Inleiding in de Forensische Psychologie (500868B6)
Summary
Samenvatting Tilburg University: Inleiding in de Forensische Psychologie
44 views 1 purchase
Course
Inleiding in de Forensische Psychologie (500868B6)
Institution
Tilburg University (UVT)
Dit is een volledige samenvatting van alle hoorcolleges van het vak Inleiding in de Forensische Psychologie aan de Universiteit van Tilburg. Hierbij heeft de docent veel aanvullende informatie gegeven die niet in de slides staat. Dit is allemaal hierin verwerkt.
Inleiding in de Forensische Psychologie (500868B6)
All documents for this subject (29)
Seller
Follow
enyavandermost
Reviews received
Content preview
Inleiding Forensische Psychologie UvT
Hoorcollege 1
Geschiedenis van Forensische Psychologie
H ip p o Vo o r
c ra te de
s V e r lic
(4 6 0 - h t in g
377 (1 5 /1 Code K in d e S to p
v. 7e Pé n a l r Wet Wet TBS
C h r is t eeuw (1 8 1 1 (1 9 0 5 (1 9 3 3 (1 9 8 8
us) ) ) ) ) )
M id d De P in e l Psych U t re c h t s e BO PZ
e le e u V e r lic 'm a n i o p a te S c h o o l/ (1 9 9 3
wen h t in g e n n a o o r lo g s e )
(5 0 0 - (1 8 e sans W e t/ s t r a fre c h t
1500) eeuw d é lire TBR c o m m is s ie
) ' (1 9 e (1 9 2 8
eeuw )
)
Hippocrates kwam als eerste met het idee van ontoerekeningsvatbaarheid
In de Middeleeuwen was je familie voor jou verantwoordelijk wanneer jij handelingsonbekwaam
was, jij werd gezien als ‘onnozele’ en zij konden jou hierdoor ook laten opsluiten.
Voor de Verlichting in de 15e eeuw waren er dolhuizen, ofwel huizen voor de gekke en onnozele,
de voorlopers van de forensische ziekenhuizen. Rond de 16 e en 17e eeuw werd je gezien als
bezetene en ontstonden de heksenvervolgingen. Gedurende deze tijd was Johannes Wier
begonnen met het onderzoeken van de hersenen voor een oorzaak van deze gekheid.
De Verlichting ontstaat uit de Franse Revolutie in de 18e eeuw. In Frankrijk voerde ze de Code
Pénal in, waar dus richtlijnen stonden voor straffen. Hier gaat men uit van vrije wil en dat
iedereen dus ook kan beslissen wat goed of fout is. Er is hier dan ook geen onderscheid in leeftijd,
want er werd verondersteld dat iedereen hetzelfde kan denken. In Nederland kenden wij dit niet
dus was er nog sprake van veel machtsmisbruik. Kort daarna volgde ook Nederland met deze
Code Pénal, die de voorloper bleek voor het uiteindelijke Wetboek van Strafrecht. Er was hierdoor
meer aandacht voor psychische afwijkingen met perspectief vanuit de natuurwetenschappelijke
benadering. Hieruit volgde enkele wettelijke regelingen voor het opsluiten van de psychisch
gestoorde en begon Engeland met de morele behandeling.
In de 19e eeuw kwam Pinel met ‘manie sans délire’ wat een gemoedstoestand aangeeft zonder
aantasting van het verstand. Hij zag niet alleen de onnozele of bezetene als mogelijke delinquenten
maar ook degene met een verminderde gemoedstoestand. Hieruit volgde dat er steeds meer
rechtszaken waren waarbij iemand niet werd veroordeeld op basis van hun geestelijke toestand. In
1841 werd dan ook de Krankzinnige Wet ingevoerd, met oog op toezicht en verbetering van deze
mensen. In 1884 werd deze verbeterd en in 1993 kwam de wet die wij nu kennen Wet Bijzondere
Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ)
In de psychologie zijn er 4 grote verklaringen voor psychische stoornissen;
Erfelijkheid – gedrag en kenmerken worden overgeërfd Lombroso
Degeneratie – volgende generaties gaan evolutionair achteruit op bepaalde kenmerken
Evolutie – survival of the fittest idee, met evolutie wordt de mens meer moreel.
Neurologische verklaringen – denk aan Finneas Gage, zijn gedrag veranderde na heftig
breinletsel.
,Inleiding Forensische Psychologie UvT
De visie op jongeren en criminaliteit is door de jaren heen ook veranderd. Vroeger werd er geen
onderscheid gemaakt tussen ouderen en jongeren, straffen waren voor iedereen gelijk. Tijdens de
invoering van de Code Pénal veranderde dit met de invoering van ‘zonder oordeel des
onderscheids’. Nu konden kinderen onder de 10 jaar geen straf krijgen en werden kinderen onder
de 16 jaar minder hard gestraft. Bij de invoering van de Kinderwet in 1905 werd deze leeftijd
verhoogd werd naar 18 jaar. Hierin stond er ook een verschuiving centraal van belang van de daad,
naar de dader. Hierbij wilde we de dader helpen en verbeteren samen met een rechtvaardige straf.
In de 20e eeuw kwam Van Hamel, die invoerde dat bepaalde gedragingen bepaalde straffen en
maatregelen nodig hadden. Lichtere vergrijpen hadden maatregelen nodig die zouden straffen en
afschrikken. Zwaardere vergrijpen kregen echte behandeling en duurde langer. De echte ernstige
vergrijpen werden onder beschikking gesteld van de regering met een minimale behandeling van
10 jaar met mogelijke uitstelling. Hieruit volgde in 1928 de Psychopaten Wet die begon met
terbeschikkingstelling van de regering (TBR). Hier was echter nog geen onderscheid tussen lichte
of zware vergrijpen, waardoor iedereen hier terecht kwam en het snel vol zat. In 1933 kwam
daarom de Stopwet, die ervoor zorgde dat deze maatregel alleen werd opgelegd bij zwaardere
vergrijpen.
Na de Tweede Wereldoorlog ontstond de commissie van naoorlogse strafrecht die meer
genuanceerd keken naar opsluiting van criminelen. Mensen waren getraumatiseerd dus wilden niet
zomaar iedereen opsluiten. Ze vonden ook dat criminaliteit situationeel kan zijn, zoals het stelen
van brood omdat je honger hebt. Rond deze tijd werd de Utrechtse school, geleid door Baan,
Kempe en Pompen, internationaal toonaangevend voor omgang met criminaliteit. De focus lag
hierdoor bij het gedrag en niet de daad zelf. De algemene zorg voor criminele verbeterde en er
werd speciale zorg geregeld voor gedetineerde met psychische stoornissen. Zo werd de TBS
maatregel verhoogd in duur en werd ook de longstay geïntroduceerd.
Rond 1970 veranderde het algemeen perspectief, andere levensstijlen werden niet meer als
afwijkend gezien maar juist geaccepteerd. Dit wordt ook wel de antipsychiatrie genoemd. In
1988 werd de TBR (terbeschikkingstelling van de regering) veranderd naar TBS,
terbeschikkingstelling in het algemeen.
Nederland en TBS
Zodra iemand een strafbaar feit begaat moeten we ons verschillende dingen afvragen; is er sprake
van ziekte? Moeten we behandelen of juist straffen? Welke behandeling is nodig en voldoet dit
dan aan de criteria van de wet zorg en dwang?
Om iemand te behandelen en te straffen moet er voldaan worden aan de volgende criteria:
Proportionaliteit: de straf/maatregel moet evenredig zijn aan de daad en het te
voorkomen gevaar ervan.
Subsidiariteit: de ingrijpende maatregel mag alleen ingezet worden als een lichtere straf
niet voldoende is.
Doelmatigheid: de behandeling moet effectief zijn in het tegenhouden van opkomend
gevaar.
De behandeling of maatregel die wordt opgelegd, kan alleen worden opgelegd bij delicten met
gevangenisstraffen vanaf 4 jaar. Hierbij zijn mensen niet volledig verantwoordelijk geweest voor
hun criminele daden, ofwel ze waren (gedeeltelijk) ontoerekeningsvatbaar. Indien dit niet
behandeld zou worden, zou er meer risico zijn op recidive.
TBS wordt gezien als behandelingsmaatregel meer dan een strafmaatregel, het is gericht op
herstel. Het is gebaseerd op ‘shared decision making’ en gefaseerde zorg, zodat alles rustig in de
stappen verloopt die de persoon in kwestie nodig heeft. Zo is er ook ruimte voor onderhandeling,
, Inleiding Forensische Psychologie UvT
in licht van een vrijwillig kader, maar indien nodig kan TBS ook onder dwang. Naast behandeling
is het doel hier ook resocialisatie, vandaar dat er ook uiteindelijk sprake is van verlof. Een ander
direct doel van TBS is het veiligstellen van de rest van de maatschappij. Dit wordt in stand
gehouden op korte termijn door hoge beveiliging en op lange termijn door het behandelen van de
stoornis of ziekte.
België en TBS
In plaats van TBS kennen ze in België internering. Dit is een juridische veiligheidsmaatregel
gericht op zorg en bescherming van de maatschappij. Het is bedoeld voor mensen met een mentale
handicap of psychische stoornis. Er is dan sprake van collocatie; het opsluiten van iemand ter
preventie van schade aan zichzelf of een ander. Deze maatregel is echter van onbepaalde duur.
Hierom heerst er veel controversie, omdat er geen toekomstperspectief aan zit. Daarnaast zou de
zorg ook tekort schieten. Hiervoor is België meerdere malen veroordeeld op het Europees Hof
voor de Rechten van de Mens. Er lijkt echter verbetering in te zitten na de herziening van deze wet
in 2016. Hier werden meer ideeën van Van Hamel in verwerkt, de zorg verbeterd en de
psychiatrische ziekenhuizen uitgebreid.
Hoorcollege 2
In dit college worden de verklaringsmodellen besproken, die crimineel gedrag proberen te
verklaren.
Risk-Need-Responsivity
In de jaren 70/80 had men een ‘niks werkt’ houding, waardoor er alleen maar harder werd gestraft.
Maar wat werkt nou echt? Dat is uitgezocht door Andrews & Bronta en zij vonden 3
basisprincipes voor effectieve daderrehabilitatie.
Risk – risicoprincipe: het moet aansluiten bij het risiconiveau van de dader, zowel de
behandeling als het recidive risico. (Van Hamel begon hiermee!)
Need – behoefteprincipe: behandeld de ‘criminogenic needs’ ofwel criminogene
behoeftes, de kenmerken die ervoor zorgen dat iemand criminele daden begaat.
Responsivity – responsiviteitsprincipe: het moet aansluiten bij de capaciteiten en
leerstijlen van de dader.
De hoofdfocus van deze therapie moet dus zijn het reduceren van dynamische risicofactoren.
Risicotaxatie wordt gebruikt om het recidive risico in te schatten. Het is een statistische
benadering aangevuld met klinisch inzicht, zodat er rekening wordt gehouden met alle mogelijk
opties ondanks het algemene risico. Een voorbeeld hiervan is dat een hoge score op gewelddadig
recidive niet veel zeggend is voor iemand die volledig verlamd is, diegene zal dat nooit meer
kunnen. De taxatie instrumenten zijn gespecificeerd voor het type delict maar ook de dader zelf.
Op basis daarvan is er ook een goede basis voor de behandeling. Hier enkele voorbeelden van
risicotaxatie instrumenten:
HKTR: Historisch Klinisch en Toekomstig Recidive
HCRM: Historic Clinical Risk Management
SAVRY: Structured Assessment Violence Risk in Youth
PCLR: Psychopathy Checklist (Reviewed)
VRS: Violence Risk Scale
SVR: Sexual Violence Risk
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller enyavandermost. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.73. You're not tied to anything after your purchase.