terugstroomt.
In grote venen is de dunne tunica media omgeven door een dikke tunica externa die uit
elastische en collagene vezels bestaat.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mmmanoniem. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.45. You're not tied to anything after your purchase.