Zorg voor mensen met functiebeperkingen
February 4, 2020
HC 1: GESCHIEDENIS, CONCEPTEN, MODELLEN
ZMFB: waar hebben we het over?
1:10 mensen heeft een functiebeperking
Het zorgdeel komt uit de colleges voort en niet uit het boek, want het boek is Amerikaans.
“Er is niets zo praktisch als een goede theorie” Kurt Lewin
What’s in a name
Mensen met een beperking zijn er altijd geweest. Maar het begint met een hele negatieve connotatie.
In de Oudheid werd de term monster gebruikt, dit woord komt van monere wat waarschuwen
betekent. In de middeleeuwen was het idioot en dit was het begin van het aantonen dat mensen niet
kunnen leren. In de middeleeuwen werd je wat je vader was en als je dat niet kon, viel je uit.
In de verlichting begon het idee dat je ook iets anders kon worden dan wat je vader deed. En daar
kwam de term zwakzinnig (= zwakte van de verstandszin). In de term zwakzinnig was er nog een
gradatie van idioot, imbeciel en debiel. Als je imbeciel was kon je alleen praktische zaken. In medisch
omgeving ging men oligofrenie gebruiken (oligo=weinig, frena = hersenen) en dat betekende weinig
denk/hersenvermogen.
Maatschappelijke context
We weten dat er meer en meer mensen gaan uitvallen. De eisen van de omgeving worden steeds
hoger en sneller en er wordt meer beroep gedaan op sterke cognitieve vaardigheden en op snel
kunnen schakelen. Een deel van de mensen die een licht verstandelijke beperking hebben is
maatschappelijk en een deel kan je een ziekte noemen die je niet echt kan vaststellen. Als de
maatschappij te veel vraagt kunnen deze mensen zichzelf niet redden.
Wat is een handicap? (WHO)
WHO maakt definities die over de hele wereld hetzelfde zouden moeten zijn.
Je ervaart een handicap, een handicap is een maatschappelijk/sociaal
probleem. Het is niet zo dat elke ziekte tot dezelfde handicap zorgt, ligt er
echt aan wat de maatschappij ervoor kan doen.
Je kunt een handicap hebben waar niet duidelijk is wat de ziekte is, soms
wordt de oorzaak niet gevonden. Wel vaak vermoedens van…
Een stoornis kan een cluster van beschrijvingen zijn, zonder dat men weet
wat daar onder ligt.
Anders geformuleerd ICF
Gaat meer over het functioneringsniveau.
Een stoornis ligt op het niveau van menselijke organisme. Je spreekt van een beperking als het op
niveau van menselijke activiteiten is. En je spreekt van een handicap als het op niveau van menselijke
participatie is. De mate dat je hiervan last hebt is sterk afhankelijk van de omgeving.
Stoornissen in de ontwikkeling
- Delayed (vertraagd): zelfde stappen als normale ontwikkeling, maar in een trager tempo
- Divergent (afwijkend, specifiek): andere bouwstenen. VB: als je een visuele beperking hebt,
dan kan je niet de wereld verkennen via je ogen, maar dan ga je dat doen via de tast. Het
brein gaat zich ook daadwerkelijk anders ontwikkelen.
- Dissociated (ongelijkmatig; disharmonisch): verschillende domeinen in een ander tempo. Het
ene domein gaat wel en het andere domein gaat niet. Je moet de sterke gebruiken om het
zwakke te compenseren.
Vertraagde ontwikkeling vs. Verstandelijke beperking
Je ziet op het plaatje rechts dat de vertraagde ontwikkeling (gele lijn) eerst gelijk
loopt met de verstandelijke beperking (groene lijn), maar dat deze rond het
tweede jaar omhoog gaat richting de normale ontwikkeling en zo later ook op
1
, Zorg voor mensen met functiebeperkingen
February 4, 2020
hetzelfde niveau komt als de normale ontwikkeling maar later. De verstandelijke beperking blijft altijd
lager dan de normale ontwikkeling.
Progressieve ontwikkelingsstoornis afwijkende ontwikkeling
Er zijn ook kinderen die zich aanvankelijk normaal ontwikkelen en dan achteruit
gaan. Rond het tweede jaar moet de lateralisatie komen en dat is een hele
belangrijke fase in het brein. En in die fase zijn behoorlijk wat beelden die mis gaan.
Disharmonische ontwikkeling
Disharmonische ontwikkeling dan breng je verschillende domeinen in kaart, de fysieke ontwikkeling,
schijnbare ontwikkeling, cognitieve ontwikkeling en de emotionele ontwikkeling. Als een ontwikkeling
disharmonisch is dan zijn deze verschillende domeinen niet synchroon ontwikkelt.
Fysieke ontwikkeling: de chronologische leeftijd
De geschiedenis van verstandelijke beperking
- Tredgold, 1908: ‘Mental Deficiency’ is een staat van mentaal defect vanaf de geboorte of een
vroege leeftijd, als gevolg van incomplete cerebrale ontwikkeling, als gevolg waarvan de
persoon die er aan lijdt niet is staat is zijn taken als lid van de gemeenschap in de rol
waarvoor hij is geboren te vervullen.
- Tredgold, 1937: ‘Mental Deficiency’ is een staat van een zodanig onvolledige mentale
ontwikkeling in zo’n ernstige mate dat het individu niet in staat is zichzelf op een dusdanige
manier aan te passen aan de normale omgeving dat hij zonder supervisie, controle of hulp
van buiten zelfstandig kan functioneren. Vanaf dit moment kwamen er instellingen voor dit
soort mensen en in Nederland kwamen er scholen.
- Doll, 1941: “‘Mental Deficiency’ is een staat van sociale incompetentie vanaf de rijping, als
het gevolg van een ontwikkelingsstop met een organische oorzaak (erfelijk of verworven); de
stoornis is niet te genezen door behandeling en niet te remediëren door training.” Was de
eerste die zei dat het niet alleen om het cognitieve ging. Hij ging uit van de rijping van het
brein. Eerste die beschreef dat het in sommige families veel voorkwam. Je moet gaan
trainen en helpen en pas op later tijdstip kijken of het blijvend is.
Mentale retardatie
Falen om de passende rol te vervullen, de onvolledige ontwikkeling is meestal te genezen. Als het
biologisch is, is het niet te genezen en ontrainbaar. Maar dit onderscheid maken we niet meer
tegenwoordig.
De geschiedenis van de classificatie
- 1877: twee niveaus afhankelijk van taalontwikkeling en spraak: imbeciel en idioot
- 1910: drie niveaus gebaseerd op scores: debielen, imbecielen en idioten (Stanford-Binet)
- Sinds 1959: vier ernstniveaus: licht, matig, ernstig en diep (AAMR)
Stanford-Binet IQ
Ontwikkelingsleeftijd/chronologische leeftijd x 100%
Een IQ van 50 betekent dat je ontwikkeling half zo snel gaat als een ‘gemiddeld’ persoon. Betekent
een matig verstandelijke beperking.
Definitie I
- Heber, 1961: MR refereert naar een laaggemiddeld intellectueel functioneren, met een
aanvang in de ontwikkeling, en wordt geassocieerd met een tekort aan adaptief gedrag (IQ
cut-off 1SD, IQ en adaptieve test, vanaf de geboorte tot 16 jaar). Alles onder de 85 is
verstandelijke beperking.
- Grossman (1973): MR refereert naar een laaggemiddeld intellectueel functioneren dat
tegelijk voorkomt met tekorten in het adaptieve gedrag en tot uitdrukking komt gedurende
de periode van ontwikkeling (cut-off 2SD, tot aan 18 jaar). Alles onder de 70 is verstandelijke
beperking. Het moet allebei aanwezig zijn in de periode van ontwikkeling.
2
, Zorg voor mensen met functiebeperkingen
February 4, 2020
Consequentie
De verandering in de definitie maakt dat bij Heber 16% van de populatie mentale retardatie heeft en
bij Grossman is het 3% van de populatie.
Definitie II
- Grossman (1983): MR verwijst naar een significant beneden gemiddeld intellectueel
functioneren met als gevolg of geassocieerd met tekortkomingen in het adaptieve
functioneren en het komt tot uitdrukking in de ontwikkelingsperiode.
- AAMR (1992): MR verwijst naar significante beperkingen in het huidige functioneren. Het
wordt gekarakteriseerd door significant beneden gemiddeld intellectueel functioneren dat
samen gaat met gerelateerde beperkingen in twee of meer van de volgende gebieden van
adaptieve vaardigheden: communicatie, zelfverzorging, thuis wonen, sociale vaardigheden,
deelname aan de gemeenschap, zelf-sturing, gezondheid en veiligheid, functionele schoolse
vaardigheden, vrije tijd en werk (het komt tot uitdrukking voor het 18e jaar).
Definitie 2002
Mentale retardatie/verstandelijke beperking is een handicap die wordt gekenmerkt door significante
beperkingen zowel in het intellectueel functioneren als in het adaptieve gedrag zoals tot uitdrukking
komt in conceptuele, sociale en praktische adaptieve vaardigheden. De oorsprong van de problemen
ligt voor het 18e jaar.
Aannamen 2002 definitie
1. Beperkingen in het huidige functioneren moeten afgewogen worden binnen de context van
de omgeving typisch voor de leeftijd- en cultuurgenoten van het individu.
2. Een valide assessment neemt zowel culturele en taalverschillen als verschillen in
communicatie, zintuiglijke, motorische en gedragsfactoren mee in de afweging.
3. Beperkingen gaan vaak samen met sterke kanten bij een persoon
4. Een belangrijk doel van het beschrijven van beperkingen is om een profiel van
ondersteuningsbehoefte te maken
5. Met passende op het individu gerichte ondersteuning over een langere tijd zal het
functioneren van de persoon met een verstandelijke beperking over het algemeen
verbeteren
Paradigma’s
Paradigma is een zienswijze. Het is een samenhangend stelsel van theorieën en modellen die het
denkkader vormen waarmee de ‘werkelijkheid’ wordt geanalyseerd.
- defectmodel
- medisch model
- ontwikkelingsmodel
- normalisatiemodel
- participatiemodel/burgerschapsmodel
Het huidige model
1. Verstandelijke mogelijkheden
2. Adaptief gedrag
3. Gezondheid; etiologie
4. Participatie, interactie & sociale rollen
5. Context
De ondersteuning moet een lens voorstellen.
Gezondheid: speelt een belangrijke rol bij het individueel functioneren.
De ondersteuning is wat er geboden moet worden om iemand zo goed
mogelijk te laten functioneren. Wat is de mate van functioneren na
ondersteuning? Er moet te vroeg een diagnose gesteld worden om er geld
voor te krijgen en daardoor wordt er soms te vroeg een sticker geplakt waar dat niet perse nodig is.
3
, Zorg voor mensen met functiebeperkingen
February 4, 2020
Dimensie I: Intellectueel functioneren
Intelligentie is het algemene mentale vermogen. Het omvat: redeneren, plannen, probleem oplossen,
abstract denken, het begrijpen van complexe ideeën, snel leren en leren van ervaringen. De
beperkingen moeten worden bezien in het licht van de vier andere dimensies. Intelligentie wordt het
best gerepresenteerd door IQ-scores (hoewel zeker niet perfect). Het is de manier waar we aan
gewend zijn. Het gaat om twee standaarddeviaties met een gemiddelde van 100 en een sd van 15. Dit
dwingt dat alle intelligentietesten met deze werken.
Het vaststellen van intelligentie
Het moet om een breed begrip gaan en niet alleen om taal bijvoorbeeld. Gardner heeft een breed
concept en dit wordt vaak gebruikt.
- Gardner (1998): meerdere vormen van intelligentie (naturalistisch, linguïstisch, logisch,
wiskundig, ruimtelijk, muzikaal, lichaam, bewegingen, interpersoonlijk, intra-persoonlijk).
Hier hebben we niet allemaal instrumenten voor.
Greenspan wordt het meeste gebruikt.
- Greenspan (1981): driedimensionaal model (conceptueel, praktisch, sociaal)
o Conceptueel: ‘g’
o Praktisch: het uitvoeren van alledaagse taken
o Sociaal: morele ontwikkeling, empathie, sociale vaardigheden, beïnvloedbaarheid
(in de maling worden genomen, gemanipuleerd worden), goedgelovigheid
(overdreven, duidelijk onware beweringen geloven)
Dimensie II: Adaptief gedrag
Het is belangrijk om ze allebei (intellectueel functioneren en adaptief gedrag) in kaart te brengen,
conceptueel is het verschil niet heel groot.
Adaptief gedrag is de verzameling van conceptuele, sociale en praktische vaardigheden die moeten
worden geleerd door mensen, om zich in het alledaagse leven te kunnen redden.
Significante beperkingen wil zeggen dat het twee standaarddeviaties beneden het gemiddelde op een
gemiddelde score of op één van de drie domeinen is.
De beperkingen moeten worden gezien in het licht van de andere vier dimensies.
Dimensies van adaptief gedrag
- Conceptueel: taal, leen en schrijven, geldbegrip, zelfsturing
- Sociaal: interpersoonlijk, verantwoordelijkheid, zelfwaardering, beïnvloedbaarheid, naïviteit,
regels opvolgen, aan wetten gehoorzamen, vermijden van slachtoffering
- Praktisch: dagelijkse vaardigheden
- Vaardigheden m.b.t. werk
- Handhaaft een veilige omgeving: zorgen voor gezondheid, roken, drinken
Je ziet hier heel duidelijk een norm in.
Dimensie III: Participatie, interacties en sociale rollen
Positieve omgevingen bevorderen de groei, ontwikkeling en welzijn.
Participatie en interactie worden het best vastgesteld door de deelname aan activiteiten te
observeren. Participatie refereert naar de betrokkenheid bij en de uitvoering van taken in het
dagelijks leven. Het geeft de mate van betrokkenheid en de reactie van de omgeving weer. De sociale
rol verwijst naar een groep van meerdere activiteiten passend bij de leeftijdsgroep. Dat zie je ook heel
erg terug bij arbeid, door werk te hebben vervul je een bepaalde sociale rol. Dit kunnen sommige
jongeren met een VB dus niet. Een gebrek aan participatie en interacties kan het resultaat zijn van een
beperkt aanbod of bereikbaarheid. Een gebrek aan participatie en interacties beperkt vaak het
vervullen van de gewenste sociale rollen.
Dimensie IV: Gezondheid en etiologische factoren
Gezondheid heeft een hele groot impact op wat je wel of niet kan.
Er is fysieke en geestelijke gezondheid en sociaal welbevinden. Dit kan een zeer grote impact op het
functioneren hebben
De etiologie moet in kaart worden gebracht middels een multifactoriële aanpak: biomedisch, sociaal,
gedrags- en opvoedingsfactoren
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sg1997. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.34. You're not tied to anything after your purchase.