Paragraaf 1:
Het vak economie gaat over de behoeften die mensen hebben en de keuzes die zij maken om in hun
behoeften te voorzien. Alles wat je nodig hebt of graag wilt hebben, noem je behoeften. De
noodzakelijke levensbehoeften zoals eten/drinken, kleding en woonruimte zijn primaire behoeften.
Alle overige behoeften die je hebt, zijn secundaire behoeften.
Door technologische ontwikkelingen komen er telkens nieuwe producten op de markt. De koop en
verkoop via internet noem je e-commerce.
Om in je behoeften te voorzien, heb je middelen nodig. De belangrijkste middelen zijn geld en tijd.
We hebben heel veel behoeften, maar onze middelen zijn beperkt. Dit noem je dat schaarste. Iets is
schaars als er niet vanzelf, zonder inspanningen, genoeg van is om alle behoeften te vervullen.
Schaars is niet hetzelfde als zeldzaam. Als goederen schaarser worden gaan de prijzen ervan omhoog.
Zeewater, zonlicht en wind zijn vrije goederen. Dat betekend dat ze vrij beschikbaar zijn en dat er
geen middelen ingezet hoeven te worden om ze te verkrijgen. Je hoeft er dus niet voor te betalen.
Door schaarste moet je prioriteiten stellen. Dat betekend dat je kiest welke behoeften voor jou het
belangrijkst zijn. Door het maken van de juiste keuzes kun je beter in je behoeften voorzien. Hierdoor
neemt je welvaart toe, want welvaart is de mate waarin je in je behoeften kunt voorzien. Je welvaart
neemt vooral toe als je inkomen stijgt, want dan kun je meer kopen om in je behoeften te voorzien.
Ook zelfvoorziening levert een bijdrage aan je welvaart. Zelfvoorziening betekend dat je in je
behoefte aan goederen of diensten voorziet zonder die te kopen.
Paragraaf 2:
Iemand die goederen of diensten koopt om in zijn behoeften te voorzien, is een consument. Wat jij
als consument koopt, hoeveel je eraan uitgeeft, waar je iets koopt, of je wel of geen merken koopt,
dat zegt allemaal iets over jou koopgedrag. Koop je een bepaald merk sportschoenen omdat je
vrienden en familie er zo enthousiast over zijn, dan heb je te maken met sociale beïnvloeding. Als je
voor dat merk kiest omdat een verkoper je overhaalt of omdat je er een reclame over hebt gezien,
dan is dat commerciële beïnvloeding. Iets is commercieel als er een bedrijf achter zit dat eraan wil
verdienen.
Alles wat bedrijven doen om hun product te verkopen noem je marketing. Hierbij maken ze gebruik
van verschillende marketinginstrumenten die samen de marketingmix vormen. De belangrijkste
marketinginstrumenten zijn de 6 P’s.
Productbeleid: merk, smaak, verpakking.
Prijsbeleid: prijsproduct, korting acties.
Plaatsbeleid: locatie.
Promotiebeleid: hoe breng je een product onder aandacht?
Personeelsbeleid: wat voor personeel?
Presentatiebeleid: hoe worden producten gepresenteerd?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller demipersoon_. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.22. You're not tied to anything after your purchase.