Beschrijf de eigenschappen van elektromagnetische (ioniserende) straling
Elektromagnetische straling is te beschouwen als een vorm van energie. De straling die
ontstaat bij fysische processen met elektrisch geladen deeltjes. Als dit fysische proces,
waarbij elektromagnetische straling ontstaat, in de elektronenschil plaatsvind, wordt dit
röntgenstraling genoemd.
Als dit proces in de atoomkern plaatsvindt, is het gammastraling. Dit heeft een hogere
energie dan röntgenstraling.
Elektromagnetische straling kan gezien worden als een golfverschijnsel, met alle een
bepaalde frequentie en golflengte.
Ioniserende straling is energierijke straling die het vermogen heeft om genetisch materiaal te
veranderen en zo schade aan te brengen.
Niet ioniserend
- Er is onvoldoende energie om
ionisatieproces op gang te brengen
- Kan wel schadelijk zijn zoals laserlicht en
uv-straling
Ioniserend
- Ionisatieproces
- Doordat elektronen uit atomen worden
verwijderd blijven er elektronisch geladen
deeltjes over (ionen) op atoomniveau
- De deeltjes in straling zijn:
Alfastraling
Bètastraling
Neutronstraling
Protonenstraling
Beschrijf de wisselwerking van röntgenstraling met lichaamsweefsel in termen als absorptie,
verzwakking, transmissie en verstrooiing
Absorptie
Straling wordt deels geabsorbeerd door het lichaam. Bij absorptie gaat het om hoeveel
straling het weefsel opneemt. Door dat verschillende weefsels meer of minder absorberen
ontstaan er verschillende grijstinten.
Minder absorptie= zwart op de foto (pulpa, ontstekingen, ligamentspleet)
Meer absorptie= lichter op de foto (glazuur, restauraties, lamina dura)
Verzwakking
Door absorptie wordt de straling die overblijft zwakker. Er wordt ook gesproken van
halveringsdikte. Dit is wanneer de invallende straling met de helft afneemt.
Transmissie
Met transmissie wordt bedoeld hoeveel straling iets doorlaat. De transmissie hangt samen
met de massa van de materie. Hoe dikker de massa hoe lager de transmissie.
Hoge transmissie = wanneer er weinig straling wordt tegen gehouden door een weefsel
(bijvoorbeeld bij de longen)
Lage transmissie = wanneer er veel straling wordt tegen gehouden door een weefsel
(bijvoorbeeld bij tanden)
,Verstrooiing
Door het comptoneffect worden fotonen in diverse richtingen uitgestraald. Hierdoor komt er
ook straling op organen komen die niet in het traject van de direct bundel liggen. In ons geval
ligt het traject van de directe bundel op de gebitselementen maar zullen door verstrooiing
ook de longen bijvoorbeeld straling krijgen.
Beschrijf de bouw en werking van een röntgenbuis en beeldvormende systemen
Vacuümbuis
De vacuümbuis is glazen buis waarbinnen grote onderdruk heerst. Hier bevinden zich ook de
kathode (-) en anode (+). Door de grote druk kan er tijdens het transport van de elektronen
bijna geen luchtmoleculen erbij komen.
Kathode (-)
In de kathode bevindt zich een gloeispiraal. Onder de invloed van gloeistroom wordt deze
heet en produceert het daardoor elektronen. Door de negatieve lading van de kathode is er
een overvloed aan elektronen, de anode is positief geladen en trekt deze elektronen aan.
Gloeispiraal
In de kathode bevindt zich een gloeispiraal. Onder de invloed van gloeistroom wordt deze
heet en produceert het daardoor elektronen
Anode (+)
De positief geladen anode trekt de negatief geladen elektronen aan, dit gebeurt onder
invloed van het potentiaalverschil kV. Door de beweging van elektronen van de kathode naar
de anode, wordt röntgenstraling opgewekt. Deze beweging noemen we buisstroom.
Buisstroom
De buisstroom is de beweging van elektronen van de kathode naar de anode door verschil in
aantrekkingskracht van de anode. Deze aantrekkingskracht is onder invloed van
potentiaalverschil kV. De hoeveelheid elektronen die gedurende een bepaalde tijd de anode
bereiken is een product van de buisstroom (mA) met de tijd (in s).
Focus
Hier komt alle straling samen, voordat het de röntgenbuis verlaat. De focus zit op de anode,
de elektronen botsen hier tegenaan. Zo ontstaat er 1% röntgenstraling en 99% warmte.
Diafragma
Wanneer de straling de focus verlaat, waaiert het uit, door middel van de diafragma (een
wand van lood) wordt deze uitwaaiering begrensd. Hierdoor kan de röntgenstraling
uitsluitend via de opening van de röntgenbuis uitstralen.
Aluminium filter
De röntgenstraling die uit de anode komt, bevat relatief veel straling met een lage energie
dat niet door het lichaam heen dringt, maar in de eerste millimeters van het lichaam worden
opgenomen. Dit is dus niet effectief en zeer schadelijk. De filter zorgt ervoor dat de laag
energetische straling wordt tegengehouden. Door de filteren verbeterd de kwaliteit van de
straling.
Werking:
- De elektronenwolk vanuit de kathode wordt door de anode aangetrokken. Dit gaat
door de buisstroom.
- Elektronen komen op de focus en er wordt 1% straling gevormd
- Straling gaat door de diafragmaopening om de buis te verlaten
- De filter zorgt ervoor dat schadelijk straling wordt tegengehouden (ongeveer 30%)
, Beschrijf de invloed van de buisspanning, mAs waarde, tubusvorm, tubuslengte en buisfilter
op de intreedosis, DOP-waarde, detectordosis (beeldruis), beeldcontrast en onscherpte
Invloed van buisspanning
- Detectordosis
- Beeldcontrast
- Beeldruis
kV omlaag toename beeldruis
toename contrast
Wanneer je de kV verlaagt, komt er minder straling (minder dosis) op de beeldplaat. Dit zorgt
voor toename van beeldruis (nadelig). Verlaging van kV betekent ook dat de
absorptieverschillen in de elementen groter wordt, dit zorgt weer voor toename van contrast.
Invloed van mAs waarde
- Detectordosis
- Beeldruis
- Onscherpte
mAs toename afname beeldruis
afname scherpte
mAs toename betekent dat er meer straling (dosis) op de beeldplaat komt, dit zorgt voor
afname van de beeldruis. Het nadeel is dat de scherpte dan wel afneemt, dit komt door de
verlenging van de opnametijd (hierbij is meer kans op beweging van de patiënt)
Invloed van parameters op de benodigde opnametijd om de detectordosis constant te
houden:
- Elke mm extra Al filter betekent ca. 25% meer mAs nodig
- 10 kV verhogen betekent mAs halveren
- 10 kV verlagen betekent mAs verdubbelen
- De mAs evenredig met het kwadraat van de FD afstand
- Opnametijd = omgekeerd evenredig met de buisstroom bij gelijkblijvend mAs
getal.
De hoeveelheid röntgenstraling is evenredig met de stroomsterkte in mA door de röntgenbuis
en de tijd. Verlaging van de mA en/of opnametijd geeft verlaging van het mAs product
waardoor minder straling de patiënt en detector bereikt. De intreedosis en detectordosis
zullen dus beide afnemen.
De verlaging van detectordosis heeft tot gevolg dat de densiteit (zwarting) afneemt en
hoeveelheid beeldruis toeneemt maar het beeldconstant blijft gelijk. De hoeveelheid
gevormde elektronen is afhankelijk van de gloeistroom, dus met de gloeistroom wordt
eigenlijk de buisstroomsterkte (mA) bepaald.
De hoeveelheid straling die uit de röntgenbuis komt is
evenredig met het product van mA en s (mAs-getal).
Hoe hoger de gloeistroom, des te meer straling (mA)
gevormd wordt. De intensiteit neemt dus toe maar de
stralingskwaliteit blijft gelijk.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kooijmanmerel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.36. You're not tied to anything after your purchase.