100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Te koop: Samenvatting Inleiding Europees Recht (RB0312 - Open Universiteit) $9.73
Add to cart

Summary

Te koop: Samenvatting Inleiding Europees Recht (RB0312 - Open Universiteit)

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Complete en heldere samenvatting van de cursus Inleiding Europees Recht (RB0312) aan de Open Universiteit. Ideaal om je studie te ondersteunen en je optimaal voor te bereiden op het tentamen. Inhoud: Overzicht van het recht van de Europese Unie en de doorwerking daarvan in het nationale recht...

[Show more]
Last document update: 6 days ago

Preview 4 out of 45  pages

  • No
  • Hf 1-4, 9,10
  • December 11, 2024
  • December 11, 2024
  • 45
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
Inleiding Europees recht – samenvatting
Studieboek: Europees Recht Algemeen deel, Eijsbouts

Leereenheid 1 – Europese integratie en instellingen

De oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)
- kwam voort uit de angst dat Duitsland na de Tweede Wereldoorlog opnieuw te machtig
zou worden en een nieuwe oorlog zou veroorzaken. Europa wilde een langdurige vrede
waarborgen en was bovendien gestimuleerd door het Marshallplan, waarin de Verenigde Staten
Europese wederopbouw steunden onder de voorwaarde van Europese integratie.
-Omdat kolen en staal cruciale grondstoffen waren voor de oorlogsindustrie, en Frankrijk
mede controle wilde over deze middelen, werd besloten om deze sectoren onder gedeelde
soevereiniteit te brengen. Op 9 mei 1950 presenteerde de Franse minister van Buitenlandse
Zaken Robert Schuman, op initiatief van de econoom Jean Monnet, de Schuman-Verklaring,
waarin hij voorstelde een supranationale organisatie op te richten voor kolen en staal: de EGKS.
Dit revolutionaire idee leidde tot het EGKS-Verdrag, ondertekend op 18 april 1951. Het verdrag
richtte een Hoge Autoriteit op met supranationale bevoegdheden, een Raad van Ministers, een
Gemeenschappelijke Vergadering en een Hof van Justitie. Het trad op 23 juli 1952 in werking
voor een periode van vijftig jaar.

- Nieuwe Europese Unie Streven
- Vraag of uitbreiding de integratie belemmert
- Oprichting van Europese Politieke Samenwerking (EPS) (1969)
- Europees Monetair Stelsel (EMS) (eind jaren ’70)
- Poging politieke unie (Spinelli-voorstel 1984)
- Leidde tot de Europese Akte

- Europese Akte (1987)
- Institutionele veranderingen: samenwerking Raad van Ministers en Europees Parlement
- Uitbreiding beleid naar milieubeheer en technologie
- Belofte interne markt vóór 1992 (vrij verkeer van personen, goederen, diensten, kapitaal)

- Verdrag van Maastricht (1993)
- Oprichting van de Europese Unie (drie pijlers)
- Gemeenschappen (EG, EGKS, Euratom)
- Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid (GBVB)
- Samenwerking justitie en binnenlandse zaken
- Moeilijke ratificatie, uitzonderingen voor Denemarken en VK (EMU, defensiebeleid)

- Verdrag van Amsterdam (1999)
- Versterking samenwerking op GBVB en justitie
- Hervorming Europese instellingen
- Versterking rol Europees Parlement

- Verdrag van Nice (2001)
- Voorbereiding EU op uitbreiding
- Hervormingen in samenstelling en stemverdeling Europese instellingen
- Ondertekening EU-Grondrechtenhandvest
- Debat over bevoegdheden EU en lidstaten

- Verdrag van Lissabon (2009)
- Versterking democratische werking EU: meer bevoegdheden voor Europees Parlement en
nationale parlementen



1

, - Bevoegdhedencatalogus: een aantal gebieden waar de Unie exclusief bevoegd is (art. 3
VWEU)
- Stabielere bestuursstructuur, benoeming vaste voorzitter Europese Raad
- Nieuwe actiegebieden (klimaatverandering, criminaliteitsbestrijding)
- EU krijgt rechtspersoonlijkheid, versterking onderhandelingspositie

Huidige instellingen van de Europese Unie:

- Europese Raad
- Bestaat uit de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten
- Bepaalt algemene politieke richtlijnen en prioriteiten
- Heeft geen wetgevende functie, maar speelt een sleutelrol in strategische besluitvorming
- Voorzitter van de Europese Raad coördineert de werkzaamheden en vertegenwoordigt de EU
op internationaal niveau

- Raad van de Europese Unie (Raad van Ministers)
- Vertegenwoordigt de lidstaten op ministerieel niveau
- Neemt wetgevende besluiten samen met het Europees Parlement
- Beslist over belangrijke beleidskwesties, zoals buitenlands beleid, economie, en belasting
- Deelnemers variëren afhankelijk van het beleidsterrein (bijv. ministers van Buitenlandse
Zaken, Financiën)

- Europees Parlement
- Bestaat uit gekozen vertegenwoordigers (751 leden) uit de lidstaten
- Samen met de Raad van de EU verantwoordelijk voor wetgeving
- Behandelt kwesties zoals het begrotingsproces, mensenrechten en wetgevende voorstellen
- Versterkte bevoegdheden sinds het Verdrag van Lissabon, met meer invloed op wetgeving en
goedkeuring van de begroting

- Europese Commissie
- Bestaat uit één commissaris per lidstaat, waaronder de voorzitter
- Initiëert wetgeving en zorgt voor de uitvoering van EU-beleid en wetgeving
- Bewaakt de naleving van EU-wetgeving en kan rechtszaken aanspannen tegen lidstaten
- Vertegenwoordigt de EU in internationale onderhandelingen en bij de
Wereldhandelsorganisatie (WTO)

- Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU)
- Zorgt voor de juridische naleving van EU-wetgeving
- Beslist over rechtszaken tussen lidstaten, EU-instellingen en bedrijven
- Interpreteert EU-wetgeving en zorgt ervoor dat deze uniform wordt toegepast in alle lidstaten

- Europese Centrale Bank (ECB)
- Beheert de euro en bepaalt het monetaire beleid voor de eurozone
- Doel: prijsstabiliteit handhaven, rentetarieven vaststellen en het financiële systeem stabiliseren
- Toezicht op banken in de eurozone en beheer van de valutareserves van de eurozone

- Rekenkamer van de Europese Unie
- Controleert de begroting van de EU en controleert de financiële middelen
- Zorgt voor transparantie en verantwoordingsplicht van de EU-uitgaven
- Publiceert rapporten over de uitvoering van de EU-begroting en geeft aanbevelingen voor
verbetering

Arresten belangrijk voor ontwikkeling werking EU-recht

1. Arrest Van Gend & Loos (1963)


2

, - Feiten: Van Gend & Loos, een Nederlands transportbedrijf, werd geconfronteerd met een
invoerheffing die in strijd leek met het EEG-Verdrag (het Verdrag van Rome). Het bedrijf
beweerde dat de heffing in strijd was met het verbod op het verhogen van douanerechten tussen
de lidstaten.
- Kernvraag: Kan een particulier een beroep doen op een artikel van het EEG-Verdrag voor een
nationale rechtbank om rechten af te dwingen?
- Uitspraak: Het Hof van Justitie stelde dat EU-wetgeving niet alleen verplichtingen creëert voor
de lidstaten, maar ook rechtstreekse werking kan hebben voor burgers en bedrijven. Dit betekent
dat particulieren zich rechtstreeks kunnen beroepen op bepaalde bepalingen van EU-wetgeving,
zonder dat die eerst door nationale wetgeving hoeven te worden omgezet.
- Belang:
- Rechtstreekse werking: Dit arrest introduceerde het principe van rechtstreekse werking van
EU-wetgeving, waardoor burgers en bedrijven rechten kunnen ontlenen aan EU-wetgeving bij
nationale rechtbanken.
- Autonomie van EU-recht: Het arrest benadrukte dat het EU-recht een autonome rechtsorde
vormt, die de nationale rechten kan beïnvloeden en waarvan particulieren deel uitmaken.

2. Arrest Costa/ENEL (1964) –
- Feiten: In de zaak Costa/ENEL betwistte de Italiaanse burger Costa de nationalisering van de
Italiaanse elektriciteitsmaatschappij ENEL. Hij beweerde dat deze nationalisatie in strijd was met
het EEG-Verdrag, dat van toepassing was in Italië.
- Kernvraag: Heeft het Europese recht voorrang boven nationaal recht, zelfs wanneer het
nationale recht later is aangenomen?
- Uitspraak: Het Hof van Justitie verklaarde dat het EU-recht voorrang heeft op het nationale
recht van de lidstaten. Dit betekent dat in geval van conflict tussen nationaal recht en EU-recht,
het EU-recht prevaleert, ongeacht of het nationale recht later is aangenomen.
- Belang:
- Voorrang van EU-recht: Dit arrest introduceerde het principe van de suprematie van het EU-
recht. Het betekent dat de lidstaten hun eigen wetgeving niet mogen laten prevaleren boven EU-
wetgeving. Nationale rechters moeten in dat geval het EU-recht toepassen.
- Versterking van de Europese rechtsorde: Costa/ENEL benadrukte dat lidstaten vrijwillig hun
soevereiniteit gedeeltelijk hebben overgedragen aan de EU door het EEG-Verdrag te
ondertekenen. Het EU-recht moet dus een uniforme werking hebben in alle lidstaten om te
voorkomen dat elke lidstaat het EU-recht naar eigen goeddunken toepast.

Gevolgen voor de Europese rechtsorde
Deze twee arresten hebben de grondslagen gelegd voor de ontwikkeling van het EU-recht en de
invloed ervan op nationale rechtsordes:
- Rechtstreekse werking (Van Gend & Loos): EU-wetgeving kan direct van toepassing zijn in
nationale rechtsstelsels, zonder dat deze wetgeving eerst door nationale parlementen hoeft te
worden goedgekeurd of omgezet.
- Suprematie van EU-recht (Costa/ENEL): EU-recht heeft voorrang op nationale wetten, zelfs
wanneer deze wetten later zijn aangenomen. Dit zorgt voor een uniforme toepassing van het EU-
recht in alle lidstaten.

Conclusie
De arresten Van Gend & Loos en Costa/ENEL hebben de juridische Europese rechtskracht
aanzienlijk versterkt door het EU-recht rechtstreeks afdwingbaar te maken en ervoor te zorgen
dat het voorrang heeft op nationaal recht. Deze beginselen vormen de ruggengraat van de
juridische integratie in de EU en zorgen ervoor dat het EU-recht effectief en consistent kan
worden toegepast in alle lidstaten.

Verschil tussen intergouvernementele en supranationale samenwerking ligt vooral in de mate van
controle die staten behouden over de besluiten die worden genomen:




3

, - Intergouvernementele samenwerking: Staten werken samen, maar behouden hun
zelfstandigheid en beslissingsmacht. Ze kunnen alleen gebonden worden aan besluiten als ze
daarmee instemmen, zodat hun soevereiniteit volledig behouden blijft.
- Supranationale samenwerking: Staten dragen (een deel van) hun soevereiniteit over
aan een gemeenschappelijke organisatie, die beslissingen kan nemen zonder dat elke staat daar
individueel toestemming voor hoeft te geven. Besluiten kunnen worden genomen op basis van
een meerderheid, en staten hebben geen veto, hoewel ze de samenwerking in zijn geheel
kunnen verlaten (zoals het Verenigd Koninkrijk met de EU). Deze organisatie heeft zelfstandige
bevoegdheden en kan bindende beslissingen opleggen aan de lidstaten.

- Benelux
- De Benelux-samenwerking tussen België, Nederland en Luxemburg begon tijdens de
Tweede Wereldoorlog, toen de regeringen van deze landen besloten om na de oorlog nauwer
samen te werken. In 1943 tekenden ze een monetaire overeenkomst om het betalingsverkeer te
regelen, en in 1944 een douaneovereenkomst om gezamenlijke invoertarieven in te stellen.

Het doel was een economische unie waarbij de grenzen tussen de landen nagenoeg verdwenen
voor goederen- en personenverkeer. Dit werd grotendeels gerealiseerd: in 1948 ontstond een
Douane-unie, in 1953 een protocol over handelspolitiek, en in 1954 een akkoord over vrij verkeer
van kapitaal. Het officiële Benelux-verdrag werd getekend op 3 februari 1958 en trad op 1
november 1960 in werking. In 2008 werd het verdrag herzien, met nieuwe doelen rond duurzame
ontwikkeling en samenwerking op het gebied van justitie en binnenlandse zaken.


Jaar Verdrag Betrokken landen Omschrijving/belangrijkste
veranderingen




1951-2002 EGKS Frankrijk, Duitse Eerste supranationale Europese
Bondsrepubliek, Italië, samenwerking op het gebied van kolen
België, Luxemburg en en staal
Nederland
1957 EEG Supranationale samenwerking op
(sociaal) economisch vlak


1957 EURATOM Supranationale samenwerking op het
gebied van atoomenergie


1967 Fusieverdrag Fusering van de Raad, Commissie, Hof
van Justitie en Europees Parlement voor
de drie verdragen (EGKS, EEG,
EURATOM)

1972 Toetredingsverdrag Frankrijk, Duitse Uitbreiding lidmaatschap
Den.-Ierl.-VK Bondsrepubliek, Italië, Gemeenschappen met Denemarken,
België, Luxemburg, Ierland en Verenigd Koninkrijk
Nederland,
Denemarken, Ierland en
1977 Verdrag houdende wijziging Verenigd Koninkrijk Eén rekenkamer voor de
van een aantal financiële gemeenschappen
bepalingen




1981 Toetredingsverdrag Griek. Frankrijk, Duitse Uitbreiding lidmaatschap
Bondsrepubliek, Italië, Gemeenschappen met Griekenland
België, Luxemburg,




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bartvandenkrommenacker. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.73. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.73
  • (0)
Add to cart
Added