Functies nier
- Verwijderen wateroplosbare afvalstoffen
o Van metabole processen
o Van geneesmiddelen
o Verwijderen exces vocht
- Handhaven zuur-base evenwicht
o Aanmaak bicarbonaat
- Handhaven natrium en kaliumbalans
- Handhaven calcium en fosfaatbalans
- Onderhouden erytrocyten aanmaak (EPO)
Ligging
- Retroperitoneaal
- Vuistvormig
- Vena renalis en arterie renalis
- Rond nier een kapsel
- Urine afgevoerd via ureter > blaas
Opbouw
- Schors
o Glomeruli
- Medulla met piramiden
o Lissen van Henle > produceren urine > verzamelbuisjes > pyelum > via ureter afvoer
urine
Glomerulaire filtratie
- Begint in glomerulus
o Vaatkluwen waar filtratie plaatsvindt
▪ Aanvoerend (afferent): 50 mmHg > vorming ultrafiltraat afgevoerd naar
ruimte bowman > proximale tubulus
▪ Afvoerend (efferent) > voert bloed af
- Lange lis met tubuli > verzamelbuisjes
o Filtratie met hoge snelheid (125 ml/min > 180 L/24 uur)
o 99% teruggeresorbeerd
o Dus 2 L urineproductie per dag
- Hoeveelheid volume urine ook afhankelijk van volumetoestand (terugresorptie bepaalt of
het bv. 99% is of 95%)
- Klaring in 1 passage geëlimineerd > idee over doorstroming en functie nier
Acute nierinsufficiëntie
= plotseling dalen van de GFR
- Huidige definitie KDIGO:
o Stijging serum kreatinine > 30 umol/L binnen 48 uur
o Toename serum kreatinine > 50% t.o.v. uitgangswaarde (maximaal 7 dagen tevoren)
o Urine volume < 0,5 ml/kg/uur gedurende 6 uur (40 ml/uur voor persoon 80 kg plm <
1/etmaal)
- Presentatie:
o Hoge serum kreatinine
o Of verhaal van veel minder plassen (dalen GFR)
,Creatinine
= ruwe maat voor GFR
- Creatinine bepaald door spiermassa (postuur) want
afbraakproduct van spiermassa
o Gaat in 1 passage van bloed > urine
o Daarom goede marker voor filtratie in de
nier
o Als afvoer van creatinine minder goed gaat
> stijgt niveau creatinine
o Als afvoer goed is > creatinine niveau laag
- Creatinine heeft bepaalde waarde voor
lichaamsbouw (dus hoeveelheid spieren)
- Geen lineair verband (stijging in hoge range:
beperkte betekenis voor GFR)
o Je kan al helft nierfunctie verliezen als creatinine nog normaal is
o Je kan veel nierfunctie inleveren met beperkte stijging creatinine
o Bij ernstig verstoorde nierfunctie (creatinine 400) > klein beetje GFR inleveren > stijgt
naar 600 creatinine
- Bij snelle veranderingen loopt creatinine achter op GFR
- Anurie: GFR= 0 (ongeacht creatinine)
o Bij 0 diurese, dus geen plassen
- Normaal creatinine 100 in bloed
o Normaal man: GFR van ongeveer 130 ml/min
o Bij kleine vrouw met weinig spiermassa: GFR ongeveer 75 ml/min
- eGFR= estimated GFR > dus het is een schatting
Verschijnselen
- Vaak: geen verschijnselen
o Oorzaak geeft vaak wel klachten
o Nierinsufficiëntie vaak geen klachten op zich (niet specifiek)
- Kortademig
- Verward
o Door stapeling toxinen
- Opgezwollen/oedeem
o Niet van vocht afkunnen
- Verminderde/geen diurese
- Hoog kalium, Hoog fosfaat, Hoog ureum
- Laag bicarbonaat (metabole acidose)
o Want nier maakt dit om zuur-base evenwicht te handhaven > dus geen productie
meer
o H+ kan je niet meer bufferen
o Je verzuurt als het ware
Epidemiologie
- Incidentie: 500 patiënten/miljoen/jaar
- Reden van opname bij 1% van alle ziekenhuisopnames
- Tijdens 7% van alle ziekenhuisopnames
- Risicogroepen:
o Ouderen
o Ondervulling
o DM
o Pre-existent (= is al verstoord) disfunctie nier, lever hart
, o Nefrotoxische medicatie
- Vaak ontstaan in ziekenhuis als gevolg van onderliggende aandoening (of behandeling)
Casus 1
- RvK/ malaise
- VG:
o DM-2 en hypertensie
o Chronische nierinsufficiëntie (kreatinine 132 umol/l > eGFR: 45 ml/min)
- Medicijnen:
o Insuline, metformine, simvastatine (cholesterolverlager)
o Amlodipine, metoprolol (beta-blokker), losartan(bloeddrukverlager)/HCT
(lisdiuretica)
o Amoxicilline tot dag van opname
o Diclofenac (i.v.m. rugpijn)
- Symptomen:
o Niet lekker, hoesten, rillerig, duizelig
o Eet en drinkt weinig
o HA dacht aan pneumonie > amoxicilline (antiobiotica) > diarree
- LO:
o Futluus, niet acuut ziek
o Pols 68, RR 96/55, temp 35,8, spO2 99%
o Normaal ademgeruis
o Geen oedeem
- Laboratoriumonderzoek:
o Hb 5.4 > laag
o Na 134 > klein beetje hoog
o K 4,7 > klein beetje hoog
o Kreatinine 384 > hoog (normaal= 106)
o Glucose 10,2 > klein beetje hoog (maar diabetes)
o Bicarbonaat 12,5 > heel laag
o >> nierinsufficiëntie + metabole acidose
Acuut versus chronisch
- Acuut
o Aanleiding: acute gebeurtenis
(braken, diarree, infectie,
shock), nieuwe medicatie
o Klachten: vaak geen
o Lab: hb (vaak) normaal, PTH
normaal
- Chronisch
o Aanleiding: geen acuut
moment
o Klachten: moe, lusteloos,
misselijk, jeuk (uremische klachten)
o Lab: hb vaak verlaagd (EPO te kort), PTH verhoogd (secundaire hyperparathyreoidie)
▪ PTH: geproduceerd door bijschildklier > omdat fosfaat niet goed wordt
uitgeplast > hogere fosfaatspiegel in bloed > PTH wordt hierdoor verhoogd
uitgescheiden
• Dit heeft langere tijd nodig
• Maanden- jaren eroverheen
• Zie je alleen dus bij langdurige nierinsufficiëntie
, - Casus > acute op chronische nierinsuffiëntie
- Bij acute zie je niet gelijk daling EPO omdat erytrocyten 120 dagen leven
o Bij hb 10 > bestaat nog niet heel lang
o Hb 5,5 > langer aanwezig
- Bepalend: Hb, verhaal en belangrijk is de grootte van de nier
o Op echo is grootte te bepalen
▪ Klein > chronische nierinsufficiëntie
▪ Normaal > kan acute zijn
Risicofactoren patiënt
- Oud, ondervuld, DM, pre-existent disfunctie nier, nefrotoxische medicatie
Aanvullend onderzoek
- Urine: hb -, leuko -, alb +/-
o Geen rode/ witte bloedcellen en klein beetje albumine
o Albumine duidt op schade glomerulaire basaalmembraan (kan oude schade zijn)
o Dit sediment ziet er niet verontrustend uit, suggereert geen renale oorzaak
- Urine natrium: 20 mmol/l
o Heel laag natrium in urine
- Echo nieren: geen hydronefrose
o = geen stuwing in nier > postrenale oorzaak onwaarschijnlijk
- Voor achterkomen oorzaak > urine controleren
o Kijken naar: hoeveelheid cellen aanwezig (eiwit)
o Kijken naar: elektrolyten
- Renaal= zou je veel erytrocyten in urine verwachten
o Dus bv. bij ontsteking in capillairen > ruptuurtjes > ery’s in vat gaan door scheurtjes
in kapsel bowman > dus in urine
o Tubuli ontsteking > infiltratie leukocyten > als tubulus kapotgaat > aantrekking
ontstekingscellen dus witte bloedcellen > komen in urine
- Duidt op prerenaal
Beloop patiënt
- Opname
- Stoppen losartan/ HCT, diclofenac en metformine
- Infuus 2,5 L/ 24 uur met afwisselend NaCl 0,9% en NaBic 1,4%
o Want lage bicarbonaatconcentratie (door diarree veel verlies + gevolg
nierinsufficiëntie)
Beloop acute nierfalen
1. Gestoorde klaring (stijgen serum kreatinine)
- Aanbod blijft doorgaan, afvoer is minder > dus stijging in bloed
2. Stoornissen calciumfosfaat (GFR vanaf 70 ml/min)
- Begint ermee dat fosfaat niet goed wordt uitgeplast > gaat stijgen
o Gaat heel snel bij geen nierfunctie
o Bij kleine verstoorde nierfunctie > fosfaat stijgt een klein beetje (hoger dan
verwacht)
- Dit heeft consequenties voor calciumhuishouding > op langere termijn is het gevolg een
secundaire hyperparathyreoidie
3. Stoornissen zuur-base huishouding
- Begint bij GFR 20-30 ml/min
- Met bicarbonaatregulatie
o Kleine acidose > nog niet dramatisch (bicarbonaat 12)
- Bij diarree > verlies bicarbonaat > dus gaat sneller
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliajongejan98. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.