NOTITIES 3. ANTIBIOTICA EN
VIROSTATICA
1) Virostatica = antivirale middelen
2) Inhoudstafel
3) Inhoudstafel
4) Antibiotica: inleiding
Antibiotica zijn nuttig om infecties te genezen. Maar de meeste infecties kun je zonder AB (=
antibiotica) genezen. In België nemen we te veel AB.
AB zorgt ervoor dat bacteriën resitent worden + je krijgt door het nemen van AB een
verandering in de darmflora
AB – natuurlijke stoffen die antibacterieel of antimicrobieel zijn; je hebt ook
chemotherapeutica = chemische stoffen die niet in de natuur voorkomen vb. om kanker te
behandelen.
AB behandelen infecties door bacteriën, omdat ze iets inhiberen dat specifiek is voor een
bacterie en niet voor een dierlijke cel.
AB heeft een specifiek aangrijpingspunt: specifiek moleculair mechanisme; afhankelijk van
dit mechanisme kunnen we een spectrum definiëren. Spectrum = welke soorten zijn gevoelig
voor die anitbioticum. Vb Gramnegatieve hebben een extra membraan waar sommige
bacteriën niet door kunnen. Deze bacteriën hebben een spectrum die gelimiteerd is tot de
gram positieve bacteriën.
Product dat veel soorten kan doden of remmen = breed spectrum antibioticum; niet altijd
nodig om dergelijke soort te gebruiken, vaak baat genoeg met een nauw spectrum;
aangezien infecties vaak veroorzaakt worden door een overmaat aan 1 soort bacterie –
nauw spectrum specifiek voor die bacterie.
Niet eenvoudig: in het begin aftasten welke bacterie, beginnen met breed spectrum en
vernauwen.
5) Geschiedenis: vb van eerste producten die gebruikt werden. Chemotherapeutica. Eerste
producenten van deze middelen = verffabrieken. Nog 1 product die we nog steeds
gebruiken = sulfonamiden.
6) Alexander Fleming heeft per toeval ontdenkt dat een bepaalde schimmel een inhiberend
effect heeft op bacteriën. ontdekking peniciline; vernoemd naar schimmel van
penicilinumsoort. Vb. van natuurlijk antibioticum.
Men is in de natuur nog steeds op zoek naar schimmels die deze antibacteriele effecten
hebben.
7) Lezen: toespraak van Flaming toen hij nobelprijs kreeg. Ontstaan van resistentie werd
hierin vermeld.
8) Resistentie niet alleen door gebruik, maar ook door de natuur. Grote doorbraak AB in de
tweede wereldoorlog – veel wonden.
9) Effect van AB bij een infectie: 3 zaken belangrijk = welk product, welke bacterie, wie is de
patiënt waarin alles zich afspeelt.
1
, Patiënt werkt mee, deze moet immuniteit hebben (zonder is het veel lastiger om een
infectie met AB te starten)
Microorganisme vs gastheer: microorganisme deelt en kan schade aanbrengen bij
gastheer; infectie. Deze gastheer reageert hierop door immuunreacties op gang te zitten
(ook deze reacties zijn een bron van schade). Mensen met een verminderd
immuunsysteem hebben vaak minder schade als mensen met een goed immuunsysteem;
omdat het immuunsysteem verantwoordelijk is voor reacties als inflammatie.
Reactie van de gastheer is vaak agressief en zo ook schadelijk voor het lichaam,
evolutionair gezien is deze agressieve reactie soms nodig om het microorganisme te
overwinnen.
10) Medicijn op het lichaam = farmacokinetiek: hoe verdeelt het medicijn zich in het lichaam.
Hoe gedraagt het medicijn zich op het lichaam, los van het effect. Farmacodynamie =
effect van het geneesmiddel vb effect van AB op de bacterie.
Farmacokinetiek en dynamie samennemen om effect van AB op bacterie te bestuderen.
11) Gastheer-kiem relatie. Infectie vaststellen bij patiënt is niet gelijk aan starten AB; want
meeste infecties genezen vanzelf. Vaak weet je niet zeker of het virale of bacteriele
infectie is, dus dan heeft dit niet veel nut als het een virale infectie is.
Natuurlijk verloop van een infectie afwachten- belangrijk.
Vaak is AB alleen niet voldoende om een infectie te genezen. Je hebt ook immuuniteit
van de patïent nodig.
Abces: afgekapselde vochtcollectie, waarin bacteriën zitten. Hierin zitten geen
bloedvaten waardoor AB hier heel erg moeilijk binnengeraakt. Deze moeten difunderen
vanuit de buitenkant waardoor je centraal te weinig AB hebt om de bacterie te
overheersen vandaar: overal waar er etter is, moet er gedraineerd worden!! Abcessen
opensnijden!!
Kenmerken patiënt en infectie zijn belangrijk voor de keuze van het soort antibioticum.
Je kan genezen van een infectie zonder antibioticum. Vb. een bacteriële keelinfectie gaat
vanzelf over zonder antibiotica. (Een klein percentage zal toch complicaties krijgen waar
eigenlijk wel AB nodig was; vandaar belangrijk dat je patient goed opvolgt!)
Vb . Blaasontsteking: kan overgaan door voldoende te drinken, hoeft niet altijd met AB
behandeld te worden.
Endocarditis & meningitis: worden bijna overwonnen door eigen immuniteit; deze
patiënten moeten behandeld worden met AB.
12) Spectrum AB = farmacodynamische term, effect van middle op het microoraganisme.
Hoe weten we of het middel werkt tegen een bepaalde stam in een bepaalde patiënt: 1
klinisch experiment doen en kijken of het beter wordt, trial & error. 2 bacterie isoleren &
in het labo kweken en dan testen op bepaalde antibiotica; meer rationeel te werk gaan.
Nadeel van 2: labo is niet gelijk aan de mens; resultaten in labo komt niet altijd overeen
met wat er in de mens gebeurt.
Wat is een klinisch gevolg van een AB in een proefdier en hoe correleert dat met de
resultaten in een laboratorium? Door deze correlatie kunnen we een betere voorspelling
doen over het klinisch effect van een AB.
13) .
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller charlottebraet. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.87. You're not tied to anything after your purchase.