Een kracht (F) wordt uitgeoefend door een voorwerp op een ander voorwerp.
Veerunster = een krachtmeter met een veer.
Tekenen van krachten:
- De lengte van de pijl geeft de grootte van de kracht aan. (Hoe langer de pijl, hoe
groter de kracht.)
- Krachtenschaal = schaal van hoeveel newton je weergeeft met 1 cm.
- De pijl geeft de richting van de kracht aan.
- De pijl geeft de plaats aan waar de kracht op het voorwerp werkt
o Aangrijpingspunt = de plaats waar de kracht op het voorwerp werkt.
▪ De pijl begint in het aangrijpingspunt.
Vector = een grootheid die een grootte en richting heeft.
- Bij kracht geef je dit weer in F met een pijltje erboven.
Hieronder staat een voorbeeld van een werklijn: (De werklijn is de stippellijn)
Om het gevolg van een kracht te beredeneren, mag je in een tekening een kracht
verschuiven.
- Dit mag alleen als de beweging van het voorwerp rechtlijnig is.
- De grootte en richting van de kracht moet je gelijk houden.
- Hieronder staat een voorbeeld van een kracht verschuiven: Hierbij mag b wel,
maar c niet.
o Bij b verschuif je een kracht langs zijn werklijn en dan verandert het gevolg
van de kracht niet.
o Bij c verschuif je een kracht evenwijdig aan zijn werklijn en dan kan het
gevolg wel veranderen.
Zwaartekracht (Fzw) = de kracht die de aarde uitoefent op ieder voorwerp dat zich op
aarde of in de buurt van de aarde bevindt.
- Is recht evenredig met de massa van het voorwerp.
- Valversnelling / gravitatieversnelling (g) = de evenredigheidsconstante.
- Is naar het middelpunt van de aarde gericht.
- Zwaartepunt (Z) = het aangrijpingspunt van de zwaartekracht op het voorwerp.
1
, H3 - Krachten Natuurkunde
- Op ieder deeltje van een voorwerp werkt de zwaartekracht, de zwaartekracht op
het hele voorwerp is de som van al die krachten.
Normaalkracht (Fn) = de kracht die een ondersteunend vlak (is meestal de ondergrond)
uitoefent op een voorwerp.
- De richting hiervan is altijd loodrecht op het ondersteunend vlak.
- Het aangrijpingspunt is de plaats waar het ondersteunend vlak het voorwerp
raakt.
o Als het geen punt, maar vlak is, teken je het aangrijpingspunt in het
midden van het contactoppervlak.
- Als een voorwerp op een horizontaal vlak ligt, is de normaalkracht gelijk aan de
zwaartekracht.
Spankracht (Fspan) = de kracht die bijvoorbeeld een gespannen touw uitoefent op het
voorwerp waar het aan vastzit.
- Het aangrijpingspunt is het punt waar bijvoorbeeld het gespannen touw vastzit
aan het voorwerp.
- Grootte: afhankelijk van hoe hard er aan een touw wordt getrokken. Hoe harder
eraan wordt getrokken, hoe strakker het touw is gespannen, hoe groter de
spankracht.
Veerkracht (Fveer) = de kracht die een veer uitoefent als hij wordt vervormd.
- Hoe meer je een veer indrukt, hoe groter de veerkracht is.
- Is recht evenredig met de uitrekking.
o Uitrekking (u) = de afstand waarover een veer vervormd.
- Veerconstante = de evenredigheidsconstante.
o Afhankelijk van het type veer.
▪ Bij een stugge veer moet je een grotere kracht uitoefenen en heeft
dus een grotere veerconstante.
▪ Bij een slappe veer moet je minder kracht uitoefenen en heeft dus
een kleinere veerconstante.
- De richting is tegengesteld aan de richting van de vervorming
→ Als de veer uitrekt, werkt op elk uiteinde een veerkracht richting het
midden van de veer.
→ Als de veer indrukt, is de veerkracht naar buiten gericht.
- Het aangrijpingspunt is de plaats waar de veer en het voorwerp elkaar raken.
- Is soms gelijk aan de normaalkracht.
Schuifwrijvingskracht (Fw,schuif) = de tegenwerkende kracht (tegenwerkend op de
beweging (van het voorwerp)) als voorwerpen met hun contactoppervlakken langs
elkaar bewegen.
- De richting is altijd tegengesteld aan de bewegingsrichting van het voorwerp.
- Het aangrijpingspunt is de plaats waar de twee voorwerpen elkaar raken, of het
midden van het contactoppervlak.
- Er is een maximale schuifwrijvingskracht
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottebenko. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.