Tentamen eerste kans 2024-2025
Vraag 1
In het in week 1 voorgeschreven en bestudeerd verslag van een schriftelijk
overleg over de bescherming van grondrechten zijn meerdere kritische vragen
gesteld over de leer van de redelijke uitleg. In een reactie op die vragen heeft de
minister uitgelegd: ‘Met [de leer van de redelijke uitleg] is een evenwicht gezocht
tussen enerzijds een zeer strikte toepassing van de beperkingssystematiek – die
de wetgever zou overvragen – en anderzijds een ruime bevoegdheid om daarvan
af te wijken.’
Leg uit a) hoe de redelijke uitleg dit evenwicht bewaakt en b) waarom bij
toepassing van het EVRM aan deze leer minder behoefte bestaat.
Antwoordmodel:
a) De leer van de bijzondere beperkingen verlangt dat iedere beperking van een
grondrecht is terug te voeren op een wettelijke grondslag, die bovendien
specifiek beoogd moet hebben dat grondrecht te beperkingen (1 punt voor
benoemen en toelichten leer).
Een strikte toepassing van deze leer zou bijvoorbeeld met zich brengen dat een
sluiting van een gebedsgebouw wegens het overtreden van brandvoorschriften
een andere, meer specifieke grondslag nodig heeft dan die brandvoorschriften.
Die brandvoorschriften zijn immers algemeen van aard en hebben niet als doel,
maar als neveneffect dat de godsdienstvrijheid mogelijk wordt beperkt. Strikte
toepassing van deze leer zou leiden tot het oordeel dat die brandvoorschriften
ongrondwettig zijn, want niet te herleiden tot de beperkingsclausule. (Hetzelfde
geldt voor andere algemeen geaccepteerde regels, zoals verkeersregels, die als
neveneffect kunnen hebben dat zij de uitoefening van een grondrecht raken).
Voor de wetgever zou die strikte toepassing een enorme opgave betekenen,
omdat hij dan in specifieke wettelijke grondslagen moet voorzien voor al die
regels die onbedoeld grondrechten beperken (1 punt voor schetsen
probleem).
Met de leer van de redelijke uitleg wordt uitgedrukt dat grondrechten niet altijd,
overal en op iedere wijze kunnen worden uitgeoefend. De gedachte is dat het in
voornoemde gevallen niet redelijk is die (geringe en onbedoelde) beperkingen te
onderwerpen aan de beperkingssystematiek. Met de leer van de redelijke uitleg
wordt dus voorzien in een ventiel voor gevallen waarin de druk van de leer van
de bijzondere beperkingen onredelijk hoog zou worden (1 punt voor uitleg van
de oplossing die de redelijke uitleg biedt).
b) Bij toepassing van het EVRM bestaat geen vergelijkbare of minder behoefte
aan de leer van de redelijke uitleg, omdat het EVRM geen leer van de bijzondere
beperkingen kent. De meer materiele toets die in het EVRM-criterium ‘voorzien
bij wet’ besloten ligt, biedt voldoende flexibiliteit om ook bepalingen als
grondslag te aanvaarden die niet specifiek beogen een grondrecht te beperken,
maar wel dat effect hebben (1 punt voor benoemen materiele toets in het
kader van ‘voorzien bij wet’-vereiste, 1 voor toepassing en conclusie).
, - NB 1. Deze vraag is heel soepel nagekeken. Voor een correcte
beantwoording van deze vraag is vereist dat de student ingaat op de leer
van de bijzondere beperkingen en waarom de leer van de redelijke uitleg
de scherpe kantjes van de leer van de bijzondere beperkingen eraf haalt
en welk probleem daarmee wordt opgelost. Veel studenten verwoorden dit
tamelijk inaccuraat of schrijven iets op waardoor een eerder geponeerd
standpunt wordt ondergraven. Ook schrijft een aantal studenten wel iets
over de leer van de redelijke uitleg, maar niet zozeer wat het probleem is
van strikte toepassing van de leer van de bijzondere beperkingen en op
welke wijze de leer van de redelijke uitleg de angel uit de leer van de
bijzondere beperkingen kan halen en welk probleem daarmee nu wordt
opgelost. Daarop ingaan is wel vereist, gelet op de vraagstelling.
- NB 2. Dat bij toepassing van het EVRM minder of geen behoefte bestaat
aan de leer van de redelijke uitleg, moet in de sleutel worden geplaatst
van de eerste beperkingsvoorwaarde die doorgaans wordt gesteld voor het
beperken van fundamentele rechten van het EVRM: is de beperking
voorzien bij wet? Omdat het EVRM een meer materiele benadering
hanteert voor het wetsbegrip – in tegenstelling tot onze Grondwet en het
daarin gebruikte wetsbegrip – is het immers veel minder relevant of de
beperking berust op een regel die afkomstig is van een tot beperking
bevoegd orgaan. Het plaatsen van dit deel van de tentamenvraag in het
kader van de andere twee beperkingsvoorwaarden van het EVRM (legitiem
doel en noodzakelijkheidsvereiste) miskennen deze juridische context.
Anders dan sommige studenten menen, heeft de ‘leer van de redelijke
uitleg’ niets te maken met redelijkheid in de zin van proportionaliteit en
subsidiariteit als deel van de noodzakelijkheidstoets inzake beperkingen,
maar ziet het op een reikwijdtevraag. Aldus vallen voor antwoorden met
een dergelijke strekking geen punten te verdienen voor dit deel van het
antwoord.
Vraag 2
Stel, een Nederlandse burgemeester leert zijn dochtertje rolschaatsen op de
stoep voor huis. Wanneer hij haar voordoet hoe het remblokje werkt, blijkt hijzelf
ook de techniek niet te beheersen: hij komt ten val en breekt zijn bril. Een
fotograaf van een landelijk roddelblad heeft liggen posten in de haag op de
erfscheidingsgrens met de buren en weet het ongelukkige voorval perféct op de
gevoelige plaat vast te leggen. Gauw maakt deze zich uit de voeten. Onze
hoofdrolspeler, die in functie de laatste tijd toch al een wankele indruk maakt,
kan zich de koppen al voorstellen (‘BURGERVADER OPNIEUW UIT BALANS’).
Terstond spant hij een kort geding aan om een publicatieverbod te eisen voor het
tijdschrift wegens schending van zijn verdragsrechtelijk beschermde recht op
privacy.
Op basis van welke criteria zal de voorzieningenrechter vermoedelijk beoordelen
of de vordering moet worden toegewezen, en welke kant denkt u dat het zal
uitvallen?
Antwoordmodel
In casu is er sprake van botsing van grondrechten (term moet genoemd;
essentieel leerstuk),
waardoor een een ‘fair balance’ gemaakt moet worden. 1 pt.
Het gaat in casu om enerzijds het recht op privéleven (art. 8 EVRM) en
meningsuiting c.q.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoniemestudentaanderug. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.46. You're not tied to anything after your purchase.