100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Inleiding Internationaal en Europees recht $5.90
Add to cart

Summary

Samenvatting - Inleiding Internationaal en Europees recht

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Handig en mooi document om een dikke voldoende te halen!

Preview 3 out of 20  pages

  • December 8, 2024
  • 20
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Inleiding internationaal en Europeesrecht

Periode 3, week 1:
Internationaal recht is recht dat geldt tussen verschillende zelfstandige staten (landen).
Bronnen:

 Verdrag
 Gewoonte
 internationaal gedeelde opvattingen (ius cogens) -> verbod van agressie,
discriminatie, piraterij en genocide
 algemene rechtsbeginselen
 besluiten van internationale organisaties
 uitspraken van internationale rechters

Uitgangspunten:
- alle staten zijn gelijk aan elkaar
- staatsoevereiniteit -> de staat bepaalt zelf of het gebonden wordt aan bepaalde regels; de nationale
instellingen zijn de hoogste instellingen die er zijn.

Wat is doorwerking?
Hoe werkt het internationaal recht door NL? Welke gevolgen heeft het voor NL?
Bepalen staten zelf-> welke keuze maakt de staat in welke gevolgen het internationaalrecht heeft
voor het nationaalrecht

Monisme= verdagen maken automatische deel uit van het nationaal recht. Voorbeelden: Nederland
(gematigd monisme artikel 93 en 94 Gw), België en Frankrijk.
Dualisme= verdrag moet eerst (bijvoorbeeld bij de wet) opgenomen worden in het nationaal recht.
Voorbeelden Italië en Duitsland.

Een ieder verbindende bepaling is een bepaling die voldoende nauwkeurig is bepaald zodat burgers
daar direct een beroep op te doen.
Internationale regels gaan voor nationale regels.

Gouvernementele organisaties:

 intergouvermenteel:
- er staat niets boven de staat
- staten behouden volledige souvereiniteit
- Staten bepalen zelf of ze worden gebonden bij besluiten veto-recht
 supranationaal:
- beslissingsbevoegdheid (soevereiniteit) wordt afgestaan aan de organisatie
- de EU-instellingen staan bijvoorbeeld boven de staten
- Staten kunnen overstemt worden -> EU-wetgeving wordt bijvoorbeeld gemaakt door
meerderheidsbesluiten.
 Raad van Europa geen lid van EU


Non-gouvermentele organisaties (ngo), bijvoorbeeld Greenpeace
- onafhankelijke van staten
- opgericht door een groep personen
- heeft vaak een ideële doelstelling
- hoeft niet internationaal te zijn.

,Intergouvermentele organisaties
lichaam opgericht bij verdrag voorzien van organen
taak: duurzame behartiging gemeenschappelijke belangen lidstaten -> voorbeeld NAVO, Interpol,
laberorganisation

Soorten organisaties:
- politieke
- militaire
- economische
- sociale
- rechtsprekende

Verenigde Naties 193 lidstaten:
Doel: internationale vrede en veiligheid bevorderen

 Instelling: Algemene Vereniging (New York)
vertegenwoordigers van alle lidstaten (1x per jaar)
bespreken zaken die doelstelling van de VN raken -> kan leiden tot resolutie
aanbeveling optreden van land of bepaalde internationale ontwikkeling aanmoedigt of
afkeurt
 Instelling: Veiligheidsraad (New York)
belangrijke rol bij internationale conflicten
15 leden: 5 permanente leden: VS, VK, China, Rusland en Frankrijk-> hebben vetorecht
Leden VN verplicht zich te houden aan besluiten van Veiligheidsraad, voorbeeld ->
handelsboycot/ sturen internationale vredesmacht.
 Instelling: Internationaal Gerechtshof (Den Haag)
bestaat uit 15 rechters, 1 rechter per land
geschillen tussen de staten beslechten

Raad van Europa ( geen onderdeel van Europese Unie) 46 lidstaten:

 Doel
- democratische erfgoed beschermen
- door-> Europese Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele
vrijheden
 Comité van Ministers
- minister van Buitenlandse zaken van iedere lidstaat
- bevoegdheden:
aanbevelingen aan lidstaatregeringen
bindende beslissingen nemen
verdragen opstellen
 Parlementaire vergadering
- leden van nationale parlementen
- bevoegdheden:
aanbevelingen aan lidstaatregeringen
 Europees Hof van de Rechten van de Mens -> artikel 19 EVRM
- bindende uitspraken over toepassing EVRM
- Burger/groep burgers/klacht/organisatie/lidstaat klacht indienen bij Europees Hof

Europese Unie is een supranationaal

, CASUS

Twee Nederlandse gevangenen dienen bij het EHRM een klacht in over de manier waarop zij worden
behandeld in een zwaar bewaakte gevangenis, de extra beveiligde inrichting in Vught. Vooral het feit
dat zij dagelijks routinematig inwendig worden onderzocht vinden zij vernederend. Het EHRM geeft
de gevangenen gelijk.

1.Wat is het EHRM ?
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Zij zijn het rechtscollege van de Raad van Europa.

2.Op welk artikel zouden de twee gevangenen een beroep doen?
Art. 3 EVRM

3.Waaraan ontleent het EHRM zijn bevoegdheid om Nederland te veroordelen?
Art. 1 EVRM j.o. Art. 19 EVRM

4.Is Nederland verplicht zich te houden aan het oordeel van het EHRM?
Ja. Art. 46 lid 1 EVRM

Ontwikkeling van de EU:
Na tweede wereldoorlog->
Schumann: ‘’Eenwording van Europa bereiken door economische integratie door introductie van
nieuwe rechtsstelsel.’’

Doel EU o.a. instellen van een interne markt
Vier vrijheden:
1. Vrij verkeer van goederen
- goederen uit lidstaten -> geen grenzen
- goederen van buiten EU -> douane unie -> 1 set EU douaneregels ipv 27 nationale douane regels
voor goederen van buiten de EU
2. Vrij verkeer van personen
3. Vrij verkeer van diensten
4. Vrij verkeer van kapitaal en betalingsverkeer

Op die interne markt krijgen bedrijven dezelfde kansen: verbod op staatsteun, Europese
aanbesteding

Bedrijven moeten goede toegang tot die interne markt houden: mededingingsregels…….

EU is geregeld in EU recht
Wat is het recht van de EU?

 primair recht: VEU, VWEU, Handvest en protocollen
 secundaire recht: steunt op het primaire recht. Voorbeelden verordeningen, richtlijnen en
besluiten -> artikel 288 VWEU, instellingen van de EU bepalen.
Wat zijn de verschillen etc?

Voorbeelden beginsels:
- loyale samenwerking -> artikel 4 lid 3 VEU, je moet loyaal zijn aan elkaar
- attributiebeginsel -> artikel 5 lid 2 VEU, er moet altijd een grondslag zijn voor het handelen, moet in
de VWEU of VEU staan!
Artikel 38 VWEU de unie bepaalt gemeenschappelijk.
- subsidiariteitbeginsel -> artikel 5 lid 3 VEU, unie ga niet op de ‘stoel’ van de lidstaten zitten

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Isabellll. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.90
  • (0)
Add to cart
Added