Deel 1: productbeleid:
1.1. wat is een product:
1.1.1. definitie:
Product:
= geheel van materiële eigenschappen van een goed of dienst
= alles wat op een markt kan gebracht worden of aangeboden worden voor consumptie,
gebruik of verbruik -> in een behoefte voorzien
= materiële objecten, personen, plaatsen, organisaties en ideeën
(behoefte van de klant worden vervuld)
Dienst:
= immateriële producten die geen eigendomsoverdracht tot gevolg hebben
De 5 kenmerken van diensten: (dienst kan je niet bewaren)
Ontbreken van eigendom
o Diensten gaan niet in eigendom over op de koper of de gebruiker
Onscheidbaarheid
o Diensten kunnen niet worden gescheiden van de dienstverlener
Vergankelijkheid
o Diensten kunnen niet voor later gebruik of latere verkoop worden opgeslagen
Als je naar de kapper gaat, haar laten knippen, je kan er niet tegen zeggen
kunde mijn haar bewaren en dan kom ik volgende week opnieuw
Ontastbaarheid
o Diensten kunnen niet worden gezien, geproefd of vastgepakt voordat zij worden
gekocht
Heterogeniteit of variabiliteit
o Kwaliteit van de dienst is afhankelijk van degene die hem verleent en van wanneer,
waar en hoe
Tastbaar tot ontastbaar variërend goederen-dienstencontinuüm:
Voorbeelden product – dienst:
o 3 types:
o Tastbaar product
Eten, gsm, tafel, laptop
o Ontastbaar product
Muziek, crypto, Netflix, apps op gsm
o Dienst
De lijn, nmbs, kapper gaan, tandarts, politie
,1.1.2. productniveaus:
o Uitgebreid product is belangrijk om te
differentiëren in de markt
o Op restaurant gaan:
o Kernbenefit: maag vullen
o Tastbaar product: voeding
o Uitgebreid product: bediend w
Kernproduct (core product):
o = de oplossing of de verzameling van
kernbenefits die de klant verwerft wanneer hij het product aankoopt
o Het product wordt beschouwd in termen van functies voor de afnemer: het product als
vervuller van een specifieke behoefte van de afnemer
“de waarom vraag” is belangrijk om tot uw kernbenefit te komen
Waarom koop je boor?
Waarom wil je een schilderij op hangen?
Tastbare product (tangible product):
= de componenten van het product die fysiek waarneembaar zijn en die samen de benefits
van het kernproduct leveren
5 kenmerken:
o Functies
o Stijl
o Kwaliteitsniveau
o Merknaam
o Verpakking
Uitgebreide product (augmented product):
= de toegevoegde eigenschappen, zoals extra dienstverlening en benefits, die rond het kern-
en tastbare product worden gecreëerd
Differentiatie (en dus de concurrentie) komt het vaakst voor op het niveau van het
uitgebreide product
Voorbeelden:
Tesla:
UP: meer service dan andere automerken, unieke merkbeleving
TP: auto’s
KP: elektrisch verplaatsen
Ryanair vliegticket:
UP: bedankje na aankoop, service buiten en op het vliegtuig
TP: ticket
KP: toegang tot de vliegrit
Hilton Hotel:
UP: service personeel, secretaresse, poetsvrouw, kok
TP: eten, bed, kamer
KP: overnachting (verblijf)
,Rituals bodycrème:
UP: service winkel (verkoopsters), garantie bij over datum
TP: de crème, tube
KP: verzorging lichaam
Alessi Kaasrasp:
UP: verschillende vormen om kaas te raspen, periode garantie
TP: rasper
KP: kaas raspen
1.1.3. productindelingen:
Duurzaamheid
Consumentenproducten
Industriële producten
Bijzondere producten
Duurzame en niet-duurzame producten:
Duurzame producten:
Producten die je voor een langere aan gaat kopen, je kan het herbruiken
o Bv.: oven koelkast, zetel, laptop
Niet-duurzame producten:
Producten die je voor een keer gebruikt, fast moving consumer goods (FMCG)
o Bv.: water, voedsel
Consumentenproducten:
= gekocht door eindconsumenten voor persoonlijk gebruik
Ingedeeld op basis van koopgewoonten:
o Convenience products
o Shopping products
o Speciality products
o Unsought products
Verschillen in de manier waarop ze worden gekocht en op de markt worden gebracht
Convenience products:
Consument wil hiervoor zeer weinig koopinspanning verrichten
Frequent en routinematig aangekochte producten
Worden vaak, onmiddellijk en zonder veel vergelijking gekocht
Laag geprijsd en op vele plaatsen beschikbaar
Bv.: boodschappen (producten waar je niet teveel over nadenkt)
Shopping products:
Consument is bereid enige moeite te doen voor aankoop
Minder vaak aangekocht
Tijd voor selectie- en koopproces + merken worden vergeleken op prijs, kwaliteit,
geschiktheid en stijl
Aangeboden via minder verkooppunten maar meer verkoopondersteuning
o Kleuren doekjes, bv voor mat
Bv.: kleding, decoratie (betrokkenheid gaat iets hoger zijn dan het convenience product -> meer
beleving)
, Speciality products:
Hebben unieke kenmerken of speciale merkidentiteit waarvoor aanzienlijke groep klanten
een bijzondere koopinspanning over heeft
Weinig prijsbewust
Merken worden in principe niet vergeleken
Exclusieve distributie (regio)
Gerichte promotie
Bv.: apple, lamborgini (sorry, ik wil alleen dat)
Unsought products:
Klant kent product wel of niet maar heeft eigenlijk geen interesse in aankoop
o Latente behoefte
-> vereisen veel reclame, persoonlijke verkoop & andere marketingactiviteiten (soms
agressief)
Bv.: maxi cosi, Teams (voor corona) (producten die wij kennen maar geen interesse voor hebben)
Consumentenproducten versus industriële producten:
Consumentenproduct -> je koopt het voor jezelf
Industrieel product -> werkgever koopt voor elke werknemer een product (laptop)
Industriële producten:
Materialen en onderdelen
o Grondstoffen
o Gefabriceerde onderdelen
Bv.: bezem, tonnen, lift, motor, graan
Kapitaalgoederen
o Installaties
o Hulpapparatuur
Bv.: heftruck, gebouw, lift
Hulpmaterialen en diensten
o Voorzieningen
o Bedrijfsmaterialen en diensten
Bv.: ramenwasser
Bijzondere productindeling:
Organisaties: (organisatiemarketing)
o Rode kruis, WWF, Unicef, Tomorrowland
Personen: (personenmarketing)
o Trump, Mohamed Ridouani (burgemeester Leuven), Obama “Yes we can”
Plaatsen:
o Citymarketing: mediastad Vilvoorde, reizen in eigen land, Leuven (wk wielrennen), I
love New York
o Regiomarketing: herleef in Limburg
Ideeën: (maatschappelijke marketing)
o Naleven corona maatregelen, niet dronken rijden, laat je vaccineren, kom op tegen
kanker
1.2. beslissingen i.v.m. producten:
1.2.1. beslissingen over afzonderlijke producten:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gertvanalphen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.55. You're not tied to anything after your purchase.