De leraar startklaar: structuur en beleid:
deel 1.
Historiek en mijlpalen: p 8 – 11
Eerste sporen onderwijs 2400 v chr. Eerste vorm westerse onderwijs uit Griekse
oudheid. Belangrijke denkers is Plato. Hij startte een academie. Hierin werden
jongeren getraind om actieve rol te spelen in maatschappij.
In België eerste leerplicht in 1914. De hoofddoelen van leerplicht waren eenheid
versterken, onderwijzen eenheidstaal, bijbrengen vaderlandsliefde.
Sinds ontstaan België staat recht op en vrijheid van in de grondwet. Dubbele
betekenis:
- Actieve vrijheid van oprichting: recht om onderwijs te organiseren.
- Passieve keuzevrijheid: naar een school van keuze kunnen gaan.
Ontstaan van de onderwijsnetten: p 9- 11
In 1830 katholieke scholen beginnen oprichten. Tot zorg van de gemeenten. Zij
gaan na gemeentewet in 1836 ook gemeentescholen gaan oprichten. Er waren
dus 2 initiatiefnemers. Maar strubbelingen dus kwam de wet Nothomb die
elke gemeente verplicht lagere school in te richten= kerntaak gemeenten. Vrije/
katholieke scholen kregen een sterke daling.
Eerste schoolstrijd
Eerste schoolstrijd brak uit. Wet van Humbeeck: iedere gemeente minsten
één officiële school, vrije scholen niet meer subsidiëren en diploma van
rijksnormaalschool. Rijken gingen naar vrije school want duurder want geen
subsidies.
In 1884 verloren de liberalen dus weer katholieke meerderheid => wet Jacobs
zorgde voor de heropstart wet Nothomb waardoor er weer vrije scholen werden
opgericht.
In 1898 wet van Schollaert: financiering van het vrij basisonderwijs mogelijk,
gekoppeld aan een inspectie door rijksinspecteurs. Tussen 1 ste en 2de schoolstrijd
werd leerplicht ingevoerd. In 1914 werden kinderen tussen 6 en 12
leerplichtig. In 1921 verhoogt naar 14j = wet destrée.
Tweede schoolstrijd:
Tweede schoolstrijd: wet destrée onderwijzers van gemeentelijk als vrij
bezoldigen door staat.
Officieel onderwijs had veel minder scholen dan vrij. Dus kon op vele plekken
geen keuzevrijheid aanbieden. Vrij onderwijs moest meer geld vragen want geen
subsidie. Groot probleem+protest.
, - In 1951 kwamen de-wetten-Harmel = subsidies toegekend aan vrije
secundaire scholen
- In 1955 de wet-collard = subsidies aan katholieke scholen verminderd
worden.
Waardoor overheid groot aantal rijksscholen heeft opgericht. Dit kwam tot hoge
spanningen = tweede schoolstrijd. Er kwam een nationale schoolcommissie
die kwam met schoolpact.
Het schoolpact was een onderwijsakkoord dat leidde tot schoolpactwet en
relatieve schoolvrede. Het schoolpact erkende drie onderwijsnetten en gaf
ze elk een eigen subsidieregeling. Daarna na onderwijsdecreet 18 in 2008
Huidige onderwijslandschap: p 12 – 22
Onderwijs is een bevoegdheid van de gemeenschappen p 12 – 13
Bevoegdheid voor onderwijs bijna volledig overgedragen naar drie
gemeenschappen. Onderwijsbevoegdheid van Vlaamse gemeenschap strekt
zich uit tot Vlaamse gewest en Nederlandstalige inwoners en instellingen in
Brussels Hoofdstedelijk gewest.
Er zijn drie opdrachten waarvoor federale overheid bevoegd blijft.
- Vastleggen begin en einde leerplicht
- Bepalen minimumvoorwaarden diploma’s
- Beheer pensioenstelsel van onderwijzend personeel.
De drie onderwijsnetten: p 13- 14
Schoolbestuur kan vorm aannemen van overheid, natuurlijke persoon of
rechtspersoon.
1) Gemeenschapsonderwijs = GO = officieel onderwijs = verplicht tot
neutraliteit.
2) Officieel gesubsidieerd onderwijs = gemeentelijk en provinciaal
onderwijs = neutraal.
3) Vrij gesubsidieerd onderwijs: privépersoon of privéorganisatie. Niet
neutraal= veel katholiek maar ook andere. Overleg = ARKO.
Door het schoolpact worden de drie netten erkend en krijgen ze elk een eigen
vorm van subsidieregeling. Het gemeenschapsonderwijs wordt rechtstreeks
gefinancierd door Vlaamse gemeenschap. Het vrije net en de gemeente-, stads-
en provinciale scholen gesubsidieerd door de Vlaamse gemeenschap. Nodig om
de kosteloosheid en vrije keuze te garanderen.
Scholen die gesteund willen worden moeten eindtermen bereiken, voldoende
uitgerust zijn, didactisch materiaal hebben en de gebouwen moeten veilig en net
zijn.
Grondwet zegt dat alle leerplichtige leerlingen recht hebben op morele of
godsdienstige opvoeding. Officiële scholen bieden de keuze: onderricht in een
erkende godsdienst en niet-confessionele zedenleer= niet op godsdienst
gebaseerd.
, Onderwijskoepels: p15 – 16
Binnen elk net zijn er 1 of meer onderwijskoepels. Deze ondersteunen en
vertegenwoordigen schoolbesturen. Ze stellen leerplannen en lessenroosters op.
De drie netten hebben elk hun eigen koepelorganisatie.
Officieel gesubsidieerd onderwijs:
1) Onderwijssecretariaat van de steden en gemeenten van Vlaamse
gemeenschap OVSG
2) Provinciaal onderwijs Vlaanderen POV
De koepel van het katholiek onderwijs heet Katholiek onderwijs
Vlaanderen.
Het gemeenschapsonderwijs treedt niet op als koepel maar als centraal
schoolbestuur = raad GO!
Redenen waarom koepels goed zijn zie achterkant p 14
Het GOK-decreet en inschrijvingsrecht: p 16 – 20
Gelijke onderwijskansendecreet = GOK-decreet garandeert recht op
inschrijving. Er zijn set-regels zodat alles op correcte manier gebeurt.
Uitgangspunten inschrijvingsrecht:
- Realiseren optimale leer-en ontwikkelingskansen
- Vermijden uitsluiting, segregatie en discriminatie
- Bevorderen sociale mix en cohesie
- Bescherming Nederlandstaligen in tweetalig gebied en behouden
Nederlands karakter.
Al deze kansen krijgen in een school in hun buurt. Kind moet wel voldoen aan
inschrijvingsvoorwaarden. Algemene regel is leerlingen chronologisch
worden ingeschreven.
Groepen die voorrang krijgen en eerder mogen inschrijven zie p 17.
Scholen willen soms leerlingen uit alle soorten gezinnen een plek geven. Daarom
leggen ze op voorhand plekken vast voor indicatorleerlingen en niet-
indicatorleerlingen.
Indicator leerling: gezin dat vorige jaar schooltoeslag ontving + moeder geen
diploma. Niet -indicator leerling geen van bovenstaande.
Leerlingen weigeren op voorwaarden zie p 18.
Inschrijving voor volledige schoolloopbaan. Kan onderbroken worden door p 19.
Om recht op onderwijs te garanderen => leerplicht. Leerplicht sinds 2020 vanaf
5 jaar. Kleuters worden gescreend op de taal. Wanneer taal onvoldoende =
taalintegratietraject volgen.
Leerplicht = geen schoolplicht. Duur leerplicht en voorwaarden zie p 19.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vdn23. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.85. You're not tied to anything after your purchase.