ALTERNATIEVE CONFLICTOPLOSSING
Examen focust op wat in de les wordt verteld.
Psychologisch deel: meerkeuzevragen
Juridische deel: casussen + open vragen
THEMA 1: WAT IS ACO?
TERMINOLOGIE
Alternatieve Conflict Oplossing
1) Alternatieve
2) Conflict
3) Oplossing
=> ADR
ALTERNATIEVE
Alternatief = ingevuld als anders dan klassiek
Buiten de rechtbank? (wegens minder tijdrovend, kostelijk, …): anders dan het gaan naar de
rechtbank waar procedures tijdrovend zijn en om die reden ook heel kostelijk. De procedures
op zich zijn niet duur, maar heel vaak een advocaat nodig die duur is.
o Focus op plaats waar een geschil wordt opgelost
o ‘out-of-court’ dispute resolution: een niet-rechterlijke derde/neutrale derde aanstellen die
helpt om een geschil op te lossen.
o bv. bemiddeling, arbitrage, bindende derdenbeslissing, collaboratief onderhandelen
arbitrage = taak van de rechter op nemen maar buiten de rechtbank. Arbiters mogen
geen rechters zijn, het zijn mensen die een private praktijk hebben (advocaten,
mensen met bepaalde expertise).
Bindende derdenbeslissing = derde neutrale persoon op vraag van de partijen en
contractueel een uitspraak zal doen over een juridisch of feitelijk geschil
Collaboratief onderhandelen = partijen vragen aan derden (niet-neutraal) om hen bij
te staan om volgens een bepaalde methode te onderhandelen
o ≠ bv. minnelijke schikking = bemiddelingspoging die wordt gedaan door de rechter
OF: Anders dan door adversarieel strijdmodel? (wegens relatieduurzaamheid)
o Methode waarmee een geschil wordt opgelost: bij de rechtbank is methode sterk gericht
op gelijk halen, het is een heel vechtelijke methode waarbij standpunten van partijen
tegen elkaar gesteld worden.
o bv. bemiddeling, collaboratief onderhandelen, minnelijke schikking, verzoening
bemiddeling = niet focussen op de standpunten van partijen, maar partijen moeten
elkaars behoeften leren begrijpen.
Collaboratief onderhandelen = methode is zeer gelijkaardig aan bemiddeling –
partijen gaan op zoek met hulp van advocaten naar gelijkaardige belangen.
1
, Minnelijke schikking = methode die door de rechter wordt toegepast – rechters
worden aangemoedigd om meer te zoeken naar belangen dan louter op basis van
juridische standpunten te gaan oordelen.
o ≠ bv. arbitrage, bindende derdenbeslissing
Arbitrage = doen hetzelfde dan wat we voor de rechtbank doen
Betekent voor ons ‘Appropriate’: GEPASTE geschiloplossing
Appropriate versus Alternative Dispute Resolution: appropriate focust op wie de partijen zijn,
waarover gaat het conflict, wat is de context waarin een conflict moet worden opgelost,… focus
verleggen van wat de oplossing is naar voor wie en waarvoor een oplossing moet worden
gezocht.
Aandacht voor noden van partijen, conflict en context = maatwerk
o = Vertrekpunt vak ACO (minus klassieke gerechtelijke procedure)
o ≈ Verwachting tav actoren van justitie
CONFLICT
Cruciaal concept: goed begrip leidt tot ‘appropriate’ oplossing
AConflictO versus ADisputeR: belang terminologie?
Conflict versus geschil
o Geschil = gejuridiseerd conflict
o Conflict = ruimer
Niet alleen gejuridiseerde conflict MAAR ook een subjectieve component die te
maken heeft met het relationele aspect dat tussen partijen bestaat en een rol speelt
bij het ontstaan van het conflict.
Geen typisch juridisch concept. Daarom: psychologie!
Tussenpartijdig versus bovenpartijdig? Onderscheid conflict en geschil van belang
o De louter juridische geschillen (= louter oplossen juridische geschil) = doorgaans kiezen
voor bovenpartijdige conflictoplossing
o Tussenpartijdige conflictoplossing = methodes erop geënt het conflict op te lossen
Bestaand conflict
Conflictoplossing en dus niet conflictpreventie (bv. Dispute Boards)
OPLOSSING
Brede term (cfr ADResolution): oplossen is ruimer
meer dan enkel ‘beslechten’ (door derde): meer dan louter een oplossing opleggen
o = focus procesrecht
meer dan ‘onderhandelen en bemiddelen’ (door partijen)
o = focus (en titel) vroeger vak
2
,INDELING
Participatieve of tussenpartijdige conflictoplossing
Ook wel ‘niet-bindende’ of ‘consensuele’ ACO
Adversariële of bovenpartijdige conflictbeslechting
Ook wel ‘bindende’ of ‘adjudicerende’ ACO
Zuivere tweedeling?
PARTICIPATIEVE OF TUSSENPARTIJDIGE CONFLICTOPLOSSING
Participatief heeft aan dat er iets gebeurt tussen de partijen zelf. De partijen lossen het zelf op, ze
participeren in de methode om tot een oplossing te komen
Niet-bindende = wat de methode ook mag zijn, de partijen zijn er niet door gebonden. Ze behouden
autonomie en kunnen enkel worden gebonden met iets waarmee ze hebben ingestemd.
Beslissingsautonomie = partijen
Oplossing van het geschil blijft bij de partijen (waar het is ontstaan). De rol van de derde(n) is
gefocust op het beheren van het proces: doorgaans hebben derden daarin een opleiding
genoten.
Objectief (= doelstelling): win-win = niet de bedoeling dat partijen elkaar de loef proberen af te
steken. Ze willen tot een duurzame oplossing komen waarbij beide partijen het gevoel hebben dat ze
iets hebben gewonnen.
Het gehele conflict oplossen staat centraal: derde die partijen helpt, zal niet alleen moeten slagen in
de objectieve component van het geschil, maar zal vooral focussen op de subjectieve component (bv.
waarom is er een conflict).
Methode gericht op samenwerking/communicatie/(belangengericht) onderhandelen
Belang van psychologische deskundigheid (multi-disciplinariteit)!
Succes hangt af van partijen: als partijen niet willen meewerken heeft het geen zin om een
dergelijke methode verder te zetten.
Impact op toegang tot de rechter/arbiter? Het sluit de toegang tot de rechter niet af, vaak de laatste
stap voor partijen naar de rechter gaan
In principe: tijdelijk tenzij oplossing
o Tijdelijk: stel dat bemiddeling (etc) niet lukt dan kunnen ze nog altijd een andere methode
kiezen.
muv voorlopige en bewarende maatregelen: parallel naar de rechter gaan mogelijk
, ADVERSARIËLE OF BOVENPARTIJDIGE CONFLICTBESLECHTING
Bindende = derde die tussen komt legt een oplossing op
Adjudicerende = gaat recht spreken
Beslissingautonomie = derde
Objectief doorgaans: win-loose maw ‘gelijk halen’: men wil winnen, overtuigen van het feit dat men
zelf gelijk heeft en dat de andere verkeerd is. De rechter moet aan hen geven wat ze willen en dit niet
toestaan aan de andere.
Niet bevorderlijk voor verhouding tussen partijen en de duurzaamheid
Het ‘gejuridiseerd conflict’ (‘geschil’) beslechten staat centraal
Methode gericht op verdedigen van standpunten en winnen van argumenten
Belang van (meestal juridische) deskundigheid: arbiters zullen deskundig moeten zijn in het
recht dat van toepassing is. Ze moeten niet per se een juridische deskundigheid hebben
Succes hangt af van (meestal juridisch) gelijk
Impact op toegang tot de rechter
In principe: definitief ontzegd, behoudens marginale toetsing
o Aan de arbiter/bindende derdenbeslissing de rechtsmacht om het geschil definitief op te
lossen.
Muv voorlopige en bewarende maatregelen
Belang van naleven van de principes behoorlijke rechtsbedeling: bv. beginselen van
onpartijdigheid en onafhankelijkheid,…
o Niet-naleven:
beslissing kan worden vernietigd bij arbitrage
bij bindende derdenbeslissing marginale toetsing
Voorbeelden: arbitrage, bindende derdenbeslissing
ZUIVERE TWEEDELING? NEEN
Hybride mechanismen = beide types van procedures worden samengevoegd om het beste van de
beide methodes samen te voegen.
Bv. minitrial (Zie Cepani): soort van arbmed (in de methode die wordt gebruikt) –
overeenkomen om geschil in eerste instantie voor te leggen aan een tribunaal van bindende
derdenbeslissers waarbij partijen hun standpunten uiteenzetten en verdedigen. Het tribunaal
kan een voorstel doen aan de partijen of kan geen uitspraak doen. Dan wordt mogelijkheid
gegeven aan partijen om te gaan bemiddelen.
o Laat toe om te kunnen inschatten wat de marge is die de andere partij heeft en die ze zelf
hebben.
Bv. arbmed, medarb (zie les 27/11)
Overzicht: bovenpartijdige ACO
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rechtszekerheidsbeginsel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.48. You're not tied to anything after your purchase.