Goederenrecht, leerjaar 2
open vragen toets, 120 min
duurt 14 weken dit vak, 2 periodes dus
Boeken nodig:
- jurisprudentie bundel 6653 , die mag je ook meenemen naar tentamen
Week 1
Goederenrecht boek 3 en 5
- verhouding persoon-goed
- gesloten systeem, staat het niet in de wet dan kan het niet, bij verbintenissenrecht heb je
bijvoorbeeld contractsvrijheid maar bij goederenrecht dus niet.
Goederenrechtelijke rechten:
1. Absoluut: je kunt het tegen ieder inroepen
2. Exclusief: je kan de goederenrechtelijke rechten uitoefen zonder een ieder
3. Droite de suite (zaaksgevolg): het volgt de zaak, bijv hypotheek, maakt niet uit wie er woont,
hypotheek blijft wel
4. Droite de priorite (prioriteitsbeginsel): ouderen goederenrechtelijke rechten gaan voor jongeren
goederenrechtelijke rechten
5. Droit de préference: tussen goederenrechtelijke recht gaat altijd voor persoonlijk recht
Arrest over grenzen tussen verbintenissenrecht en goederenrecht:
- HR Blaauboer/berlips: Berlips verkoopt zijn grond aan Blaauboer. Bij de verkoop belooft hij aan
Blaauboer dat hij een weg zal aanleggen op een naastliggende strook grond, die hij ook in zijn bezit
heeft en behoudt. Later wordt die strook grond overgedragen aan een derde, zonder dat de weg is
aangelegd. Blaauboer eist schadevergoeding van Berlips op grond van wanprestatie. Berlips stelt dat
de verplichting tot het aanleggen van de weg is overgegaan op de nieuwe eigenaar van de strook
grond. Het Hof stelt Berlips in het gelijk.
“Er is geen wezenlijk verschil tussen de situatie waarin iemand door erfopvolging eigenaar van een
zaak wordt – daarbij verkrijgt de verkrijger alle rechten en plichten van de overledene – en de situatie
waarin iemand door overdracht eigenaar wordt.” De Hoge Raad oordeelt dat de verbintenis niets te
maken heeft met de eigendom van de grond.
Rechtsregel: de persoonlijke verplichtingen van een goed gaan niet over op degene die dat goed
onder bijzondere titel verkrijgt. Persoonlijke rechten ten aanzien van een goed (in tegenstelling tot
verplichtingen), gaan wel over op de verkrijger van dat goed onder bijzondere titel. Dit wordt dan ook
wel een kwalitatief recht genoemd (zie art. 6:251 BW).
- HR Pos/Van den Bosch (wordt bijna niet gevraagd in tentamen)
Absolute rechten:
- Vruchtgebruik -> artikel 3:201 BW
- Hypotheek -> artikel 3:227 BW
- Erfpacht -> artikel 5:85 BW
- Eigendom (geen beperkt recht) -> artikel 5:1 BW
- Pand -> artikel 3:227 BW
- Appartement -> artikel 5:106 BW
- Opstal -> artikel 5:101 BW
- Erfdienstbaarheid -> artikel 5:70 BW
Eigendom is het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben -> artikel 5:1 BW
De eigenaar van een zaak is tevens eigenaar van al haar bestanddelen -> artikel 5:3 BW jo 3:4 BW
Bestanddelen zijn onzelfstandige onderdelen van een zaak -> artikel 3:4 BW
- ideële band (verkeersopvattingen), zie ook arrest Depex/curator (lid 1) OF
, - materiële (hechte) band (lid 2)
Uitleg arrest Depex/curator: Depex heeft in 1987 een destillatie-installatie onder
eigendomsvoorbehoud geleverd aan Bergel ten behoeve van een farmaceutische productie-
inrichting. De installatie wordt vervolgens in de fabriek van Bergel geplaatst en in gebruik genomen.
Voordat de koopprijs wordt voldaan, gaat Bergel failliet. Depex vordert de installatie terug op grond
van haar eigendomsvoorbehoud. De curatoren van Bergel beroepen zich er echter op dat de
installatie door natrekking bestanddeel is geworden van de fabriek, waardoor Bergel eigenaar is
geworden. De rechtsvraag die in dit kader centraal staat, is of de destillatie-installatie volgens
verkeersopvatting bestanddeel is geworden van de fabriek van Bergel.
De installatie behoort tot het wezen van de fabriek, en maakt aldus naar verkeersopvatting onderdeel
uit van de fabriek.
De Hoge Raad oordeelt dat niet gekeken dient te worden naar de fabriek als farmaceutische
productie-inrichting, maar als (fabrieks)gebouw. Het gaat er niet om of de installatie deel uitmaakt
van het productieproces
Rechtsregel: voor de beantwoording van de vraag of apparatuur volgens verkeersopvatting onderdeel
uitmaakt van een gebouw, dient men te beoordelen of de apparatuur en het gebouw in constructief
opzicht specifiek op elkaar zijn afgestemd, dan wel of het gebouw in algemene zin bij het ontbreken
van de apparatuur als onvoltooid moet worden beschouwd (denk aan leidingen, verlichting,
verwarming, etc.). Het gaat hierbij niet om de vraag of het productieproces dat in het gebouw wordt
uitgeoefend zonder de desbetreffende apparatuur kan worden voortgezet of niet.
Individualiseringsbeginsel is vatbaar voor eigendom zijn geïndividualiseerde zaken, en NIET slechts
naar de soort of hoeveelheid bepaalde zaken.
Er is sprake van oneigenlijke vermenging.
Arrest Teixeira de Mattos: Nu voorts vaststaat dat Teixeira er ten tijde dat aan haar surseance van
betaling werd verleend met betrekking tot certificaten nog niet toe was overgegaan om bepaalde
nummers in haar administratie te stellen op naam van bepaalde cliënten, doet zich niet het geval
voor dat Teixeira van de vier aanwezige certificaten Nillmij een bepaald certificaat voor Mulder en de
overige drie voor Peijnenburg is gaan houden. Nu bedoelde certificaten die niet als eigendom van
anderen dan Teixeira zijn te identificeren, deel zijn gaan uitmaken van haar algemene voorraad, moet
aangenomen worden dat zij eigendom van Teixeira zijn geworden.
De eis van Mulder en Peijnenburg wordt afgewezen. Voor hen rest slechts een verbintenisrechtelijke
aanspraak op de boedel van Teixeira.
De beslissing van het Hof is juist, daar deze certificaten, die deel uitmaken van de algemene
certificatenvoorraad van Teixeira, welke ook met betrekking tot de onderhavige soort certificaten
voortdurend aan wisseling onderhevig is geweest, en ten aanzien van welke certificaten niet is
kunnen worden vastgesteld dat zij dezelfde zijn als de door Mulder en Peijnenburg in bewaring
gegeven certificaten en evenmin dat Teixeira deze is gaan houden voor Mulder en Peijnenburg hetzij
afzonderlijk hetzij tezamen, moeten gelden als eigendom van Teixeira.
Rechtsregel: de hoofdregel uit dit arrest is, indien wanneer iemand zijn eigendomsrecht op een zaak
uit een hoeveelheid soortgelijke zaken erkend wil zien, hij precies en nauwkeurig moet kunnen
aantonen welke zaak aan hem toebehoort. De zaak moet te onderscheiden zijn van andere zaken en
voldoende identificeerbaar zijn.
Eigendom van grond
omvat -> artikel 5:20 lid 1 BW
- bovengrond
- aardlagen hieronder
- grondwater, dat aan de oppervlakte komt
- afgepaald grondwater op de grond
- beplantingen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Isabellll. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.