Methodologie van sociaal-wetenschappelijk onderzoek
Hoorcollege 1
Deductie vs inductie:
> Deductive approach: vooraf een hypothese afleiden uit de theorie en deze toetsen met
behulp van gegevens (theorie -> observaties/bevindingen)
> Inductive approach: inzichten verkrijgen door het verzamelen en analyseren van
gegevens (observaties/bevindingen -> theorie)
Filosofische uitgangspunten
Ontologie zijnsleer (tak binnen de filosofie)
- Centrale vraagstelling: wat is de fundamentele aard van de werkelijkheid + hoe zit de
(sociale) werkelijkheid in elkaar? + wat zijn de eigenschappen van het zijn?
- Ontologische standpunten:
o Objectivisme: sociaal verschijnsel/sociale wereld is onafhankelijk (extern) van
menselijke betekenis (menselijk gedrag wordt gestuurd). Focus op ‘feiten’:
ongelijkheid etc. zijn geen constructies maar externe, objectieve verschijnselen die
ons beïnvloeden.
o Constructivisme: er is geen werkelijkheid die onafhankelijk is van menselijke
betekenisgeving, het is een bouwsel (sociale constructie) dat samen door mensen in
bepaalde context wordt gevormd (menselijke interpretaties kunnen onafhankelijk
van een sociale constructie veranderen). Focus op ‘perspectieven’:
onrechtvaardigheid etc. zijn geen objectieve verschijnselen maar sociale
constructies die een specifieke betekenis hebben in een bepaalde context.
Epistemologie kennisleer (tak binnen de filosofie)
- Centrale vraagstelling: hoe kunnen we de wereld om ons heen kennen? + wat is kennis? +
hoe verkrijgen wij aanvaardbare kennis over de sociale werkelijkheid?
Sociale wetenschappen: pre-paradigmatisch
- Er is geen overeenstemming over de epistemologische veronderstellingen, dus geen
eenduidige visie op hoe onderzoek gedaan kan en moet worden.
- Er zijn twee ideaaltypische benaderingen om kennis over de sociale werkelijkheid te
vergaren (2 epistemologische benaderingen, research strategies):
Niet zo zwart wit, je hebt beide nodig om dingen te begrijpen.
o Positivistische school: verklaren (Erklaren), afstandelijk, causale relaties sociale-
economische klasse. Benadering wordt ook wel aangeduid als
‘natuurwetenschappelijke methode’. Voor sommige is het een negatieve term.
Alternatieve benaming: empirisch-analytische benadering.
> Aard en doel: nomothetische verklaringen, op zoek naar algemene, universele,
causale wetmatigheden om patronen in menselijk gedrag te verklaren.
Reductionistisch, focus op de invloed van bepaalde, afzonderlijke variabelen.
> Hoe komen we tot kennis?: formuleren (via deductie) van theorieën en
hypothesen (causale wetmatigheden). Toets deze door ze te vergelijken met ‘de
harde feiten’, door eliminatie van onjuiste theorieën leren we stap-voor-stap van
, onze fouten (via inductie of falsificatie). Empirisme, we verkrijgen kennis via
zintuigelijke ervaringen (waarnemingen) -> phenomenalism is een radicale vorm
van empirisme
o Interpretatieve school: begrijpen (Verstehen), in gesprek gaan, inleven in de ander ->
uitkomst anders. Deze benadering omvat verschillende intellectuele tradities:
hermeneutiek (uitleggen), studie van de interpretatie van teksten, phenomenology,
studie van betekenis-geving van mensen, verstehen, begrijpen.
> Doel: bestuderen van de betekenis van menselijk denken en handelen, op een
bepaald tijdstip, in een bepaalde context.
> Onderzoek is vaak idiografisch van aard (idios = eigen, zelf).
Beschrijving/verklaring van een uniek geval, een unieke context of uniek proces
dat zich nooit op dezelfde manier zal herhalen. Holistisch (geheel): gericht op de
gehele context
> Hoe komen we tot kennis?: bekijk de wereld door de ogen van iemand anders,
dubbele interpretatie (onderzoeker beschrijft en interpreteert de
interpretaties/perspectieven van onderzochte mensen)
- Karl Popper, Objective knowledge. An evolutionary approach (1972). Zijn visie sluit aan bij
objectivisme; het is mogelijk om objectieve kennis te verkrijgen via een evolutionair proces,
slechte theorieën vallen af en de goede blijven bestaan. Volgens Popper zijn theorieën met
elkaar te vergelijken, we kunnen dichter bij ‘de waarheid’ komen door ze te toetsen aan de
‘harde feiten’ en onjuiste theorieën weg te gooien. Realisme: kennis is te vergaren over ‘de
waarheid’ doordat er een goede wetenschappelijke theorie bestaat die ‘de werkelijkheid’
beschrijft.
We stuiten op het inductie-probleem: wat hebben we eigenlijk aan een bevestigende
observatie? Oplossing Popper: falsificatie, we hebben niet zo veel aan een bevestigende
observatie maar wel aan een weerlegging.
- Thomas Kuhn, The structure of scientific revolutions (1962). Zijn visie sluit aan bij
constructivisme. Hij beschrijft hoe wetenschap feitelijk werkt. Volgens hem is het ene
paradigma (perspectief, ‘denkraam’) niet beter dan het andere, ze zijn incommensurable
(onverenigbaar, ‘incompatible’), een paradigma-wisseling brengt ons niet dichterbij de
waarheid.
Kwantitatief vs kwalitatief onderzoek
- Eigenlijk: getallen (afstandelijk) vs gegevens die je niet omzet in getallen (nabij)
kwantitatief kwalitatief
Ontologie? Objectivisme Constructivisme
Epistemologie? Positivistisch Interpretatief
Object en doel van studie: Sociale verschijnselen Betekenisgeving en
beschrijven en causaal perspectieven begrijpen en
verklaren middels beschrijven in een
, algemene theorieën specifieke, unieke context
Rol van theorie? Deductief Inductief
Rol van theorie Concepten meten en Concepten en theorieën
theorieën toetsen verkennen en ontwikkelen
Research strategies
Onderzoeksbenadering: research strategy
> Epistemologische uitgangspunten: verklaren vs begrijpen
Onderzoeksontwerp: research design
> Concreet plan van aanpak van de uitvoering van het onderzoek
Onderzoeksmethode: research method
> Manier waarop gegevens verzameld en geanalyseerd worden
> Vb = survey: grootschalig, gestandaardiseerde manier, gekwantificeerde data (statistische
analyse)
> Vb = diepte-interviews: kleinschalig, meer flexibel, data van kwalitatieve aard (verhalen)
De rol van waarden
Volgens positivisme
Onderzoeker moet neutraal zijn, en dat kan ook.
Waarde-vrijheid: kennis moet gebaseerd zijn op objectieve feiten en bewijzen, niet op
persoonlijke waarden, opinies en vooroordelen
Daarom: strikte scheiding tussen normatieve en wetenschappelijke uitspraken.
Onderzoeksresultaten staan los van waarde-oordelen. Uit ‘wat is’ kan men geen norm
afleiden (‘hoe het zou moeten zijn’)
Volgens interpretivisme
Onderzoeker moet proberen neutraal te zijn, maar dat is heel erg lastig, onmogelijk
Methodologisch relativisme: zet je eigen waarden even terzijde (‘bracketing’); de ene
visie is niet beter dan de andere.
Reflexiviteit: wees je bewust van de mogelijke invloed die je persoonlijke achtergrond en
perspectief gehad kunnen hebben op onderzoek.
3e benadering: Kritisch-emancipatoire benadering: samenleving veranderen, mensen
emanciperen (conscious partiality = bewuste partijdigheid)
Er is sprake van een zekere spanning:
- Enerzijds moet onderzoek waardevrij zijn: neutraal, onafhankelijk, onpartijdig, gebaseerd op
wetenschappelijke methoden.
- Anderzijds moet onderzoek waardevol zijn: belangrijk en relevant zijn voor de samenleving,
een positieve impact hebben.
Hoorcollege 2
Kwaliteitscriterium:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller helineryalcin. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.08. You're not tied to anything after your purchase.