NOTITIES 18. INFECTIES MET
FUNGI
1) Titelblad.
Schimmels en gisten. Candida Albicans en Aspergillus zijn het bekendst in onze streken.
2) Inhoudstafel.
3) 18.1 Fungi: gisten en schimmels
Bacteriën hebben een chromosoom dat vrijligt in het cytoplasma bij een prokaryoot.
Schimmels en gisten zijn eukaryoot, deze hebben dus een kern met de nodige organellen
er rond. Ze lijken dus meer op een dierlijke cel dan op een bacterie. Ze hebben ook een
celwand, deze bevat specifieke molecules die typisch zijn voor gisten en schimmels: bv
erogsterolen en chitines. Dit is belangrijk omdat 1 - dit een target kan zijn voor therapie:
als we medicijnen toedienen aan een patiënt die specifiek is voor deze pathogeen =
antimycotica & 2 – we hebben specifieke receptoren hiervoor. In ons lichaam, in onze
immuuncellen maar ook onze niet-immuun lichaamscellen. Receptoren die kunnen deze
organismes detecteren en die mee gaan spelen in de afweer. Typisch voorbeeld zijn de
dectines: dit zijn receptoren voor motieven van schimmels en gisten. Er zijn zeldzame
families beschreven die mutaties hebben in deze dectines, afhankelijk van het type
mutatie gaan deze mensen ofwel vrij lichte infecties doormaken zoals schimmelnagels en
herhaalde vaginale candida, maar sommige mutaties geven ook diepe infecties waarbij
die mensen longinfecties van schimmels gaan hebben en zeer ernstig ziek kunnen
worden.
De celwand zorgt ervoor dat die fungie gevoelig zijn voor antimycotica, die daarop
inwerken. Schimmels en gisten zijn gevoelig voor de antibiotica die we gebruiken bij
bacteriële infecties. Vandaar ook het probleem dat iemand die lang antibiotica krijgt, dan
heeft die vaak secundair candida infecties, omdat deze het overleven & omdat deze
plaats krijgen door het verdwijnen van de normale flora.
Hoe gaan fungi zich vermenigvuldigen: het kan seksueel, maar belangrijkste is aseksuele
voortplanting. Gewoon delen van de cel.
Gistjes zijn cellen die solitair zijn = enkelcellig. Gaan zich delen als een cel met
knopvorming en dan opnieuw aanleiding geven tot twee onafhankelijke cellen.
Schimmels gaan typisch de dochtercellen aan elkaar laten vasthouden, er kan ook wat
fusie zijn tot vrij lange cellen. Dan krijg je mycelia = schimmeldraden. Die mycelia kunnen
zich specialiseren op het uiteinde en sporen vormen. Sporen zijn heel compacte celletjes
die net zoals de sporen van bacteriën, metabool weinig actief zijn en die zeer resistent
kunnen zijn tegen uitdroging – dus ideaal zijn om de schimmel te verspreiden.
4) Gisten vs. schimmels
1
, Links: gisten. Solitaire cellen, die soms door knopvorming nieuwe cellen vormen. Je ziet
de knopvorming groter worden, uiteindelijk splitst het in twee en heb je twee
dochtercellen.
Rechts: schimmels. Dochtercellen blijven aan elkaar hangen en vormen lange draden.
Dit zie je ook als je ze kweekt in het labo: gisten geven mooie kolonietjes, lijkend op
bacteriële kolonies. Het zijn witte, gladde kolonies. Terwijl de schimmels er uit zien zoals
op het eten, met de grote lange draden.
5) Gisten vs Myceliale schimmels
Gisten komen ook vrij vlot voor in de natuur, we gebruiken deze ook. Hier zie je een paar
voorbeelden van toepassingen. Gisten op de mens & medisch relevante gisten: candida
albicans is een witte gist, maar ook andere candida. Malassezia is een gist die vooral
groeit op vetrijke gebieden, zoals vette huidplooien bijvoorbeeld. Er zijn ook gisten die bij
mensen die geen immuundefficiëntie hebben, pathologie kunnen veroorzaken. Dit
worden pathogene gisten genoemd; bv cryptococcus neoformans: dit is een gist die we
terug gaan vinden bij gevogelte.
Schimmels maken mycelia. Komen in de natuur voor. Penicillium roqueforti is een
schimmel die we gebruiken in de voeding. In de natuur & medisch belangrijk zijn vooral
asperfillus stammen. Aspergillus is een schimmel die heel frequent voorkomt, waarvan je
probleemloos de sporen kunt inademen (indien je een goede immuniteit hebt), maar die
bij mensen met verminderde immuniteit problemen geven. We kunnen ook
schimmelprobleempjes hebben: zoals bv de runnersvoet - door vochtige voeten kunnen
er dermatofyten gaan groeien in de nagels, deze schimmels leven op keratine. Dit is een
oppervlakkig infectie dus de schimmel gaat het lichaam niet binnendringen, maar de
schimmel kan wel oppervlakkig blijven groeien en lokaal problemen geven.
In de vagina zitten nooit gisten, maar schimmels.
6) Dimorfe fungi
Als je kijkt naar morfologie, dan kan deze complexer worden. Enerzijds omdat soms
gisten aan elkaar blijven hangen (foto rechtsonder). De cellen gaan soms niet van elkaar
loskomen en vormen soms langgerekte cellen en lijken dus op schimmeldraden; men
noemt dit psoedohyfen. Dat kan verwarrend zijn bij diagnostiek.
Er zijn ook dimorfe fungi die zowel een ééncellig stadium kunnen hebben, als een
stadium met mycelia. Type voorbeeld: coccidioidomycose en histoplasmose. Dit zijn
schimmels die we in onze streken minder zien, wel meer in Amerika. Dit zijn schimmels
die een intracellulair giststadium hebben en extracellulair als een schimmel in de
omgeving kunnen overleven.
Belangrijk: want niet alleen de pathologie is anders, maar ook het feit van ze te
waarnemen bij een patiënt een verschillende boodschap geeft. Ook de medicatie de
gebruikt worden kunnen verschillen.
7) Voorbeelden van wat letsels met die pathogene, dimorfe gisten.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller charlottebraet. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.