Samenvatting wetenschapsfilosofie blok 2
DC1 introductie wetenschapsfilosofie + werkgroep 4
Het centrale vraagstuk binnen de wetenschapsfilosofie is het demarcatievraagstuk:
Wat is wetenschap en wat is geldige kennis? Wetenschap gaat over feiten, het is gericht op het
achterhalen van de waarheid.
Er zijn verschillende typen vragen in de wetenschapsfilosofie.
Ontologische vraag: een vraag die betrekking heeft op welke dingen werkelijk bestaan en wat
hun wezenlijke natuur is. → Wat is long covid?
Epistemologische vraag: “wat is kennis?” + “hoe bereiken we kennis?” → als er zoiets is als
longcovid, hoe komen we dan tot kennis hierover?
Methodologische vraag: praktische uitvoering van de epistemologische vraag. → als je een
epistemologische vraag hebt, hoe stel je dan een onderzoek op om dit te onderzoeken?
Logisch positivisme:
Wiener Kreis ontwikkelde het logisch positivisme. Logisch positivisme stelt dat kennis alleen
betekenisvol is als het empirisch waarneembaar of logisch verifieerbaar is. Dit betekent dat
een uitspraak alleen zinvol is als hij empirisch getest kan worden (geobserveerd met zintuigen)
of als hij logisch en wiskundig bewezen kan worden. Ze probeerden wetenschap te baseren op
inductie.
Logisch positivisme draait om het verificatieprincipe: een theorie of uitspraak is alleen zinvol
als deze empirisch kan worden geverifieerd. Bijvoorbeeld:
Het regent buiten → betekenisvol. We kunnen zien of het regent.
God bestaat → betekenisloos, we kunnen dit niet waarnemen.
Empirische observaties zijn essentieel voor het opbouwen van kennis. Metafysica (opvattingen
die niet empirisch te testen zijn) wordt verworpen. Volgens hen bestaat God of sterren dus niet,
we kunnen dat namelijk niet zien. Volgens het logisch positivisme gelden er universele criteria
(ook volgens kritisch rationalisme).
Kenmerken (onderstreepte kenmerk bijna ALTIJD toepassen bij vragen over of er sprake is van
geldige kennis volgens deze stroming):
• Antimetafysische houding: het vermijden of ontkennen van de waarde of het nut van
metafysische vragen en speculaties over de fundamentele aard van de werkelijkheid.
• Verificatiecriterium: de enige kennis die je hebt is de absolute waarheid die je
waarneemt.
• Inductieve redeneervorm: je vertrekt vanuit een empirische grondslag, vanuit
waarneming ontwikkel je een theorie.
• Rock bottom of knowleddge: er is een ultieme waarheid, je KAN het 100% zeker weten
volgens het verificatiecriterium.
• Kennis als stijgende lijn
• Inductief: wetenschappers verzamelen specifieke waarnemingen en gebruiken inductie
om algemene wetten en theorieën te formuleren.
• Universele criteria voor wetenschap: er zijn universele overkoepelende criteria die voor
alle wetenschappers gelden.
, Kritisch rationalisme:
Karl Popper was kritisch over het positivisme en stelde een alternatieve visie voor op
wetenschap en kennis: het kritisch rationalisme. Kritisch rationalisme verwerpt het idee van
verificatie en inductie als basis voor wetenschap.
Volgens Popper kan een wetenschappelijke theorie nooit definitief worden bewezen
(verifieerbaar), maar alleen weerlegd (gefalsificeerd). Popper stelde dat wetenschappelijke
vooruitgang wordt bereikt door het opstellen van theorieën die zo precies mogelijk zijn, zodat ze
getest en weerlegd kunnen worden.
Als je een hypothese stelt moet je volgens hem actief proberen deze te weerleggen. Als het vaak
geprobeerd is om iets actief te weerleggen, maar dit niet lukt, wordt de waarschijnlijkheid groter
(de corroboratiegraad stijgt). Je vertrekt vanuit theorie i.p.v. waarnemingen (in vergelijking met
logisch positivisme). Rationalisten benadrukken verder dat onze waarnemingen altijd
theoriegeladen zijn.
Logisch positivisme: waarnemen of alle zwanen wit zijn.
Kritisch rationalisme: je hebt de hypothese dat niet alle zwanen wit zijn en dat ga je falsificeren.
Bij sociale wetenschappen is repliceerbaarheid niet heel belangrijk, de situatie verandert
steeds. Bij natuurwetenschappen is dit wel erg belangrijk. Bij het logisch positivisme en kritisch
rationalisme kan je dingen waarnemen, dit zijn dus natuurwetenschappen.
Kenmerken (onderstreepte kenmerk bijna ALTIJD toepassen bij vragen over of er sprake is van
geldige kennis volgens deze stroming):
• Kritiek op het logisch positivisme
• Falsificatie: het proces van het testen van een hypothese d.m.v. actief proberen de
hypothese te weerleggen of ontkrachten.
• Je bereikt nooit absolute waarheid. Ze geloven wel dat de waarheid bestaat, maar ze
geloven dat je er nooit achter kunt komen Hoe vaker je de hypothese bevestigt, ondanks
actief proberen te weerleggen, hoe waarschijnlijker (hogere corroboratiegraad).
• Theoriegeladen feiten: alleen waarnemingen zijn niet absoluut, er zit altijd een mening
aan vast.
• Deductief: je hebt een hypothese en deze ga je toetsen.
• Universele criteria voor wetenschap.
• Principiële feilbaarheid: je kan nooit 100% kennis bereiken, na vaak proberen te
falsificeren wordt de corroboratiegraad groter. Het kan dat na 20x falsificeren de
hypothese toch wel gefalsificeerd wordt, de kennis wordt dus als voorlopig gezien.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 744231eh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.