100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - shock en bloedtransfusie algemene heelkunde 2 $7.66
Add to cart

Summary

Samenvatting - shock en bloedtransfusie algemene heelkunde 2

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Shock en bloedtransfusie

Preview 3 out of 23  pages

  • December 6, 2024
  • 23
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
Shock en bloedtransfusie
INLEIDING

Rol cardiovasculair systeen in de zuurstrofcascade

- Zuurstofcascade = hele proces waarbij zuurstof uit de ingeademde gassen gehaald wordt en
via de bloedbaan naar de mitochondria van de cellen gebracht wordt

Zuurstoftoevoer naar de weefsels is afhankelijk van:

- Zuurstofgehalte in arterieel bloed
- Weefselperfusie

Weefselperfusie wordt bepaald door:

- Hartdebiet = slagvolume x hartfrequentie = volume bloed dat door het hart per min naar de
weefsels gestuurd wordt
- Circulatieweerstand = TPR = totale perifere weerstand, bepaald door:
o Tonus bloedvaten
o Viscositeit bloed (Htc)
- Arteriele bloeddruk, bepaald door: (nodig om bloedvaten open te houden)
o Hartdebiet
o TPR (totale perifere weerstand
- Tonus bloedvaten in het betreffende weefsel
- Sympaticus en parasympaticus

Shock

= syndroom waarbij de weefselperfusie onde de minimale behoeften voor een normaal ox.
Metabolisme daalt, door een falen van 1 of meerderen van de hieboven benoemde systemen.
Hypoperfusie  onvoldoende O2 en nutrienten  schade cellen  orgaanfalen  dood

- Oorzaken shock
o Dalen circulerend bloedvolume  bloeding, vochtverlies
o Verminderde hartwerking om bloed rond te pompen
o Verminderde mogelijkheid om een aangepaste VM tonus te behouden
o Obstructie van delen van de circulatie  embolie
- Classificatie shock
o Ischemische shock: stijging VM tonus = vasoconstrictie
 Door:
 Tekort aan circulerend volume
 Trauma
 Hartprobleem
 Restulteert in:
 Verhoogde perifere weerstand
 Daling hartdebiet door verhoogde afterload
o Distributieve shock: vasodilatatie
 Door:
 Ontstekingsmediatoren

,  Bacteriele endotocxines
 Gevolg
 Bloeddrukdaling  verminderde weefselperfusie
o In beide gevallen in later stadium veralgemeende vasodillatatie
- Classificatie shock naargelang oorzaak:
 Hypovolemische shock
 Cardiogene shock
 Distributieve shock  bloeddrukval door VD
 Anafylactisch
 Endotoxemisch
 Obstructieve shock
 Traumatische shock

VORMEN VAN SHOCK

1. HYPOVOLEMISHCE SHOCK
a. Pathogenese
i. Verlies bloed, plasma of vocht met daling circulatievolume
1. 10-20% = licht
2. 20-30% = matig tot ernstig
3. 40-50% = levensbedreigend
ii. Fasen
1. Ischemische fase: hypovolemie  hypotensie  algemene
stressreactie  activatie sympaticus  adrenaline uitstorting
(bijnier) en noradrenaline thv zenuwuiteidnen van sympaticus
(catecholamines  invloed adrenerge resceptoren hart en
bloedvaten, doel = verhogen hartdebiet, bloeddruk en perfusie vitale
organen behouden ten koste van andere weefsels =F&F)
a. Adrenaline : alpha, beta1, beta2
b. Noradrenaline: alpha en beetje beta1
c. Hart
i. Beta1 stimulatie  hartdebiet stijgt
1. + inotroop (contractiekracht)
2. + chronotroop (hartslag)
d. Bloedvaten (alpha komt meest voor)
i. Alpha: vasoconstrictie
ii. Beta2 : vasodilatatie
e. Arterioveneuze shunt
f. Vasoconstrictie venules, grote venen en milt
g. In de long: alpha-stimulatie zorgt voor VC postcappilair =
longoedeem
h. Mucosa een bleke kleur
2. Hyperynamishe fase: aanhoudende hypoperfusie  ischemische
beschadigingen  vrijkomen vasodilaterende stoffen (histamine,
kinines, prostaglandines, vasoactief intestinaal peptide, TNF) als deze
de overhand krijgen  hyperdynamische fase  veralgemeende
vasodilatatie en verhoogde vasculaire permeabiliteit. De pre-
cappilairen dilateren eerder dan post-capillairen = stuwing =
roodheid.

, 3. Stagnergende fase: VD  bloeddrukval en pooling van bloed in
splanchnicus gebied  energie en zuurstofreservers snel op 
mucosa worden cyanotisch (blauw)  vermindering veneuze retour
(vicieuze cirkel). En door vascualire permeabiliteit  oedeem = weer
daling veneuze retour  mucosa grijsachtig van kleur.
iii. Oorzaken
1. bloedingen
a. Types
i. Hyperacute verbloeding:
1. Collaps  dood
ii. Uitwendig bloedverlies
iii. Inwendig bloedverlie s
1. Pooling etc.
b. Stadia hypovolemische toestand bij bloeding
i. Ondanks bloedverlies nog genoeg circulerend
volume en voldoende erythrocyten
1. Bloeding stoppen en spontane normalisatie
ii. Voldoende erythrocyten maar te weinig circulerend
vermogen
1. Bloeding stoppen en circulatievolume op peil
brengen met infuus
iii. Erythrocyten en circulatievolume te laag
1. Bloeding stoppen en bloedtransfusie geven
c. Compensatiemechanismen bij bloeding
i. Snelle compensatiemechanismen :
1. Shift van vocht uit interstitium 
normalisatie binnen 6 a 24 u
2. Reactie autonoom zenuwstelsel: BD daling
 baroreceptoren merken dit  inhibitie
parasympaticus en stimulatie sympaticus 
catecholamines  positief chronotroop en
inotroop en vasoconstrictie vooral in
splanchnicus en huid en contractie milt BD
en perfusie weer omhoog. (anesthesie remt
barorecepor dus veel sterkere aling BP)
3. Trage bloeding O2 daalt door
zuurstofverbruik, snelle bloeding: O2 daalt
door zuustofverbruik, gedaald hartdebiet en
gedaalde bloeddruk
4. Verhoogde opname van O2 uit bloed door
toename 3,2 difosfoglycerinezuur (DPG) in
erythrocyten  verschuiving O2-Hb-
dissociatiecurve naar rechts = O2 wordt
makkelijker aan de weefsels gegeven. (voor
myocard niet mogelijk want heeft dit al
max.)
5. Stimulatie ADH: door hypoxie en metabole
acidose  chemoreceptor van a. carotis en

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentgent10. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.66. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

55628 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.66
  • (0)
Add to cart
Added