Dit is een samenvatting van het vak privaatrecht. Het vak wordt in het eerste jaar van de studie hbo-rechten gegeven. Het is een goede samenvatting die (bijna) volledig is uitgewerkt. Het geeft een duidelijk overzicht van de belangrijkste punten die je moet weten voor de toets.
In het verbintenissenrecht staat de rechtsrelatie tussen personen onderling centraal.
Een rechtsrelatie is de juridische relatie tussen personen en/of een goed. Ook wel rechtsverhouding
genoemd.
Het goederenrecht is het rechtsgebied dat gaat over de rechtsrelatie tussen een persoon en een
goed.
Vermogensrecht is het verbintenissenrecht en goederenrecht samen. Het vermogensrecht is een van
de twee hoofdonderdelen van het privaatrecht en regelt de verhoudingen die op geld waardeerbaar
zijn tussen burgers onderling.
Het privaatrecht ziet op alle juridische betrekkingen tussen burgers onderling. Het tweede
hoofdonderdeel van het privaatrecht is het personen- en familierecht.
In het publiekrecht gaat het altijd over de relatie tussen de overheid en een persoon. Onder het
publiekrecht vallen het strafrecht, het staatsrecht en het bestuursrecht.
Privaatrecht Publiekrecht
Personen- en
Vermogensrecht Strafrecht Staatsrecht Bestuursrecht
familierecht
Goederenrecht Verbintenissenrecht
Het recht kent de volgende personen: natuurlijke personen en rechtspersonen.
Een natuurlijk persoon is een mens, ook wel een mens van vlees en bloed genoemd.
Een rechtspersoon zijn een bedrijf, een stichting en een vereniging. Een rechtspersoon staat wat het
vermogensrecht gelijk aan een natuurlijk persoon.
Natuurlijk persoon → natuurlijk persoon
vb. Leroy huurt een kamer van Bart
Natuurlijk persoon → rechtspersoon
vb. Jasper heeft zich ingeschreven bij de hogeschool
Rechtspersoon → rechtspersoon
vb. de hogeschool koopt een stuk grond van gemeente Groningen
Wanneer er een rechtsrelatie tussen personen is, dan ontstaan hier verbintenissen uit. Een
verbintenis is een rechtsrelatie tussen twee personen, waarbij de ene partij verplicht is om een
prestatie te leveren, terwijl de andere partij hier recht op heeft.
1
,De persoon die moet presteren wordt schuldenaar genoemd.
De persoon die recht heeft op de prestatie wordt de schuldeiser genoemd.
2
, 1.2. Rechtsfeiten
Gewone feiten is een feit zonder dat ze een rechtsgevolg hebben.
Een rechtsfeit is een feit met wel een rechtsgevolg. Dat wil zeggen: het feit heeft een gevolg volgens
het geldende recht.
Kopen van een goed is een rechtsfeit. De koper wordt eigenaar.
Rechtsfeiten kan je opsplitsen in rechtens relevante handelingen en blote rechtsfeiten.
Blote rechtsfeiten zijn geen handelingen, maar hebben toch rechtsgevolg. Dit soort rechtsfeiten
vinden hoe dan ook plaats, zonder dat er een feitelijke handeling aan te pas komt.
De geboorte van een kind, overleiden van iemand, meerderjarig worden zijn blote rechtsfeiten.
Een rechtens relevante handeling is een handeling die relevantie heeft voor het recht, een handeling
die rechtsgevolg heeft.
1.3. rechtens relevante rechtshandeling
Feitelijke handelingen zijn handelingen die wel rechtsgevolg hebben, maar die daar niet op zijn
gericht.
vb. onrechtmatige daad, ongeluk.
Rechtshandeling zijn ook rechtens relevante handelingen, maar zijn uitdrukkelijk gericht op een
rechtsgevolg. Art. 3:33 BW bepaalt:
‘een rechtshandeling vereist een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft
geopenbaard’
Dit artikel heeft twee voorwaarden:
- Er is een op een rechtsgevolg gerichte wil (oogmerk);
- Die wil heeft zich door een verklaring geopenbaard (wilsuiting).
Rechtshandelingen kan je onderscheiden in eenzijdige en meerzijdige rechtshandelingen.
Eenzijdige rechtshandelingen: wordt het rechtsgevolg tot stand gebracht door een persoon, zonder
dat de medewerking van een ander persoon nodig is. Er is sprake van een wilsuiting van een persoon,
gericht op een bepaald rechtsgevolg.
vb. Testament.
Meerzijdige rechtshandeling: is het noodzakelijk dat twee personen een bepaald rechtsgevolg tot
stand willen brengen. Hiervoor is een wilsuiting van beide partijen vereist. Deze wilsuiting moet
gericht zijn op hetzelfde rechtsgevolg.
vb. Huurovereenkomst.
Eenzijdige rechtshandelingen kunnen worden onderverdeeld in persoonsgerichte en niet-
persoonsgerichte eenzijdige rechtshandelingen.
Een persoonsgerichte rechtshandeling: wordt door de ene partij verricht en is gericht tot een
specifieke persoon.
vb. Leroy zegt de huur van zijn kamer op bij de verhuurder
Een niet-persoonsgerichte rechtshandeling: gaat het ook om een handeling door één partij gericht
aan een andere partij. De handeling is echter niet gericht tot een specifieke persoon. Het is niet van
belang tot wie de handeling is gericht.
vb. Arie doet aangifte van Junipers geboorte bij ambtenaar burgerlijke stand.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sashalok. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.74. You're not tied to anything after your purchase.