Samenvatting Taalonderwijs op school (hfst. 3 t/m 6) PVBP16NED2
25 views 0 purchase
Course
Nederlands (PBVP16NED2)
Institution
Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
Book
Taalontwikkeling op school
Dit is een samenvatting van Taalonderwijs op school van Marianne Verhallen en Ruud Walst.
Het boek is een handboek voor interactief schoolonderwijs.
De samenvatting is alleen gebaseerd op hoofdstuk 3 tot en met 6
TAALONTWIKKELING OP SCHOOL
MARIANNE VERHALLEN EN RUUD WALST
3. WEET WAT JE MOET DOEN
3.1 WAT GEBEURT ER IN DE KLAS?
Het taalgebruik op school is op een aantal belangrijke punten anders dan het alledaags taalgebruik thuis. Er
wordt gepraat:
Over andere onderwerpen
Met andere bedoelingen
In een andere context
Schooltaal en thuistaal
De moeilijkheidsgraad van schooltaal heeft te maken met de hoge cognitieve belasting en het ontbreken van
contextuele steun. Cognitieve belasting is de hoeveelheid denkwerk doe je moet verrichten om een tekst te
begrijpen. Op school is dit vaak hoog omdat de onderwerpen vaak moeilijker zijn. Ook het ontbreken van
contextuele steun maakt schooltaal moeilijker. Contextuele steun betekent het praten over iets wat de
leerkracht heeft meegenomen is makkelijker dan een leestekst zonder illustraties. Schooltaal is formeel,
precies, bondig en wordt gekenmerkt door veel moeilijke niet-alledaagse woorden die staan voor complexe
begrippen.
Veel kinderen struikelen over schooltaal doordat er te veel cognitieve belasting is en te weinig contextuele
ondersteuning. Leerkrachten kunnen helpen door vooraf kennis op te bouwen en contextuele ondersteuning te
geven: door voorwerpen, foto’s of plaatjes te laten zien of door iets voor te doen. Pas als schooltaal begrijpelijk
wordt gemaakt ontwikkelen kinderen hun taal. Het ligt er ook aan uit wat voor milieu het kind komt. Als het
kind thuis gebrekkig Nederlands of helemaal geen Nederlandse taal krijgt aangeboden, krijgt het kind ook
sneller een achterstand.
Veel kinderen in de klas
Gesprekken voeren met een grote groep vergt veel interactie. De gemiddelde spreektijd en het aantal
spreekbeurten per kind zijn hierdoor relatief laag. Omdat de beperkte spreektijd moet worden verdeeld is het
taalverkeer in een klas drukker en ingewikkelder dan in kleinere groepjes. Strakke regels maakt dit makkelijker.
Het aantal beurten is beperkt en daardoor krijgen leerlingen onderling ruzie om wie de spreekbeurt krijgt.
Vooral in lagere groepen is dit te zien.
In de praktijk worden er verschillende procedures gebruikt voor beurtverdeling. Je kan de rij afgaan, je kan als
gespreksleider de beurten verdelen, de leerlingen kunnen beurten weg geven en een leerling kan voorzitter
zijn. Je moet er altijd voor zorgen dat de veelpraters worden afgekapt. De groepsgrootte en de wijze waarop
het gesprek wordt gevoerd heeft invloed op het gesprek.
In de groep maar ook thuis is taal een middel om te communiceren. Je kan over van alles praten. Als je een
leerling hebt die moeilijk Nederlands kan, kun je tijdens een gesprek een toevlucht doen op de non-verbale
middelen. Beeld bijvoorbeeld een woord uit.
Veel verschillende thema’s en/of vakken op het rooster
Veel onderwerpen komen aan bod. Daarom is taal uitgebreid en is er verdieping. Buiten de school leren
kinderen in allerlei situaties, als de situatie zich voordoet. Leren en taalontwikkeling gaan hand in hand. In het
lager onderwijs is het goed om de woordenschat van leerlingen te toetsen of iemand weet wat het is of
betekent. De vaardige leerlingen weten vaak het antwoord maar daardoor leren de mindervaardige leerlingen
een nieuw woord. Door pre-teaching (het vooraf behandelen van moeilijke woorden waardoor de cognitieve
last wordt verkleind) of scaffolding (het bieden van steun om kinderen tot steeds hogere taalprestaties te laten
komen) aan te bieden ondersteun je de activiteiten die boven het niveau van de leerling ligt. Deze aanpak is
voor de ontwikkeling van schooltaal heel belangrijk. Het kernidee is dat het kind er met hulp en via
tussenstapjes in slaagt om op het hogere niveau te komen. De drie grootste verschillen tussen school en thuis
(schooltaal, groepsgrootte en lesrooster) leiden tot drie belangrijke aandachtspunten:
Organiseer lessen waarbij de leerlingen veel kunnen praten
Voer echte gesprekken
Wees bij alle lessen alert op de taalontwikkelingskansen die zich voordoen, niet alleen bij taallessen.
, 3.2 DRIE TAALGROEIMIDDELEN
Het maakt niet uit welke visie de school heeft. Dit taalgroeipakket is altijd toepasbaar. Het taalgroeipakket is
samengesteld uit drie krachtige groeimiddelen en deze heeft elk kind nodig:
Het taalaanbod: voorzit leerlingen van de taal die ze nodig hebben voor hun taalontwikkeling.
Taalruimte: biedt leerlingen de gelegenheid om taal te produceren en om met taal te experimenteren.
Feedback: biedt leerlingen reacties om hun taaluitingen waardoor ze deze kunnen verbeteren,
uitbreiden en verfijnen.
Taalgroeimiddel 1: taalaanbod
Het biedt de leerlingen taal waar ze iets aan hebben. Taalaanbod is de voedingsbodem voor taaigroei. Het
jonge kind leert geen taal zonder taalaanbod. Taalaanbod wordt pas een groeimiddel als het de volgende
ingrediënten bevat:
Betrokkenheid: het onderwerp dat leerlingen interesseert.
o Als leerlingen niet open staan dan komt de taal niet binnen.
Begrijpelijkheid: leerlingen moeten het taalaanbod snappen
o Wanneer het taalaanbod te moeilijk is verslapt de aandacht.
o Pas dan het taalontwikkelingsniveau aan op de leerlingen als het te moeilijk is
Boven niveau: leerlingen moeten op taalgebied een stukje verder komen.
o Het aangeboden taal moet steeds een stukje boven het niveau liggen
o Het taalaanbod moet je zo afstemmen dat het nog wel begrijpelijk is
Taalgroeimiddel 2: taalruimte
Bied leerlingen de gelegenheid om taal te gebruiken. Het groeimiddel taalruimte is samengesteld uit twee
ingrediënten:
Beurtruimte: de leerkracht moet veel beurtruimte geven en stimuleren tot taalproductie. Juist de
minder taalvaardige leerlingen moeten ruimte krijgen om aan het woord te komen en te blijven
Onderwerpsruimte: de leerkracht moet in de interactie het onderwerp dat een leerling aandraagt
honoreren en samen met hem uitbouwen. Hij moet medeleerlingen stimuleren op het onderwerp in
te gaan.
Taalgroeimiddel 3: feedback
Reageren op de uitingen van de kinderen. Kinderen geven antwoord, brengen gedachtes en gevoelens onder
woorden en dit is erg belangrijk. Al doende leren ze hun taal te gebruiken. Als je leerlingen verder wil laten
leren geef je feedback. Dit doe je door de taal van kinderen te verbeteren. Naast verbeteren is helpen
verhelderen ook een vorm van feedback. Daarbij worden leerlingen gestimuleerd om datgene wat ze te berde
hebben gebracht preciezer of duidelijker te verwoorden. Dit gebeurt wanneer een leerling niet goed uit zijn
woorden komt. Hierin komt ook een stukje zone van naaste ontwikkeling aanbod. Je zoekt samen met de
leerling een manier om een boodschap helder te krijgen. Dit noem je betekenisonderhandeling. Je vraagt door
op wat de leerling probeert te zeggen. Dit krijgt meer kans in kleine groepjes of bij een-op-een interactie.
Een derde vorm van feedback is hertalen. De leerkracht vertaalt de uiting van het kind en speelt deze terug.
Een belangrijk effect is dat de rest van de groep bij het probleem betrokken blijft. Ten vierde is het bevestigen
belangrijk bij feedback.
3.3 HET COMPLETE TAALGROEIPAKKET
Ouders zetten ook de taalgroeimiddelen zonder dat ze het weten grotendeels al in. Het is belangrijk om dit in
de juiste combinatie te doen. Een kleine samenvatting van de taalgroeipakket:
1. Taalaanbod:
a. Begrijpelijkheid
b. Betrokkenheid
c. Boven niveau
2. Taalruimte:
a. Beurtruimte
b. Onderwerpsruimte
3. Feedback:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ThairaEsmee. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.