100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Gezondheidsstrafrecht RL92 $11.26   Add to cart

Summary

Samenvatting Gezondheidsstrafrecht RL92

 250 views  7 purchases
  • Course
  • Institution

De samenvatting bevat alle verplichte literatuur, artikelen, uitspraken en collegeaantekeningen.

Preview 4 out of 90  pages

  • April 1, 2020
  • 90
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Gezondheidsstrafrecht
Gezondheidszorg en gezondheidsrecht is ‘omgeven’ door strafrecht.
Verkenning van (thema’s) van ‘ontmoeting’ tussen gezondheidszorg en
strafrechtelijke aansprakelijkheid
Week 1: hoorcollege 24 februari 2020 (P.A.M. Mevis/L. Postma)


Verschillende oorzaken voor de toenemende betekenis van het strafrecht binnen de
gezondheidszorg
 Nadruk op de aansprakelijkheid als er iets gebeurt met een patiënt, ook nalaten en schuld (in
plaats van opzet) – art. 300 (lid 4), 307/308 jo. 51 Sr
 Nadruk op het bewaken van kwaliteit van gezondheidszorg in het algemeen
o Schadevergoeding willen verkrijgen binnen het strafrecht
 Bepaalde thema’s daarbinnen: fraude in de zorg, geweld in de zorg, tegengaan van
‘kwakzalvers’, alternatieve geneeswijzen zijn niet per definitie illegaal, het weren van ‘foute’
beroepsgenoten – instrumentaliteit van het strafrecht wordt vergroot: het
beroepsverschoningsrecht en de toegang tot medische zorg komt onder druk te staan
o Zorg is duur, dus fraude hard aanpakken
 Het ziekenhuis/de zorginstelling als ‘richtorganisatie’; het ziekenhuis als dader;
collectivisering, institutionalisering van aansprakelijkheid; art. 51 Sr
Het strafrechtelijke onderzoeksysteem is aantrekkelijk voor het gezondheidsrecht (instrumentaliteit –
bestrijding fraude in de zorg, foute beroepsbeoefenaren eruit zetten, euthanasie beoordelen en
rechtsbescherming – veel bevoegdheden, maar wel wettelijk geregeld).

Hof Den Bosch 11 juli 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:2406 (Dood door schuld nalaten
arts)  een arts heeft nagelaten een bepaalde scan uit te voeren bij een minderjarig kind. Indien
direct was besloten om een CT-scan te maken, had de arts direct kunnen zien dat er iets mankeerde en
kon wellicht worden ingegrepen (waardoor de dood van het kind had kunnen worden voorkomen). Er
is te lang vastgehouden aan de initieel gestelde diagnose en te laat overgegaan tot nader onderzoek of
consultatie. Hier is sprake van dood door schuld. De verdachte moet leven met de wetenschap dat haar
valt te verwijten dat zij er niet in is geslaagd om het leven te redden van het kind.

De meeste medische fouten zijn een resultaat van onverschilligheid of onoplettendheid. Meestal wordt
gekeken naar de vertrouwensrelatie tussen arts en patiënt – de basis voor een strafzaak.

(1) Het strafrecht kijkt naar strafbare feiten en bestraft strafbaar gedrag.
(2) Tot het systeem van het strafrecht hoort ook dat het strafrecht onderzoekt of zich een strafbaar feit
heeft voorgedaan. Dit wordt gedaan op basis van een vermoeden daarvan. Er is dus een onzekerheid
die verder wordt onderzocht. Het strafrecht is daarmee ook een controlesysteem.
Vanwege bovenstaande punten zijn er strikte regels en bevoegdheden, maar ook rechten voor
betrokkenen (arts, burger, verdachte).


Kroniek rechtspraak strafrecht
P.A.M. Mevis & L. Postma (2020)
Op 1 april 2019 zijn de art. 96 en 98a Wet BIG (Wet op de beroepen in de individuele
gezondheidszorg) in werking getreden. Art. 96 Wet BIG hanteert dezelfde terminologie als art.
300 Sr.

Haagse borstendokter en ‘nep-arts’
In 2014 is een Haagse borstendokter1 (verdachte was gynaecoloog) vrijgesproken door de
rechtbank, omdat geen zodanig zwaarwegend verwijt kon worden gemaakt dat de arts een beroep op
de medische exceptie zou worden ontzegd. 2 Het hof veroordeelt de arts echter tot een gevangenisstraf,


1
Komt later uitgebreider aan bod.
2
Rb. Den Haag 30 oktober 2014, ECLI:NL:RBDHA:2014:13243.

,omdat de uitgevoerde borstoperaties door de gynaecoloog niet volgens de regelen der kunst zijn
verlopen.3 De verdachte was al eerder levenslang uit het BIG-register geschrapt.
Een andere zaak wordt gekenmerkt door een ‘nep-arts’ die zich voordeed als een ervaren arts. Deze
verdachte adviseerde een patiënt om een operatie te ondergaan in China om haar (niet-bestaande)
kanker te bestrijden. Zowel de rechtbank als het Hof Arnhem-Leeuwarden veroordeelden de verdachte
tot een gevangenisstraf.4 Is de patiënt te naïef geweest? De Hoge Raad heeft in de zaak geoordeeld dat
het arrest van het hof niet getuigt van een onjuiste rechtsopvatting en dus gesproken kan worden van
oplichting art. 326 lid 1 Sr. Het slachtoffer had de onjuiste voorstelling van zaken niet hoeven te
doorzien, voornamelijk omdat de verdachte op verschillende wijzen het vertrouwen van het slachtoffer
heeft gewonnen door te stellen dat hij medische kennis had.5

Medisch beroepsgeheim en vorderen gegevens
Eind 2018 is het gewijzigde art. 98 Sv in werking getreden. De bescherming tegen inbreuken op het
beroepsverschoningsrecht verloopt via de rechter-commissaris. Beklag kan via art. 552a Sv worden
gedaan. In 2019 heeft de Wet foetaal weefsel zijn intrede gedaan, waardoor het bewaren en gebruik
van foetaal weefsel teneinde ernstige zedenmisdrijven op te sporen en te vervolgen toelaatbaar is. De
arts is volgens de memorie van toelichting niet verplicht zijn beroepsgeheim te doorbreken in zulke
situaties, maar aan de andere kant wordt gezegd dat elk slachtoffer van een zedenmisdrijf steun en
bescherming verdient en daarmee de vervolging van de verdachte. Artsen beroepen zich daarmee niet
echt op hun beroepsgeheim tegenover de strafvordering, maar tonen hun erkenning voor het
beroepsgeheim binnen de strafvordering art. 218 Sv.

HR 10 april 2018, ECLI:NL:HR:2018:553, NJ 2018/435  dit arrest is van belang voor de
reikwijdte van het verschoningsrecht. In de zaak werden gevoelige gegevens in de zin van art. 126nf/
uf Sv gevorderd: camerabeelden van de wachtruimte en toegangspaden in een ziekenhuis. De
identiteit van een verdachte werd gevraagd in een mishandelingszaak. De opnames kunnen volgens de
rechtbank niet dienen als ‘wetenschap’ die aan een arts is ‘toevertrouwd’ ex art. 218 Sv, waardoor de
opnames niet onder het verschoningsrecht van het ziekenhuis vallen. De Hoge Raad gaat hier niet in
mee. Het verschoningsrecht strekt zich uit tot gegevens die betrekking hebben op de behandeling en de
verzorging van de aan zijn zorgen toevertrouwde patiënten, dus ook gegevens die hem zijn
medegedeeld of waarvan hij kennis heeft gekregen in zijn hoedanigheid, en waarvan de
openbaarmaking daarvan het vertrouwen aantast dat patiënten in hem moeten kunnen hebben wegens
zijn hulpverlenersfunctie. De rechtbank miskent dat het verschoningsrecht ook bestaat uit
camerabeelden waaruit een (toekomstig) hulpverleningsrelatie of de identiteit van een patiënt kan
worden afgeleid.

Rb. Midden-Nederland 17 april 2018, ECLI:NL:RBMNE:2018:1566  uitzonderlijke
omstandigheden kunnen ertoe leiden dat het belang van de waarheidsvinding zwaarder weegt dan het
verschoningsrecht. De officier van justitie vorderde in deze zaak 112-meldingen (geluidsfragmenten)
binnen een onderzoek naar de reanimatie van een baby en de opname van deze baby in een ziekenhuis.
De vader van de baby was de verdachte van twee pogingen tot wurging van de baby. De rechtbank
oordeelt dat de geluidsfragmenten onder het verschoningsrecht vallen, maar moeten wijken voor de
waarheidsvinding vanwege (onder meer) de ernst van de verdenking. De verdachte gaf toestemming
tot het verstrekken van de fragmenten. Het horen van getuigen zou niet tot hetzelfde resultaat kunnen
leiden, omdat het misdrijf al meer dan twee jaar geleden plaatsvond, er sprake was van een
panieksituatie en destijds nog geen sprake was van een verdenking van een misdrijf. Als de
geluidsfragmenten niet worden geopenbaard, kan een effectief en onafhankelijk onderzoek worden
geblokkeerd.

Rb. Limburg 22 mei 2019, ECLI:NL:RBLIM:2019:4940  verdachte Thijs H. wordt verdacht
van het doden van drie mensen. Hij meldde zich bij een instelling voor GGZ met bloed op zijn kleding,
waarbij hij vertelde dat hij een aantal uur op de Brunssumerheide was geweest, de plaats waar twee
mensen waren gedood op die dag. Desondanks ontkent Thijs H. zijn betrokkenheid hierbij. De officier
van justitie vorderde de beelden van de instelling krachtens art. 126nf Sv. De geneesheer-directeur
van de instelling beroept zich in dezen op zijn verschoningsrecht. De rechter-commissaris stelt echter
dat dit recht moet wijken voor de waarheidsvinding: door toedoen van de media is algemeen bekend

3
Hof Den Haag 30 november 2017, ECLI:NL:GHDA:2017:3382.
4
Rb. Gelderland 25 juni 2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:4169 en Hof Arnhem-Leeuwarden 30 juni 2017,
ECLI:NL:GHARL:2017:5470.
5
HR 23 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:652, NJ 2019/194.

,dat de verdachte zich tot de hulpverlening heeft gewend (en daarom hoeft dat geen bescherming
meer), de inbreuk op het recht zal beperkt zijn en de benodigde informatie kan niet op een andere
wijze worden verkregen.

Fraude in de zorg
Rb. Overijssel 5 november 2018, ECLI:NL:RBOVE:2018:4207  de verdachte is een
bestuurder van een stichting (feitelijk leidinggevende ex art. 51 Sr) en zou aanzienlijke geldbedragen
aan pgb-gelden hebben ontvangen voor het verlenen van zorg. De gelden werden op de rekening van
de stichting ontvangen, doordat verantwoordingsformulieren van cliënten valselijk werden opgemaakt
door de verdachte. Op de formulieren werden geldbedragen aan pgb-gelden ingevuld, terwijl
zorgverlening uitbleef. De gelden werden gebruikt voor de aanschaf van materiële zaken (valsheid in
geschrifte én gewoontewitwassen).

Vrijspraak dood door schuld zorginstelling
Een uitzonderlijke situatie zien we in het volgende vonnis: de vervolging van een zorginstelling op
grond van art. 51 Sr (rechtspersoon).
Rb. Oost-Brabant 20 mei 2019, ECLI:NL:RBOBR:2019:2829 (Vrijspraak dood door
schuld GGZ)  een GGZ-instelling wordt vervolgd wegens dood door schuld art. 307 Sr: wegens
nalaten van artsen en verpleegkundig personeel na behandeling met een geneesmiddel is een patiënte
overleden door een (acuut) hartfalen. De tuchtrechter legde een berisping op aan de
afdelingspsychiater en een waarschuwing aan de arts in opleiding tot psychiater (AIOS). De rechtbank
stelt een schending van de zorgplicht vast. De patiënt is overleden door meerdere tekortkomingen in
de zorg. De GGZ-instelling heeft haar taak wél naar behoren uitgevoerd: het scheppen van
voorwaarden voor kwalitatieve goede zorg. Er is niet grovelijk of met aanmerkelijke verwaarlozing van
zorgvuldigheid gehandeld.

Zedendelicten met patiënt/cliënt
‘Werkzaam in de gezondheidszorg of maatschappelijke zorg’ kent een ruime uitleg (art. 249 lid 2
aanhef en onder 3 Sr). Hieronder vallen sowieso de arts, psychiater, orthodontist, alternatieve
genezers, werkleiders binnen maatschappelijke zorginstellingen, oprichters van een zorgboerderij en
iemand die helpt met het organiseren van het huishouden van een cliënt. De rechtspraak toont aan dat
toe- of instemming van een slachtoffer niet leidt tot opheffing van de strafbaarheid van de
zorgverlener. Dit heeft ermee te maken dat art. 249 Sr de bescherming van een patiënt vooropstelt.

Rb. Den Haag 30 januari 2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:701  ontucht door een huisarts met
zijn eigen 7-jarige dochter, haar vriendinnetjes en andere minderjarigen die hij in zijn hoedanigheid
als waarnemend arts ‘behandelde’. De verdachte heeft de gevolgen van zijn handelen willens en wetens
op dekoop toegenomen, terwijl juist hij deze had kunnen en moeten voorzien en voorkomen, nu hij
arts is. Ook beschikte de huisarts over kinderpornografie van deze slachtoffers. De rechtbank acht de
mate van het misbruik zeer ernstig en zorgwekkend. De verdachte wilde niet meewerken aan
persoonlijkheidsonderzoeken, hetgeen nadelig meeweegt. Hij heeft op geen enkele wijze hulp gezocht.
Desondanks spreken twee deskundigen van een pedofiele stoornis, wat de rechtbank volgt.

Strafbaarheid afbreking zwangerschap door huisarts
De Wet afbreking zwangerschap (Waz) stelt dat abortus niet strafbaar is als de behandeling is
verricht door een arts in een vergunninghoudend ziekenhuis of abortuskliniek.

Rb. Den Haag 6 september 2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:10060, GJ 2017/157  de civiele
rechter toetst de juistheid van het beleidsstandpunt van de minister van Volksgezondheid en de
inspectie over de abortuspil. Het voorschrijven van een abortuspil door huisartsen wordt door de
minister en de inspectie strafbaar geacht krachtens art. 296 Sr. Auteurs stellen dat dit een onjuist
standpunt is, gezien de wetsgeschiedenis van de Waz. De civiele rechter oordeelt dat het niet aan hem
is om strafrechtelijk te oordelen of zich te bemoeien met het vervolgingsbeleid van het openbaar
ministerie. Wel wordt door de civiele rechter gesteld dat de strafrechter niet hoeft te wachten op een
strafproces door het openbaar ministerie om het het beleidsstandpunt te toetsen. De rechtbank stelt
dat het standpunt niet onverenigbaar is met de Waz, nu de wetsgeschiedenis van art. 296 Sr niet
stelt dat de wetgever heeft bedoeld de overtijdbepaling wel onder art. 296 Sr te laten vallen. Dit
betekent niet dat de persoon die een abortuspil buiten een ziekenhuis of kliniek niet strafbaar zou zijn.
Artsen die een overtijdbehandeling toepassen buiten een vergunninghoudend ziekenhuis of kliniek zijn
strafbaar volgens art. 296 Sr, zo oordeelt de rechtbank. De huisarts mag om die reden geen abortus
verrichten.

,

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DenHartog. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.26. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.26  7x  sold
  • (0)
  Add to cart