Summary
Samenvatting Leerstof kennistoets 3.1 Gezondheid en Technologie
- Course
- Institution
- Book
Samenvatting kennistoets 3.1 HBO-V Gezondheid en technologie leerjaar 1
[Show more]
Connected book
Book Title:
Author(s):
- Edition:
- ISBN:
- Edition:
Seller
Follow
mmmanoniem
Reviews received
Content preview
Leerstof kennistoets 3.1Zorginnovatie en ondernemerschap
Les 2.1
Bepalen wat succesfactoren zijn van een innovatieproject.
Innoveren is het introduceren van vernieuwingen die nuttig zijn.
Innoveren bestaat uit drie onderdelen:
1. Vernieuwen: nuttige veranderingen bedenken
2. Uitvinden: ontdekken van iets nieuws en dat zinvol inzetten
3. Creativiteit: originele oplossingen bedenken
De belangrijkste succesfactoren hebben te maken met eigenschappen van:
- Het nieuwe product: het relatieve voordeel van het nieuwe product is de belangrijkste
succesfactor. Het gaat hierbij om het voordeel ten opzichte van bestaande alternatieven.
- De organisatie: innovaties moeten aansluiten bij de organisatiedoelstellingen.
- Het innovatieproces: het is belangrijk dat er een expliciet proces is. (stappenplan)
- De markt: hoe groter het marktpotentieel hoe beter de organisatie dit vroegtijdig kan
inschatten, dus te succesvoller de innovatie.
Het innovatievermogen van een organisatie geeft weer in welke mate de organisatie er in slaagt regelmatig
nieuwe innovaties voort te brengen. Vijf groepen factoren spelen hierbij een rol, namelijk:
1. Strategie en leiderschap
2. Cultuur en klimaat
3. Innovatiebeleid
4. Structuur en prestatiemaatstaven
5. Communicatie en samenwerking
Het startpunt van succesvol innoveren is een gedeeld beeld van de toekomst en de rol van eigen organisatie
hierin. Toekomstverkenning is het systematisch in kaart brengen van wat er in de toekomst zou kunnen
gebeuren of nodig zijn, en het gebruik van deze inzichten op een voor de organisatie bruikbare wijze.
Fasen van innovatie:
1. Ideegeneratie: betreft het verzamelen van zo veel mogelijk ideeën die zouden kunnen leiden tot
nieuwe producten, diensten of processen. Bronnen hiervoor zijn onverwachte gebeurtenissen,
ongerijmdheden, procesbehoeften, veranderingen in de markt, demografische veranderingen,
veranderingen in perceptie of nieuwe kennis.
2. Selectie: omvat het kiezen van die ideeën die zo kansrijk worden geacht dat de organisatie bereid is te
investeren in de ontwikkeling hiervan.
3. Ontwikkeling: hierbij wordt het idee omgezet in een nieuw product, dienst of proces. Belangrijke
deelfasen zijn vooronderzoek, het opstellen van een business case, de feitelijke ontwikkeling en
testen. Elke deelfase wordt afgesloten met een go/no-go- beslissing.
4. Diffusie (verspreiding): in deze fase vind de introductie van de innovatie plaatst. Hiervoor dienen het
product, de prijs, de promotie en de distributie te zijn vastgesteld. Bij hun adoptiebeslissing
beoordelen de klanten de innovatie op de volgende aspecten: relatief voordeel, compatibiliteit,
complexiteit, uitprobeerbaarheid en of de resultaten van de innovatie waarneembaar zijn.
, Formuleren wat de waarde van innovatie is in de uitvoering van je taken als verpleegkundige.
Benoemen wat de kansen en risico’s zijn van innoveren.
Risico’s van innoveren:
- Angst voor verandering
- Innoveren is soms niet nodig
- Geen risico’s durven nemen
- Geen tijd, te druk
Kansen van innoveren:
- Het ontstaan van nieuwe industrieën
- Leven is veranderen
- Investeren in innoveren zorgt voor economische groei
Les 2.2
Omschrijven wat je allemaal kunt innoveren en welke verschillende soorten innovaties er bestaan.
Het gaat niet om iets te veranderen, maar om iets verbeteren.
Alles wat je om je heen ziet, wat je gebruikt, wat je doet en hoe je het doet kun je innoveren.
Er zijn verschillende soorten innovaties:
1. De productinnovatie
Bij productinnovaties gaat het om het aanbieden van nieuwe goederen, diensten of ideeën. De innovatie kan
zowel het kernproduct als de aanvullende elementen betreffen. Er is alleen sprake van productinnovatie als het
nieuwe product in de ogen van de afnemers meerwaarde oplevert.
Meerwaarde kan geboden worden op drie manieren:
- Door hetzelfde product tegen een lagere prijs aan te bieden
- Door met een verbeterd product te voorzien aan klantenbehoeften
- Door met een radicaal nieuw product te voorzien in nog onvervulde klantenbehoeften
2. De marktinnovatie
Marktinnovaties zijn innovaties waarbij organisaties besluiten hun producten aan te bieden aan nieuwe
groepen klanten. Marktinnovaties kunnen drie vormen aannemen:
- Situaties waarin bedrijven zich gaan richten op nieuwe doelgroepen
- Richten op een specifieke groep klanten binnen de doelgroep
- Op een vergelijkbare doelgroep gevestigd in een ander gebied
3. Procesinnovaties
Procesinnovaties verbeteren de wijze waarop een organisatie producten voortbrengt en aan de doelgroep
aanbiedt. Het gaat hierbij om de uitvoering van alle activiteiten die worden ondernomen om de doelstelling
van de organisatie te realiseren.
Verbeteringen kunnen op een drietal terreinen liggen:
- Organisaties kunnen leren hetzelfde product tegen lagere kosten voort te brengen
- Kwalitatief betere producten te maken
- Processen zodanig in te richten dat ze sneller kunnen reageren op vraagveranderingen
, De innovatieradar heeft als doel managers op een meer alomvattende manier over innoveren na te laten
denken. Het model bevat twaalf dimensies waarop organisaties kunnen innoveren.
Een bedrijfsmodel is een beschrijving van de wijze waarop een bedrijf de waarde voor klanten creëert, waarde
levert, en voor zichzelf veilig stelt. Het toont de samenhang tussen product, markt en proces.
Sociale innovaties zijn innovaties die een sociaal doel dienen. Het doel is dat wij beter met elkaar om gaan in de
samenleving.
De drie dimensies in de innovatieruimte staan niet los van elkaar. Gedurende de levenscyclus verschuift het
accent van product- via markt- naar procesinnovaties. Ook is het zo dat een verandering op één dimensie
doorgaans veranderingen op de andere twee dimensies met zich mee brengt.
De innovatieruimte is een bruikbaar instrument om zicht te krijgen op de mate van vernieuwing van een
innovatie en daarmee ook op de mate waarin een innovatie risicovol is.
Beschrijven hoe je aan de hand van de theorie tot een verantwoorde keuze bent gekomen van een
innovatief voorstel om iemand met DM type 1 te ondersteunen.
Het onderscheid tussen radicale en incrementele innovaties kunnen uitleggen.
Incrementele innovaties zijn stapsgewijze innovaties. Het gaat om bestaande producten of processen die
worden verbetert. Dit zijn relatief kleine verbeteringen die voortbouwen op bestaande producten, markten en
processen. Dit kan door:
- Nieuwe productlijn
- Toevoeging bestaande productlijn
- Verbetering bestaande producten
- Herpositionering
- Kostenbesparing
Bij radicale innovaties ontstaan een nieuwe markt of een nieuw marktsegment. Een nieuwe markt ontstaat bij
een echt nieuw product. Radicale innovaties zijn het gevolg van een technische doorbraak of versmelting van
tot dan toe gescheiden kennisgebieden.
Autonome innovaties kunnen door een bedrijf zelf worden ontwikkeld, los van aanbieders van complementaire
goederen.
Bij systeeminnovaties heeft een bedrijf wel de hulp nodig van andere marktpartijen.
, Bij markt gedreven innovaties vormen klanten de bron van de innovatie. Klanten hebben een behoefte en het
bedrijf gaat op zoek naar een oplossing.
Bij technologische innovaties is de innovatiebron een veelbelovende technologie. Dit gebeurt nog voordat
klanten er om vragen.
Les 3.1
Analyseren wat de kansen zijn van het inzetten van innovaties/technologie en weten wat de
houdbaarheid hiervan is.
Innoveren is anders denken en anders kijken. Je bedenkt iets nieuws, nuttigs, zet het zinvol in en wees daarbij
creatief.
Met de linker hersenhelft denk je rationeel. Met de rechterhelft wordt creativiteit aangestuurd.
Kansen en houdbaarheid van innovaties:
- TAM (davies, 1989)
Technology Acceptance Model. Technologie wordt pas gebruikt als er een intentie tot gebruik is.
Het ervaren van nut wordt beïnvloed door:
1. Subjectief
2. Beeldvorming
3. Relevantie
4. Kwaliteit van output
5. Aantoonbaarheid resultaat
Ervaren gebruiksgemak:
1. Persoonlijk doeltreffendheid
2. Perceptie van externe controle
3. Angst
4. Speelsheid
5. Ervaren plezier
6. Objectief gebruiksgemak
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mmmanoniem. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.36. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
75323 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now