Inhoudsopgave
H1 Over de rechtspsychologie........................................................................................2
H2 Klassieke experimenten in de rechtspsychologie......................................................3
H3 Rechtspsychologie en strafrecht: een gelukkig huwelijk?..........................................8
H32 Schuld toedelen..................................................................................................... 10
H33 Straffende rechters en psychologische denkeigenaardigheden.............................13
H12 Het geheugen van getuigen..................................................................................17
H13 Hervonden herinneringen......................................................................................21
H20 Fundamenten van herkennen................................................................................23
H21 Herkenningsprocedures......................................................................................... 28
H22 De rol van compo’s in het opsporingsonderzoek...................................................34
H11 Echte en valse aangiftes van verkrachting............................................................36
H15 Slachtofferverklaringen in juridische procedures...................................................39
H4 De waarde van het bewijs.......................................................................................44
H7 De rechtspsycholoog als deskundige.......................................................................48
H28 Het verhoor van de verdachten 2.0.......................................................................52
H30 Kwetsbare verdachten........................................................................................... 58
H31 Valse bekentenis................................................................................................... 60
H5 over tunnelvisie....................................................................................................... 63
H6 Heuristieken............................................................................................................ 65
H19 Het interculturele verhoor.....................................................................................67
H35 Rechterlijke dwalingen.......................................................................................... 71
H8 Psychologische invloeden op forensisch-technisch onderzoek................................73
H10 Alibi’s..................................................................................................................... 75
H14 Het geheugen van kwetsbare getuigen.................................................................77
H17 Het verhoren van een kind....................................................................................79
H23: Universele problemen met leugendetectie...........................................................82
H24: Leugendetectie met polygraaf..............................................................................82
H25: Leugendetectie door te letten op non-verbaal gedrag..........................................84
H26: verbale leugendetectie......................................................................................... 86
H27: Het verband tussen consistentie en deceptie.......................................................88
1
,H1 Over de rechtspsychologie
De rechtspsychologie houdt zich bezig met hoe mensen zich
daadwerkelijk gedragen; hoe beslissingen worden genomen en welke rol
de normatieve rechtsregels daarin spelen.
De geschiedenis
Grondlegger van de rechtspsychologie is William Stern. Stern kwam met
de wirklichkeitsversuche (mock-crimes): het ging dan om ruzies die
door onderzoekers in de collegezaal werden geënsceneerd en waarbij
naïeve studenten als getuigen fungeerden. Stern trad ook op als (eerste
psycholoog) getuigendeskundige voor Duitse rechtbanken.
In de VS was het Hugo Munsterberg, die zich probeerde op te werpen als
pionier van wat men daar uiteindelijk psychology and law gingen noemen.
De rechtspsychologie in Nederland begon toen Jan simon een
wirklichkeitsversuch uitvoerde in zijn collegezaal.
Schiedammerparkmoord In de analyse van Van Koppen dat het zeer
onwaarschijnlijk was dat de in die zaak tot (op dat moment) in hoger
beroep veroordeelde Kees Borsboom de schuldige dader was. De latere
ontwikkelingen in die zaak bevestigde de juistheid van die analyse.
OM, politie en rechters zaten in een zogeheten tunnelvisie bij deze zaak.
Deelgebieden van deskundigheid in strafzaken
Rechtspsychologen doen niet alleen wetenschappelijk onderzoek, zij
leveren in toenemende mate bijdrage aan de rechtspraktijk als
deskundigen in concrete straf- en civiel zaken. Sinds 2017 staat het
Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen (NRGD) open voor
rechtspsychologen. In dat register wordt het vakgebied opgedeeld in drie
deelgebieden;
1. Validiteit van verklaringen; het gaat hierbij over de mate
waarin steeds hetzelfde resultaat wordt verkregen (de interne
consistentie).
2. Leugendetectie; betreft evaluaties van verbale en non-verbale
leugendetectietechnieken, en ook testen waarmee het simuleren
van stoornissen kan worden gedetecteerd.
3. Bewijs en bewijsvergaring brede analyse betreft bijvoorbeeld
het toepassen van psychologische inzichten over biases (structurele
denkfouten) tijdens het opsporingsonderzoek. Kleine analyse betreft
bijvoorbeeld een evaluatie van een uitgevoerde
herkenningsprocedure.
Recente ontwikkelingen
2
,Rechtspsychologen worden in sommige gevallen eerder als hinder dan als
hulp ervaren. Dit zijn de drie redenen waarom;
- Ten eerste heeft de toon van de rechtspsychologen in
sommige publicaties en met name in de media niet bepaald
bijgedragen aan een constructieve discussie tussen juristen
en rechtspsychologen. Rechtspsychologen zouden er beter aan
doen om hun toon wat te matigen en hun kritiek op een
constructieve manier te presteren.
- Ten tweede lijken juristen niet altijd even goed te begrijpen
hoe rechtspsychologen hun analyse uitvoeren. Zij kunnen zich
wel degelijk bedienen van andere middelen dan de rechter, namelijk
van een uitgebreide kennis van wetenschappelijk onderzoek naar
rechtspsychologische onderwerpen.
- Ten derde wijst het citaat van Reijntjes op de broze balans
die deskundigen moeten bewaren tussen het uitvoeren van
een goed onderbouwde rechtspsychologische analyse en het
risico om op de stoel van de rechter te gaan zitten. De
grenzen van de deskundigheid van de rechtspsycholoog zijn echter
niet altijd zo eenvoudig te bepalen als de grenzen van menig ander
deskundigheidsgebied.
Drie aanbevelingen;
1) Een kritische ondervraging van deskundigen ter zitting kan
veel misverstanden uit de wereld helpen. Deskundigen worden
niet vaak gevraagd op zitting om zijn/haar rapport toe te lichten. De
kritische bevraging kan de rechter ook helpen bij het afbakenen van
de taak van de deskundige ten opzichte van zijn eigen taak.
2) Rechtspsychologen dienen hun analyse zo transparant
mogelijk te houden, zodat de rechter kan zien waarop zij hun
conclusies baseren. Dit stelt de rechter beter in staat om bepaalde
uitspraken in zijn/haar rapport op waarde te schatten.
3) Juristen en rechtspsychologen zich vaker zouden moeten
verplaatsen in de positie van een ander.
H2 Klassieke experimenten in de rechtspsychologie
De rechtspsychologie is een empirische wetenschap. Het is een
toegepaste vorm van de psychologie: toegepast op gedrag en
functioneren van alle rechtssubjecten en op professionals die werkzaam
zijn in de strafrechtketen.
In een zuiver experimenteel onderwerp (design) is er sprake van een
voormeting en een nameting, er worden meer dan één experimentele
groepen met elkaar vergeleken of één experimentele groep met een
controlegroep. Er zijn geen verschillen in de samenstelling van de
3
, experimentele groep of controlegroep. Als de mensen niet random aan die
groepen worden toegewezen, dan is het geen zuiver experiment.
Externe validiteit naarmate een experiment door veel meer mensen
wordt gedaan, waarbij verschillende varianten en omstandigheden worden
gehanteerd en verschillende soorten proefpersonen meewerken, zou de
externe validiteit toenemen.
Quasi-experiment het exacte onderwerp en de aard en hoeveelheid
van de groepen in een experiment hangt in de praktijk sterk af van de
vraagstelling, de situatie en de mogelijke procedures van
gegevensverzameling.
Negen verschillende experimenten;
1. Het experiment van Loftus met botsende auto’s;
45 studenten keken naar 5-30 seconde naar een filmpje van twee
botsende auto’s. aan de ene groep werd gevraagd ‘about how fast were
the cars going when they contacted each other?’ andere personen
kregen dezelfde vraag, maar het woord contacted was vervangen door
‘smashed’. Daarna werd aan hen gevraagd om de snelheid van de auto’s
in te schatten. 31,8 mijl/h bij contacted en 40,8 mijl/h bij smashed.
Conclusie: de vorm van een vraag kan het antwoord van getuigen
beïnvloeden.
Een week later kregen de studenten een vragenlijst met ‘did you see any
broken glass’. Studenten met smashed antwoorde ja terwijl het niet op het
filmpje te zien was.
Het onderzoek laat ook zien dat een suggestieve vraag de originele
herinnering kan vervormen en misinformatie geïntegreerd wordt in het
authentieke geheugenspoor.
Vervolgonderzoek een paar jaar later liet zien dat met de juiste
manipulatie en misinformatie (aan de hand van een foto) het ook lukt om
iemand een herinnering aan te praten en dat het ook lukt om mensen zich
(valselijk) te laten herinneren dat zij in het winkelcentrum de weg kwijt
waren en een vriendelijke man hen terug bracht.
Door het kijken naar deepfake video’s kunnen valse herinneringen
ontstaan.
2. Veranderingsblindheid: de deurstudie
Een jongen stapte met een plattegrond in zijn hand op een willekeurige
voorbijganger af om de weg te vragen. Terwijl de voorbijganger vertelde
welke richting hij moest lopen, kwamen er twee mannen doorheen die een
deur droegen. Wanneer het zicht kwijt was, ging de ‘verdwaalde man’
zichzelf verwisselen met een van de mannen die de deur droeg.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daniekbax1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.69. You're not tied to anything after your purchase.