Methodologie van Sociaal Wetenschappelijk Onderzoek
All documents for this subject (11)
Seller
Follow
sofieknook2
Content preview
Methodologie van sociaalwetenschappelijk onderzoek
WEEK1
Model 1: het onderzoeksproces
Kennisclip M1.1
Je begint meestal met de keuze van een thema en formulering van een onderzoeksvraag -- de
verschillende soorten onderzoeksvragen komen aan het slot van de clip aan bod.
Hoofstuk 1: (Bryman's SRM)
De elementen van het onderzoeksproces
1) Onderzoeksvraag: is heel belangrijk!!
4 soorten vragen in de juiste volgorde:
- Exploratief (inventarisatie): Een verkennende vraag gericht op het in kaart brengen
van een onderwerp. Voorbeeld: "Welke soorten mentale gezondheidsproblemen zijn
er?" Dit type vraag onderzoekt wat er bestaat en welke factoren mogelijk van invloed
zijn, zonder direct oorzaken of relaties te zoeken.
- Beschrijvend: Deze vraag probeert de omvang of kenmerken van een fenomeen te
bepalen. Voorbeeld: "Hoe groot is de groep studenten in Nederland die psychosociale
problemen heeft?" Dit type vraag richt zich op het kwantificeren of beschrijven van
een situatie.
- Verklarend (waarom?): Een vraag die dieper ingaat op oorzaken of factoren die een
rol spelen. Voorbeeld: "Welke factoren hebben een negatieve of positieve invloed op
de psychosociale gezondheid van Nederlandse studenten?" Deze vraag zoekt naar
verbanden en probeert de redenen achter een bepaald fenomeen te begrijpen.
- Evaluatief (hoe effectief?): Dit type vraag beoordeelt de effectiviteit van een
interventie of programma. Voorbeeld: "Hoe effectief is een interventie om stress onder
studenten te verminderen?" Deze vraag onderzoekt hoe goed iets werkt en kan ook
voor- en nadelen van verschillende opties in kaart brengen.
Geen onderzoeksvraag? Dat kan, maar het is wel heeel moeilijk.
2) Literatuur bestuderen: Hij komt overal terug, bij elke fase van het onderzoek
(ander boek zet theorie zo neer)
,3) Concepten en theorie
4) Selectie van onderzoekseenheden
5) Data-verzameling
6) Data-analyse
7) Rapportage
Ontwerp van een onderzoek: bevat heel veel.
Wie ga je interviewen?
Waar ga ik de mensen vinden?
De tijdsdementie (hoelang gaat het onderzoek duren)
Kennisclip M1.2
Het onderscheid tussen sociaalwetenschappelijk onderzoek en "alledaags"
onderzoek
- Het verschil tussen 'het zoeken naar antwoorden' op een alledaagse manier en het
zoeken naar antwoorden door het doen van wetenschappelijk onderzoek
3 punten van
- Systematisch: bewuste planning, duidelijk onderzoeksproces
contrast: intuïtief, ad hoc. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot ‘confirmation bias’
(bevestigen-vertekening): selectief zoeken naar informatie en/of alleen waarde hechten
aan informatie die je eigen idee en overtuiging bevestigt.
- Transparant: controleerbaar, open voor kritiek: uitleg en reflectie over hoe je tot
kennis bent gekomen.
Contrast: ondoorzichtig en dogmatisch
- Empirisch bewijs (data) geeft de doorslag (vs. Speculatie, eigen ideeën)
Contrast tussen empirisme (kennis vergaren via onze zintuigen/ waarnemingen, zie
key concept 2.1) en rationalisme (kennis vergaren via denken, redeneren)
, Onderzoek is niet altijd eenvoudig en kan niet altijd via een “reconstructed logic” dus
duidelijke stap-voor-stap procedure, maar is vaak wat rommeliger (logic in practice).
Conclusie is dat je moet reflecteren over de verschillende keuzes die je hebt gemaakt uit de
praktijk en dat het natuurlijk kan zijn en dat je niet altijd de goeie keuze hebt gemaakt, maar
dat je er wel op kan reflecteren wat de gevolgen zijn.
Kennisclip M1.3: De rol van theorie in onderzoek
Richting van theorieontwikkeling
Deductie- richting = van theorie naar concrete hypothese, (data-verzameling en hypothese)
Uitspraak 1. Alle mensen zijn sterfelijk.
Uitspraak 2. Socrates is een mens
Conclusie: Socrates is sterfelijk.
Dus: Hypothesis to be tested: Socrates is sterfelijk
Deductie is gebaseerd op logische afleiding.
(Uitspraken is theorievorming)
Inductie = van specifieke observaties naar theorie.
Begint bij de observaties bij de empirie
Observatie 1. Alle zwanen die ik eergisteren zag, waren wit.
Observatie 2. Alle zwanen die ik gisteren zag, waren wit.
Conclusie: alle zwanen zijn wit.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sofieknook2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.17. You're not tied to anything after your purchase.