HOORCOLLEGE 1 28/10
Hoofdstuk 1
Dit boek geeft per hoofdstuk (onderwerp) een handleiding om de volgende 4 vragen te kunnen
beantwoorden:
● Wat is er aan de hand?
● Hoe is dit zo gekomen?
● Wat kan eraan gedaan worden?
● Hoe zal het hem of haar verder vergaan?
Baby’s: 0-2 jaar
Peuters: 2-4 jaar
Kleuters: 4-6 jaar
Schoolleeftijd: 6-12 jaar
Pubers: 11-13 jaar
Adolescenten: > 12 jaar
Psychopathologie is de wetenschap waarin psychische stoornissen worden bestudeerd. Het moet niet
verward worden met psychiatrie. Psychopathologie houdt zich namelijk bezig met de theorie over
psychische stoornissen, terwijl psychiatrie zich bezighoudt met de hulpverleningspraktijk aan mensen
met een psychische stoornis.
Iemands geschiedenis beïnvloedt actuele ervaringen en actuele ervaringen beïnvloeden de
geschiedenis. Dit kan je zien als een wisselwerking.
In dit boek is de theorie van de ontwikkelingsopgaven een van de uitgangspunten om de
ontwikkeling van kinderen en jongeren te beschrijven. Het idee achter deze theorie is dat een kind in
elke leeftijdsfase bepaalde opgaven moet zien te volbrengen. Een van de effecten van deze benadering
van de ontwikkeling is dat een psychische stoornis niet ‘iets’ is wat een kind of volwassene heeft,
maar als een vastgelopen of scheefgegroeide ontwikkeling wordt gezien.
Een psychische stoornis kent nooit maar 1 oorzaak. Het is altijd een resultaat van een wisselwerking
tussen biologische en omgevingsfactoren.
Hoofdstuk 2
Classificatiesystemen zijn systematische beschrijvingen van gedrag op basis van door
wetenschappers onderscheiden en gegroepeerde gedragskenmerken, met als doel gedrag in te delen,
bijvoorbeeld om te bepalen of er sprake is van een stoornis of om onderscheid te maken tussen
stoornissen.
Diagnostiek gaat verder en stelt ook vast of een kind daadwerkelijk lijdt onder de problemen,
behoefte heeft aan hulp of zorg en wel of niet optimaal functioneert.
Epidemiologisch onderzoek beantwoordt de vraag: hoeveel kinderen hebben deze problemen? Ook
wel: wat is de prevalentie?
Differentiaaldiagnose = bij het classificeren en diagnosticeren moet je jezelf altijd afvragen of er nog
een andere psychische stoornis is die dezelfde symptomen kan veroorzaken en die dus uitgesloten
moet worden.
, Psychopathologie, 2024
DSM is wereldwijd het belangrijkste systeem bij het classificeren van psychische stoornissen. De titel
roept in Europa verwarring op, omdat het begrip diagnosticeren wordt gebruikt in de Amerikaanse
betekenis. In tegenstelling tot het Engels, betekent ‘diagnostic’ classificeren: indelen.
De symptomen die in de DSM-5 staan zijn een beschrijving van de stoornis en niet een verklaring.
Hier wordt niet altijd even zorgvuldig mee omgegaan en je hoort dus ook vaak uitspraken als: “Beate
is zo druk omdat ze ADHD heeft” of “Ron is verlegen en durft niet naar school te gaan omdat hij een
angststoornis heeft”.
Comorbiditeit = het hebben van meerdere stoornissen tegelijkertijd. Vaak zien we dat stoornissen
samen voorkomen.
De CBCL (Child Behavior Checklist) is ook een classificatiesysteem. De CBCL bestaat uit 120
vragen en de persoon die de lijst invult moet bij elke vraag kiezen uit: 1) helemaal niet van toepassing,
2) een beetje of soms van toepassing of 3) duidelijk of vaak van toepassing.
Voordelen CBCL t.o.v. DSM-5:
● sluit beter aan bij de praktijk van snel wisselende en verder ontwikkelende vaardigheden bij
kinderen
● geen harde criteria voor psychische stoornissen
● met de CBCL wordt informatie opgehaald bij ouders, het kind zelf, en de leerkracht
Nadelen CBCL t.o.v. DSM-5:
● DSM-5 over de hele wereld verspreid en de CBCL niet
● zeldzame stoornissen zijn moeilijk op te sporen met de CBCL
categoriaal dimensionaal
ja of nee ja, soms, nee
plus of min heel vaak, vaak, een enkele keer, nooit
wel of geen alcoholmisbruik het aantal genuttigde glazen alcohol per week
wel of geen obesitas uitslag op BMI
ijs of water aantal graden Celsius van H 2 O
classificatie diagnostiek
wat is er aan de hand? hoe is dat zo gekomen?
algemene kennis specifieke kennis
beschrijvend verklarend
betreft groepen betreft een individu
gedragskenmerken zijn meerdere niveaus van de persoon en context bij betrokken
relatief snel te stellen tijdrovend proces
richting voor hulpverlening is voorwaardelijk voor goede hulpverlening
Diagnostische methoden:
, Psychopathologie, 2024
● diagnostisch gesprek
○ anamnese = voorgeschiedenis van een stoornis, klacht of ziekte in beeld brengen
■ autoanamnese = persoon met klachten licht het zelf toe
■ heteroanamnese = gebaseerd op informatie vanuit anderen
○ DISC is een gestandaardiseerd interview (voor ouders en kinderen) om tot de
classificaties van de DSM te komen.
● observeren
● psychodiagnostiek
○ functietesten: meten van bijvoorbeeld werkgeheugen of intelligentie
○ zelfinvullijsten
○ projectieve testen: vlekkentest (Rorschachtest) bijvoorbeeld
● lichamelijk onderzoek
Betrouwbaarheid betekent nauwkeurigheid. Hierbij bestaat interbeoordelaarsbetrouwbaarheid =
overeenkomst tussen de oordelen van verschillende onderzoekers. Ook heb je test-
hertestbetrouwbaarheid = een test wordt uitgevoerd en er komt een bepaalde uitkomst uit, als je
dezelfde test 2 weken later uitvoert moet er hetzelfde resultaat uitkomen.
Betrouwbaarheid = nauwkeurigheid
Validiteit = interpretatie van wat je hebt gemeten
Prevalentie = percentage van een groep die een bepaalde stoornis heeft op een bepaald moment in de
tijd.
Incidentie = het aantal nieuwe ziektegevallen in een bepaalde periode.
Hoorcollege aantekeningen
In de vroege kindertijd ontwikkelen pervasieve ontwikkelingsstoornissen.
In de midden kindertijd ontwikkelen ODD / CD en angststoornissen.
In de adolescentie ontwikkelen stemmingsstoornissen, eetstoornissen en schizofrenie.
Er is sprake van psychopathologie als klachten…:
● niet passen bij de leeftijd
● niet/zeer moeilijk te corrigeren zijn
● het algemeen functioneren ernstig nadelig beïnvloeden
● het kind zelf en/of de omgeving doen lijden
● uiteindelijk mogelijk ontwikkeling doen stagneren
Of iets een stoornis is, is deels afhankelijk van de sociaal-culturele context. Kinderen kunnen
dezelfde gedragingen laten zien, maar het kan afhankelijk zijn van de cultuur of ze daarmee vastlopen
of niet. Denk hierbij aan podiumvrees: dit komt meer voor in westerse (individualistische) culturen,
dan in collectivistische culturen.
De meerwaarde van classificeren is dat je heel efficiënt kan communiceren: dit is er aan de hand.
Classificatiesystemen:
● ICD-11 (van World Health Organization)
● DSM-5 (van American Psychiatric Association
● DC: 0-5
Voordelen classificatiesystemen:
, Psychopathologie, 2024
● duidelijke beschrijving kern problematiek
● internationale eenduidigheid
● richtinggevend voor behandeling
De DC: 0-5 is een classificatiesysteem dat is gemaakt voor kinderen van 0 tot 5 jaar oud. Bij deze
leeftijdsgroep komen stoornissen anders tot uiting. Dit systeem werkt met assen:
● As I = stoornis
● As II = relationele context (gedrag, affect, betrokkenheid)
● As III = medische, lichamelijke conditie
● As IV = psychosociale stressoren
● As V = niveau van ontwikkeling
Wat voor factoren zijn nou relevant als je gaat bedenken hoe effectief een behandeling kan zijn?
Domein variable good response poor response
Deze tabel moet je kunnen
reproduceren op het tentamen.
Classificeren = alleen beschrijvend, je geeft hierbij enkel een label uit de DSM-5
Diagnosticeren = “nauwkeurig leren kennen”
● symptomen
● ontstaansgeschiedenis
● relevante omstandigheden
● observaties in verschillende contexten
● reactie op bepaalde interventie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evk2002. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.77. You're not tied to anything after your purchase.