Samenvatting van het boek 'Verbintenissenrecht begrepen'. Alle artikelen uit het boek zijn in de samenvatting opgenomen, dus je kunt alles zelf snel markeren. Veel gebruik gemaakt van voorbeelden, zodat je het goed kunt onthouden. Eigen cijfer: 10.
Verbintenis: een juridische relatie tussen 2 (of meer) partijen, waarbij de ene partij verplicht
is tot een op geld waardeerbare prestatie waarop de andere partij recht heeft.
* Prestatie: verplichting tot een doen of laten.
* Voorwaarde prestatie: op geld waardeerbaar.
* Een verbintenis moet worden nagekomen > anders aansprakelijk voor de gevolgen.
Bronnen van verbintenissen:
1. Uit overeenkomst
2. Uit de wet (rechtmatige en onrechtmatige daad)
1.2 – Verbintenissen uit overeenkomst
Uit overeenkomsten vloeien rechten en verplichtingen voort: verbintenissen.
* VB overeenkomst: koopovereenkomst, arbeidsovereenkomst.
Overeenkomst: afspraak tussen 2 partijen.
* Komt tot stand door aanbod en aanvaarding.
* Wilsovereenstemming: uit aanbod en aanvaarding moet blijken dat de wil van de partijen
overeenstemt.
* Bij de meeste overeenkomsten ontstaan er 2 verbintenissen.
* Tenietgaan van een verbintenis: als een verbintenis wordt nagekomen, houdt zij op te
bestaan.
Schuldenaar: partij die verplicht is tot een prestatie.
Schuldeiser: partij die recht heeft op een prestatie.
,Object van de verbintenis: de prestatie.
Rechtssubjecten: dragers van rechten en plichten.
Tekortkoming in de nakoming van een verbintenis: wanprestatie.
* Wanneer een partij haar verbintenis niet (goed) nakomt.
Prestaties die bestaan uit een doen:
1. Betaling van een geldsom (abonnementskosten betalen).
2. Levering van een goed (een beker koffie).
3. Het verrichten van diensten (diensten die het telefoonbedrijf levert).
* Een prestatie kan ook bestaan uit een combinatie van deze vormen.
Prestatie die bestaat uit een nalaten:
1. Concurrentiebeding (een verbintenis om niet in dienst te treden bij de concurrent).
1.3 – Verbintenissen uit de wet: onrechtmatige daad
Onrechtmatige daad
* VB: met je fiets tegen een auto aanrijden waardoor er een kras ontstaat, een vaas laten
vallen bij een kennis.
Schade toebrengen aan een ander door onrechtmatige daad > wettelijke aansprakelijkheid >
verbintenis tot het vergoeden van de schade.
* Er ontstaan slechts 1 verbintenis.
Schadevergoeding: de benadeelde wordt zo veel mogelijk teruggebracht in de positie waarin
hij verkeerde toen de schade nog niet was ontstaan.
Verschillen verbintenissen uit overeenkomst en uit onrechtmatige daad:
- Overeenkomst: 2 verbintenissen / onrechtmatige daad: 1 verbintenis.
- Overeenkomst: wilsovereenstemming / onrechtmatige daad: verbintenis ontstaat uit de
wet door een feitelijke handeling en een wettelijke bepaling.
WA-verzekering: verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad.
* Verplicht voor iedereen die met een gemotoriseerd voertuig aan het verkeer deelneemt.
* Biedt alleen dekking als schade onopzettelijk is veroorzaakt.
* Verbintenisrechtelijk: opzettelijk of onopzettelijk maakt voor aansprakelijkheid geen
verschil.
1.4 – Andere verbintenissen uit de wet: rechtmatige daad
Rechtmatige daad:
1. Onverschuldigde betaling
* Wanneer er geen verbintenis was tot het betalen van het bedrag.
2. Ongerechtvaardigde verrijking
, * Wanneer er onverschuldigd geld op je bank stond waar je rente over hebt
ontvangen.
3. Zaakwaarneming
* VB: wanneer je buurman je raam repareert terwijl je op vakantie bent.
* Wil speelt geen rol, verbintenis ontstaat door feitelijke handeling (of gebeurtenis) in
combinatie met een wettelijke bepaling.
1.5 – Verbintenissenrecht: onderdeel van het privaatrecht
Verbintenissenrecht:
1. Geeft regels voor situaties waarin schade ontstaat.
2. Geeft regels die gelden wanneer er overeenkomsten gesloten worden.
1.6 – Privaatrecht: vermogensrecht en personenrecht
Het privaatrecht kan worden opgedeeld in:
1. Vermogensrecht
2. Personenrecht (regelt wie er drager kunnen zijn van rechten en plichten en bepaalt wie er
een vermogen kunnen hebben)
Personenrecht kan worden opgedeeld in:
1. Personen- en familierecht (natuurlijke personen)
2. Rechtspersonenrecht (nv’s, bv’s, stichtingen en verenigingen)
Rechtspersonen hebben dezelfde bevoegdheden als natuurlijke personen.
* Voordelen rechtspersonen:
1. Kan niet overlijden > zekerheid voor klanten die overeenkomsten sluiten.
2. Rechtspersonen bieden ondernemingen de mogelijkheid om via de uitgifte van
aandelen kapitaal te vergaren op de aandelenmarkt.
* Er zijn natuurlijke personen nodig die namens de rechtspersoon handelen.
Vermogensrecht kan worden opgedeeld in:
1. Goederenrecht (bepaalt waaruit een vermogen kan bestaan)
2. Verbintenissenrecht (bepaalt hoe je je vermogen kunt verhandelen en bepaalt wat er
gebeurt als iemand schade toebrengt aan je vermogen)
* Vermogen: alles wat een natuurlijk person (of rechtspersoon) bezit en op geld
waardeerbaar is.
1.7 – Overheid en privaatrecht
Gemeenten, provincies en uitkeringsinstanties hebben een rechtspersoonlijkheid en kunnen
net als burgers overeenkomsten sluiten. Zij handelen dan feitelijk zoals een gewoon
natuurlijk- of rechtspersoon ook zou kunnen doen.
1.8 – Privaatrecht: wetgeving
, Wetgeving op het gebied van privaatrecht:
1. Burgerlijk wetboek (BW)
2. Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv)
3. Faillissementswet (Fw)
1.9 – Opbouw en structuur van het Burgerlijk Wetboek
1. Personen- en familierecht
2. Rechtspersonen
3. Vermogensrecht in het algemeen
4. Erfrecht
5. Zakelijke rechten
6. Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht
7. Bijzondere overeenkomsten
7A. Bijzondere overeenkomsten; vervolg
8. Verkeersmiddelen en vervoer
10. Internationaal privaatrecht
1.10 – Gelaagde opbouw van het BW
Gelaagde opbouw: van algemeen naar bijzonder.
1.11 - Notatie van wetsartikelen
1.12 – Beginselen en uitgangspunten van het privaatrecht
1. Contractsvrijheid
2. Pacta sunt servanda
3. Vormvrijheid
4. Redelijkheid en billijkheid
5. Bijzonder gaat voor algemeen
1.13 – Procederen in het privaatrecht: materieel en formeel recht
Materieel recht (inhoudelijk recht): bepaalt wie in welke situatie waarop recht heeft.
Formeel recht: procedures waarmee iemand zijn recht kan verwezenlijken.
Hoofdregel burgerlijk procesrecht: wie stelt, bewijst.
Feiten zonder rechtsgevolg: zaken waaraan het recht geen gevolgen verbindt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shannahoekstra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.