Test Bank for Fundamentals of Human Neuropsychology 8th Edition By Bryan Kolb, Ian Whishaw All Chapter | Complete Guide | Grade A+.
Test Bank for Fundamentals of Human Neuropsychology 8th Edition By Bryan Kolb, Ian Whishaw All Chapter | Complete Guide | Grade A+.
Test Bank for Fundamentals of Human Neuropsychology 8th Edition By Bryan Kolb, Ian Whishaw All Chapter | Complete A+ Guide
All for this textbook (22)
Written for
Tilburg University (UVT)
Psychologie
Inleiding in Klinische Neuropsychologie (550028B6)
All documents for this subject (23)
Seller
Follow
meikebeijer
Reviews received
Content preview
lOMoAR cPSD| 34818425
, lOMoAR cPSD| 34818425
Hoorcollege 1 klinische neuropsychologie
Hoofdstuk 1 de ontwikkeling van neuropsychologie
Oorzaken en gevolgen van (dys)functioneren hersenen
Laesie studies
• Beschadigde hersenen <-> functie verlies
Neuro imaging
• Functie processen <-> hersenactiviteit
Neuropsychologie = verklaring van menselijk gedrag als hersenfuncties
Grote thema’s / meningsverschillen in geschiedenis
• Monisme versus dualisme (geest/lichaam)
• Localisme versus holisme (hebben hersengebieden specifieke functies?)
• Betekenis van werking van de hersenen (wordt de geest gemaakt door de hersenen? Vrije wil? Is
bewustzijn alleen neurale activiteit?)
Vroege neuropsychologie
• 10.000 BC > schedeltrepanatie = gaten boren in de hersenen om ziektes te verbeteren
• Oudheid
Edwin Smith papyrus > observatie dat hersenletsel symptomen in andere delen van het
lichaam kan veroorzaken. (48 case studies van een militair slagveld)
Hippocrates > beschreef man die geheugen voor letters kwijt was, observeerde dat
hoofdletsel vaak samengingen met hemiparese (halfzijdig verlamd) aan de andere kant van
het lichaam.
Plato > lokaliseerde verschillende kwaliteiten in verschillende delen van de hersenen.
Herophilus > intelligentie in ventrikels.
Galen > eerste laesie studies
• René Descartes > dualisme, pijnappelklier = zetel van de ziel, is interactie tussen lichaam en geest
(=dualisme)
• Vanaf 1800 > mentale functies op specifieke plaatsten in de hersenen gelokaliseerd zijn, Gall en
Spurzheim:
localisationisten (Localisme) = mentale functies zijn
exact gelokaliseerd in de hersenen (‘’rekenknobbel’’), is te zien in
uitstulpingen (Taal zit onder het oog)
(frenologie)
Waren de eerste die herkende dat de cortex informatie verstuurd
naar het ruggenmerg aan de andere kant van het lichaam
Ruggenmerg zorgt voor beweging van spieren
Kwamen er erachter dat de linker en rechter hemisfeer met elkaar
communiceren door middel van het corpus
callosum Figuur 1: frenologie
Lateralisatie = dat een bepaalde functie aan een kant van het brein zit. Een
voorbeeld hiervan is taal.
Van frenologie naar lokalisatie
• Flourens: anti-localisationisten (dus holist) > nam kleine stukjes cortex weg bij proefdieren maar
vond geen specifieke en blijvende gedragseffecten (herstel soms mogelijk)
Deze vroege experimenten demonstreerde dat veel functies gedistribueerd zijn, wat betekent
dat functies rekenen op veel verschillende hersengebieden
• Broca en Wernicke: localisationisten > Taalstoornissen
Paul Broca: heeft spraak gelokaliseerd in de linker frontale lob, spraak is dus gelateraliseerd
o Broca’s afasie = het gedeelte van de linker frontale lob is weg, waardoor je niet of minder
goed in staat bent om te spreken (TAN), je kan nog wel begrijpen wat iemand tegen je zegt.
Wernicke: heeft taal gelokaliseerd in de auditieve gebied in de temporale lob in de linker
hemisfeer (lateralisatie)
o Wernicke’s afasie = laesie in het auditieve gebied van de temporale lob in de linker
hemisfeer, waardoor je nog vloeiend kan praten maar er geen zinnig woord uitkomt
• Fritz en Hitzig en Munk: localisationisten > vonden specifieke motorische en sensorische corticale
gebieden bij honden (motorische cortex) Visuele gebieden in occipitale cortex (Munk, 1881)
Goltz & Lashley: anti-localisationisten.
Hoe groter de laesie, hoe groter het effect (= principe van mass action).
Effecten vaan niet erg specifiek (= principe van equipotentialiteit) en onderhevig aan herstel
(plasticiteit van het brein)
, lOMoAR cPSD| 34818425
Vaak stoornissen van complex gedrag
terwijl eenvoudige functies behouden
bleven Eenvoudige functies bij
dieren dus kennelijk subcorticaal
gelokaliseerd
Penfield
• Elektrische stimulatie tijdens hersenoperaties
• Homunculus > Somatosensorische cortex en
motor cortex Penfield & Rasmussen:
Localisationisten
Wernicke’s afasiemodel (lokalisatie &
connectiviteit) (Wernicke & Geschwind) Figuur 2:
homunculus van sensorische en motorische cortex
• Neuraal netwerk
• Functiestoornissen door beschadigingen van corticale centra, en/of
door beschadigingen van banen die deze centra verbinden
(neuronen)
• Alexie = je kunt niet lezen
• Apraxia = je kunt geen sequenties maken van bewegingen
• Stappen van dit neuraal netwerk
1: Geluid sensaties komen het brein binnen via het
auditieve pathway
2: Geluidsbeelden worden opgeslagen in Wernicke’s gebied
3: Worden verzonden naar het gebied van Broca
4: Voor articulatie wordt het gezonden naar het
motorische pathway
Hughlings-Jackson in een hiërarchisch model van het brein
• Functies worden complexer naarmate men lagere delen
(ruggenmerg, hersenstam, cerebellum) naar hogere delen gaat
(basale ganglia, cortex)
• ‘’parallel distributed processing’’: functies zijn afhankelijk van
verschillende locaties in het brein de gelijktijdig actief zijn en onderling samenwerken
Taal is een goed voorbeeld: berust op een aantal processen op diverse locaties in het brein
Morfologie = hoe gyri en sulci in elkaar zitten gevouwen (dit varieert tussen individuen)
Van lokalisatie naar connectionisme
• 1950s: informatieverwerking (computer modellen)
Interactieve, parallelle processen
• Vanaf 1980: neuroimaging
Connectionisme
o Lower level functies (sensory/motor) sterk gelokaliseerd
o Higher level functies (geheugen, taal) resultaat van
connectie/interactie tussen hersengebieden
Ventrale en dorsale route
• Ventrale route -> van de visuele cortex naar de temporalelob
• Dorsale route -> van de visuele cortex naar de pariëtale lob
Figuur 4: dorsale en ventrale route
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller meikebeijer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.64. You're not tied to anything after your purchase.