100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Filosofie samenvatting - Ken Jezelf - Orthopedagogie - HoGent (18/20) $5.58   Add to cart

Summary

Filosofie samenvatting - Ken Jezelf - Orthopedagogie - HoGent (18/20)

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting gebaseerd op alle lessen (want ben naar ze allemaal geweest), de ppt met notities en het boek Ken Jezelf. Ik had een 18/20 op het examen. Gebruikt: ppt van de lessen, leerpaden, boek Ken jezelf

Preview 10 out of 56  pages

  • No
  • Alle hoofdstukken behalve h11
  • December 11, 2024
  • 56
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Filosofie hoofdstuk 1

De oorsprong van de filosofie
 Ken uzelf (gnothi seauton) – Thales van Milete
 De Wereld is een getal – Pythagoras
 Zijn en kennen zijn hetzelfde – Parmenides
 Alles vloeit (panta rhei) – Herakleitos
2 onderwerpen:
De vraag naar de oorsprong van de filosofie
2 manieren beantwoorden/visies:
 Filosofie is zo oud als de mens zelf.
De verwondering (volgens Plato) is de brom van onze zoektocht om te begrijpen
wat er zich voordoet in onszelf en de wereld.
 In een bepaalde periode en binnen een bepaalde cultuur.
Westerse filosofie  zesde eeuw v.Chr. in de streek rond de Egeïsche Zee.
Zee druk met handel uit Egypte, Perzië, Kreta, Geboorte van Thales
De vraag naar de inhoud en de indeling van de filosofie
Filosofie: Griekse filein (houden van) en sophia (verwijst naar de Griekse Godin van
de wijsheid)
Logos in het oosten:
India  Upanishaden geschreven (reflecties op de oeroude
Vedische geschriften)
Twee figuren die de traditionele brahmaanse levenswijze in
vraag stelden en aan de basis lagen van het jaïnisme en
boeddhisme: Mahavira en later Boeddha
Ontstaan van de essentie: wat is lijden, en hoe kan ik aan het lijden
ontkomen, filosofische bespiegelingen.
China  Confucius (uitgewerkte sociale filosofie), taoïsme (Lao Tse)
Tao: de weg, rond: beweging, de kleren: verschil (dag en nacht, eb
en vloed) alles in de natuur komt zo terug, voortdurend overgang
van yin en yang.
Focus: westerse filosofie
Dit ontstaan va, die westerse filosofie wordt doorgaans beschreven als de
overgang van mythos naar logos: van een wereldbeeld gebaseerd op
mythen (veel goden en fantastische verhalen) naar een wereldbeeld dat
haar funderingen zoekt in meer rationele verklaringen.
 Toenemende belang van observatie en argumentatie + het feit dat de natuur uit
de natuur wordt verklaard (niet meer goden en andere wezens). Tekst dia 7 ppt!
Mythische wereldbeelden  in alle culturen en tijden, ze vormen een geliefd
onderzoekdomein van antropologen (studie vd mens).
Mythen uit de westerse culturen: Ilias (Homercus), Odysseus (Homercus), Zondeval
(O.T.), verhaal vd uitdrijving (Aards Paradijs)
Verhaal van Adam en Eva  gevolg van kennis en oordelen.

,Oordelen eten van de boom van kennis van goed en kwaad  continuüm van de
natuur gevallen, lijden is ons lot.
Bij de mensen is er psychisch lijden, bij de natuur geen psychische pijn maar
biologische pijn.
Odysseus en de sirenen
Interpretatie: Terugkeer van Odysseus naar zijn thuis, Ithaka, waar de vrouw op hem
wacht, gezien worden als  de weg die de mens aflegt in het leven om zichzelf terug
te vinden, tegen alle verlokkingen (verleid: sirenen) van het leven in.
Gaat over leren omgaan met verleiden en verlangen.
Thema: Omschrijving en indeling van filosofie
Filosofie tussen religie en wetenschap
Omschrijving: Italiaanse filosoof Luciano de Crescenzo
1543: twee werken gepubliceerd
Over de beweging van de hemelsferen (Copernicus)
Over de samenstelling van het menselijk lichaam (Vesalius)
Later: Fracis Bacon (1561-1626) wetenschappelijke methode: begrippen inductie en
experiment.
1. Wetenschap bestudeert op systematische wijze de ‘objectieve’ verschijnselen of
fenomenen.
2. Religie zoekt naar iets absoluuts en biedt troost en zingeving.
Filosofie is de plaats waar de kennis van waar de wetenschap nog geen antwoord op
heeft. Of niet bij kan.
Waarden en normen, kunnen reflecteren, dingen in vraag stellen
Wetenschap houd zich bezig met hoe het in elkaar zit.
Filosofie houd zich bezig met wat. (wat is leven…)
3 grote vragen en domeinen
De vragen van Kant (Immanuel), verlichting
1. Wat kan ik weten (ons denken)
2. Wat moet ik doen (ons handelen (ethiek en sociale filosofie)
3. Wat mag ik hopen (onze verwachtingen)
= Wat is de mens?
Je kan blijven vragen tot dat het antwoord is, omdat ik gelukkig wil zijn
Indeling van (Luc) Ferry
 Kennis: werkelijkheid
 Ethiek: rechtvaardigheid
 Wijsheid: heil of geluk
Het huis van de filosofie
Fundamentele onderscheid tussen feiten en waarden.
Feiten  Ontologie (de leer van het zijn)

,Waarden  Plato (goed of rechtvaardig, waar en schoon)
Ontologische vragen: vragen naar het zijnde
3: de wereld (kosmos, physis), de bovenwereld (metafysica) en de mens
 kosmologie: werking van de kosmos (de natuur)
 metafysica: aard van en orde achter de fenomenen
 wijsgerige antropologie stelt zich vragen over de aard, de status en de plaats
van de mens
Vragen naar de drie waarden (Plato) behoren: het Ware, het Goede en het Schone
Waarheid
 De epistemologie of kennisleer vragen over waarheid en kennis.
 De logica houdt zich bezig met de vraag: "wat is geldig redeneren".
Alle mensen gaan dood, zijn sterfelijk
Socrates is een mens
= Socrates is sterfelijk (logica)
 De wetenschapsfilosofie houdt zich bezig met de grondslagen van de kennis
van de afzonderlijke wetenschappen.
 De taalfilosofie behandelt het ontstaan, de ontwikkeling, de betekenis en de
functie van de taal.
Goedheid en rechtvaardigheid
 De ethiek onderzoekt het goede.
Recht = versteende ethiek, wetboek, rechter interpreteert het nog steeds
 De politieke en/of sociale filosofie houdt zich bezig met de (rechtvaardige)
samenleving.
 Ook de rechtsfilosofie is een apart vakgebied: vraag naar de aard en de
oorsprong van recht en haar verhouding tot ethiek. Deontologie of plichtenleer
nauw aansluitbaar, alsook criminologie.
Schoonheid
 De esthetica houdt zich bezig met de vraag naar wat Schoonheid en wat Kunst
is.
 Afgeleide deelgebieden zijn de kunst- en cultuurfilosofie.
Thema: De pre-socratische natuurfilosofie
De filosofie van voor Socrates. (weinig bewaard) Ze hebben de eerste stappen gezet
naar een nieuw soort denken.
1. 6de – 5de eeuw vchr
2. Ontstaan rond Egeïsche Zee (o.a. Milete) (Handel Egypte, Perzië, Kreta)
3. Vraag naar de aard van de kosmos (kosmologie)
Wat is het eerste beginsel (archè)?
Welke kosmische krachten spelen in het proces van verandering (kosmogonie)


Thales van Milete
 “Eerste filosoof”: 3 redenen
 Hij was de eerste die de complexe werkelijkheid terugbracht tot
één beginsel (arché/ oerbeginsel)  Reductionisme. De oorsprong van
alles is water. Alles ontstaat uit water en keert ernaar terug.

,  Wiskundige stelling (stelling van Thales: A/B = D/C)  hoogte van piramiden te
meten. Was ook astronoom  Zonsverduistering voorspellen.
 Ken jezelf: Zelfkennis fundamenteel thema in de filosofie. “Wie ben ik? Wat is de
mens? Wat is het zelf? Wat is mijn kern?” Kwaliteiten
Anaximander van Milete (leerling vn Thales)
Ging verder op het eerste beginsel. Betwijfelde of water het arché was, omdat hij
ervan uitging dat water op zijn beurt uit iets moet ontstaan. Dus abstracter eerste
beginsel  Het apeiron (het onbepaalde of onbeperkte)
Beschouwde de wereld als een platte schijf en waagde zich aan een eerste
kosmogonie (het ontstaan en de evolutie van de wereld). Dynamiek 4 elementen:
water, vuur, aarde en lucht. Dit proces beschreef bij in antropomorfe termen van
schuld en rechtvaardigheid.
Citaat van hem bijgebleven:
“Waaruit de bestaande dingen hun geboorte hebben, daarin vinden ze ook hun
ondergang, zoals het hoort; ze geven elkaar immers recht (díkè) en boete voor het
onrecht (adikía), overeenkomstig de verordening van de tijd“
 Veranderingen in de wereld in menselijke termen.
Pythagoras (a²+ b² = c²)
Zou het begrip philosophos ontworpen hebben, verwijst naar mensen zoals hij, nl.
een persoon die blijft nadenken tot hij weet. “Ik blijf zoeken en nadenken, tot ik de
werkelijkheid begrijp.”
Stelling: vertrouwdheid rekenkunde en meetkunde. Via getallen en hun onderlinge
verhouding kan men de wereld in kaart brengen (werkelijkheid uitgedrukt). Voor
Pythagoras is de kosmos een geordend geheel.
Harmonie der sferen (muziek)
Idee van reïncarnatie van de ziel  strikt vegetarisch en geloofden in de reïncarnatie
van de ziel. (Griekse reïncarnatie is een cyclus)
Parmenides en Herakleitos

Parmenides Herakleitos
‘het Zijn’ ‘de voortdurende wording of
verandering’
Centraal staat de vraag naar het Voortdurende verandering: logos
(onveranderlijke) zijn (ontologie).  de (symboliseert door vuur)
leer van het zijn.
Beroemdste uitspraak: “Alles (het Zijn) is Bijnaam “de Duistere”  uitspraken:
één en onvergankelijk en aan zichzelf alles vloeit, je kunt nooit tweemaal in
gelijk” (metafoor computerscherm) dezelfde rivier stappen, oorlog is de
vader van alles.
Model van Herakleitos gelijkenissen met het Chinese taoïsme, de voortdurende
wisselwerking tussen yin en yang  niet-tweeheid (de
Weg).
Beide perspectieven zullen een belangrijk strijdperk
blijven binnen de filosofie.
(Plato eerste die beide probeert samen te brengen in
één groot systeem.)

, Democritos
Visie: alles in de werkelijkheid bestaat uit niet-deelbare/ ondeelbare partikels: atomos
- Atomen klitten samen en komen los
- Verschillen in zwaarte: zwaardere = materie en lichtere = gedachten
Deze visie maakt hem tot de eerste filosofische “materialist”  Materialistische
visie
Thema: Filosofie binnen het hoger onderwijs
Algemeen: verruimende en transformatieve kracht van filosofie
‘Reflective practitioners’: zelfreflectie bij handelen/ beslissen is cruciale competentie
als je met mensen werkt
1. Mentale kracht, ‘geneeskunde van de ziel, bereiken van geluk of
onverstoorbaarheid
2. Zingeving
3. Nuttige vaarheden op vlak van spreken, kritisch denken, argumenteren, morele
keuzes
4. Basisvaardigheden op vlak van zelfreflectie, pluralisme, openheid, burgerschap
en praktische wijsheid
Doel: opleiden tot reflectieve praktijkmensen
Ken jezelf: Gnothi Seauton
1. Inscriptie aan de ingang van orakel van Delphi (Griekse tijd) voor God van het
licht, de zon naar de wereld bracht, Apollo (navel van de wereld)  omphalos of
navelsteen. Bewaking tempel 3m per jaar overgenomen door de god Dionysos.
2. Zelfkennis als voorwaarde tot (begin van) wijsheid, anderen raad geven, jezelf
kennen.
3. Elf verschillende invalshoeken/vertalingen van die vraag.




Hoofdstuk 2: Socrates en de sofisten

 Ik weet dat ik niets weet - Socrates
 Onwetendheid is de bron van alle kwaad - Socrates
 Een niet onderzocht leven is niet waard geleefd te worden - Socrates
 De mens is de maat – Socrates
Thema: Situering

,5de eeuw v.Chr. nieuw thema bij: de mens. In die periode verplaatste het centrum van
de filosofie zich van de Griekse eilanden naar de stadsstaat Athene. Socrates en
sofisten verschijnen op het filosofisch toneel.
Thema: De Sofisten
Rondtrekkende leraars
Leraarssofisten  sofistès (beoefenaren van wijsheid)
Waren rondtrekkende leraars, gaven les tegen betaling aan welstellende jeugd
Waren pragmatisch ingesteld = Waarheid is wat werkt. Kennis: nuttig en bruikbaar
zijn voor de praktijk.
Politici in pre waren overtuigingskracht en redeneervermogen belangrijke
competenties.
Sofisten = De kunst van het spreken (grammatica), het argumenteren (dialectica)
en het overtuigen (retorica).
Maakten als eerste onderscheid tussen de natuur (physis) als ‘datgene wat zich zelf
ontwikkelt’ en nomos of ‘datgene wat door de mens is gemaakt’. Nomos = wet/
traditie of gewoonte.
Physis en nomos zijn voorlopers van hedendaagse begrippen natuur en cultuur (nature
en nurture), discussies nog steeds.
Niemand kan beweren dat zijn eigen tradities en waarden de juiste zijn.
 Relativistisch oogpunt bestaat er geen absolute Waarheid
Protagoras: de mens is de maat
Protagoras  belangrijke sofist (zou leerling van Democritos)
Nam de materialistische kijk op de aard van de kosmos over.
Zijn uitspraak: de mens is de maat van alles  wat relativisme
betekent.
Gebrek aan een absolute maatstaf (buiten of boven de mens), elk
mens bepaalt op zichzelf wat goed, juist, schoon en waar is.
Relativisme  het feit dat elke stelling en elke uitspraak relatief is en kan of moet
gerelateerd worden aan diegene die ze uitspreekt of stelt.
Invloed Protagoras en de sofisten
 Kritiek op en relativering van de traditionele waarden
 Protagoras, de belangrijkste sofist
Relativisme: ‘De mens is de maat van alle dingen’ = de maatstaf is relatief
(aan tijd, plaats, cultuur,…)
Agnosticisme: ‘Van de goden weet ik niets, niet dat ze bestaan, noch dat ze
niet bestaan’
Scepticisme: ‘Over elke zaak bestaan er twee opvattingen, die tegenover
mekaar staan’ = geen absolute zekerheden
 Humanisme: alle mensen zijn gelijkwaardig, sofisten beschouwden zich als
wereldburgers en waren tegen adellijke privileges en tegen slavernij.
Kritiek van Plato op de sofisten

,Een relativistische houding gaat doorgaans gepaard met meer openheid dan een
absolutistische houding.
Socrates en Plato beide zich verzet tegen het relativisme van de sofisten.
Volgens Plato bestaat er wel degelijk een absolute fundering van de grote waarden.
Kritiek van Plato op de sofisten zorgden voor negatieve bijklank term sofist en
sofisterij. Beeld sofisten = recht te praten wat krom was (drogredenering) en ze macht
belangrijker vonden dan waarheid (rechtvaardigheid).
Sofisme = drogreden, deskundig of zelfs gewiekst, sluw of spitsvondig.
Soms zo nuchter dat het cynisch (te negatief) overkomt. Bijvoorbeeld: sofist Callicles
stelt rechtvaardigheid gelijk aan het “recht van de sterkste”.
Sterke punten sofisten: ze waren erg egalitair ingesteld, en mens kan hun met recht
en rede beschouwen als prille voorlopers van de humanistische stroming (tegen
slavernij).
Thema: Socrates
Socrates, de ‘Horzel’ (wat we over hem weten komt van Plato)
1. Uiterlijk van een rog/sater, duivel – innerlijk mooiste mens
2. Zijn vrouw Xantippe
3. Zijn “werk”
4. Rol in Plato’s dialogen
Voor Socrates was het in het leven niet te doen om geld of aanzien.
Filosofie is sociale activiteit, een gesprek tussen twee of meer mensen op zoek naar
waarheid (meningen/vermoedens – kennis – inzicht)
Hij wilde de Atheners wakker schudden, ze moeten zelf nadenken.
Uitgangspunt is aporie (niet weten): “Ik weet dat ik niets weet” (terwijl anderen
denken te weten)
Daimon (zijn innerlijke dwang) = dwong hem diep te graven en zoeken naar de
waarheid en tegelijk de Atheners bewust te maken van hun foutieve oordelen.
“Ik ben de ‘horzel’ die trage paard Athene wakker maakt”
“Het enige dat ik weet, is dat ik niet weet”
Ze denken misschien dat ze de zaken waarover ze hebben begrijpen, maar eigenlijk
weten ze niets, ze geven enkel meningen weer, overgenomen van anderen zonder die
te toetsen


Beter te beseffen dat je eindelijk niets weet en alle zaken waarmee je geconfronteerd
wordt minutieus te onderzoeken.
Vetrekken vanuit een basishouding van niet-weten is de enige manier om tot nieuwe
inzichten en echte wijsheid te komen.
De socratische gespreksvoering
Socratische methode = gespreksvoering (onderwijs en teamwerking)

, Effectief om het samen nadenken te faciliteren en om in groep tot nieuwe inzichten
te komen.
 Methode om onnauwkeurige formuleringen en discussies naast de kwestie te
doorzien en te vervangen door betere. (goede vragen formuleren)
Socrates vergelijk zijn manier van vragen met vroedkunde (maieutiek): zoals een
kind ter wereld komt, zo komt de waarheid naar buiten.  Ik verlos de waarheid.
1. Ironie of aporie (‘zonder uitweg’): beginnen vanuit niet weten, met een raadsel,
een paradox, een vertwijfelde vraag
2. Blijven doorvragen – tegenvoorbeelden zoeken…
3. … tot we de Waarheid
ont-dekken: “deksel wegnemen”, de wolken wegdoen  lucht helder
her-kennen: “aha”  terug weten na vergeten
in-zien: “naar binnen kijken”, dieper in je geest
Als waarheid absoluut is, is ze ook universeel. Vandaar dar de termen universalisme en
absolutisme vaak als synoniemen gebruikt worden.
Mensbeeld
Twee dialogen van Plato (waar we Socrates terugvinden)
Het Symposion over Eros
De Phaedo over dood en onsterfelijkheid
Het Symposion over Eros (eenwording)
 Plato’s wereldliteratuur dialoog het Symposion of drinkgelag
1. Loflied op de god Eros (bij priesteres Diotima van Mantinea)
2. Dialoog van Plato waarin kern van Socrates’ visie wordt uitgelegd
3. Eros of het verlangen naar één-wording (met iets schoons (lichaam), met het
Schone, met het Absolute)
Twee manieren waarmee dit verlangen wordt vervuld:
- Pad van de erotische of zinnelijke liefde, de seksuele vereniging met de partner.
- Wordt gezocht door hen die de beperktheid van de eerste weg inzien.  Streven naar
de ware Eros of de vereniging met het Absolute.
Platonische liefde = Socrates door Plato als de mooiste mens wordt beschouwd.
De Phaedo over dood en onsterfelijkheid
1. Aanklachten:
bederven van de jeugd
goddeloosheid
2. Veroordeeld tot drinken van de gifbeker
3. Socrates blijft bijzonder ‘cool’ tgo zijn dood
4. Waarom geen angst voor de dood?
Socrates wordt veroordeeld, moest voor de rechtbank komen met volksjury?
Hij verdedigt hem en zegt waarom hij doet wat hij doet
 Nadenken over de dood en wat niet sterft.
 Wijst naar boven, het absolute.
Voor hij drinkt uit de gifbeker legt hij de essentie van zijn filosofische drang uit:
Filosofie is leren omgaan met de dood. Filosofie is klaar zijn om als het moment
gekomen is, onbevreesd naar gene zijde te vertrekken.

,Thema: Waarheid
De ‘dictatuur’ van het relativisme
Paus Benedictus en de ‘dictatuur’ van het relativisme
“Een dictatuur van het relativisme dreigt de onveranderlijke waarheid over de natuur
van de mens te verduisteren, zijn bestemming en zijn uiteindelijke goedheid”
“We stevenen af op een dictatuur van het relativisme die niets erkent als zeker en die
als hoogste doel heeft het eigen ego en het eigen verlangen”
We leven in een tijd dat iedereen relativistisch moet denken, niemand geloofd in de
absolute waarheid.  Kritiek van de paus
Zonder God geen gebod. Want, zonder Absolute grond stelt iedereen zijn eigen
criteria op en worden in eerste instantie bepaald door eigenbelang. (je hebt geen
kapstok)
Kinderen van Apate
1. Apate = godin van bedrog, misleiden
2. Essay van Alicja Gescinska over de rol van filosofie in post-truth tijden
3. Tijd van alternatieve feiten, nepnieuws (fake-truth), anti-wetenschap,
trollen, desinformatie en complottheorieën
4. Trump en de bestorming van het Capitool in januari 2021
5. Er is een verschil tussen er is geen absolute waarheid’ en ‘mijn waarheid klopt
en de anderen zijn bedriegers’
We zijn allemaal kinderen van Apate
Maakt de link met socrates.
Dood van Pandora
Vrouw is curieus, doet de doos open en pesten, diefstal … komen er uit.
Universalisme, relativisme en waarachtigheid
“Het tegendeel van leugen is niet waarheid maar waarachtigheid”

Universalisme Relativisme
Absolute Waarheid gefundeerd in God of Waarheid is relatief: “laat 1000 bloemen
een ander metafysisch beginsel bloeien” binnen een ‘open’ samenleving
(Popper)
Voordelen: duidelijkheid, zekerheid Voordelen: openheid, gelijkwaardigheid
Nadelen: verstarring en geslotenheid, Nadelen: verlies van zekerheid, macht en
neiging tot dictatuur eigen belang primeren
Succesverhaal
UVRM (de Universele verklaring van de Rechten van de Mens)  oorzaak de 2de WO.
Is niet absoluut, door de mens gemaakt, maar is gekend bij iedereen globaal.
Conflicten, in strijd gaan. Maatstaf is universeel in de zin dat alle landen die dit
verdrag geratificeerd hebben ermee instemmen.
Een en-enhouding is terug te vinden in het pluralisme dat de basis vormt van de
democratie.
 aanvaardt en stimuleert en investeert in ruimte voor alle betrokkenen om te
onderhandelen.
Waarachtigheid is de deugd waarmee we allen op zoek gaan naar de universele bron
van een mens-zijn dat ons allen verbindt en dat elke vorm van eigenbelang overstijgt.
Die bron God noemen, is daarbij echt niet (meer) nodig.

, Ken jezelf: Ik weet dat ik niets weet
De Socratische methode: methode van vraagstelling, waarbij je de partner zelf tot
inzicht brengt… je dringt niets op, maar stelt telkens vragen naar verdere
verduidelijking
Leermeester vertrekt vanuit ‘niet weten’ (aporie) en via het stellen van vragen komen
de toehoorder tot een verduidelijking van het probleem
Echte inzichten komen alleen ‘van binnen uit’
Samengevat
De sofisten waren relativistisch en antropocentrisch ingesteld. Socrates  absolute
Waarheid
Onderscheid tussen universalisme en relativisme
Combinatie van pluralisme en democratie
Ken jezelf: “Ik weet dat ik niets weet”
De Socratische methode: methode van vraagstelling, waarbij je de partner zelf tot
inzicht brengt… je dringt niets op, maar stelt telkens vragen naar verdere
verduidelijking
Leermeester vertrekt vanuit ‘niet weten’ (aporie) en via het stellen van vragen komen
de toehoorder tot een verduidelijking van het probleem
Echte inzichten komen alleen ‘van binnen uit’




Hoofdstuk 3: De grot van Plato

 Het goede kennen is het goede doen – Plato
 Slecht is de vulgaire minnaar die meer het lichaam liefheeft dan de ziel – Plato
 Filosofie begint met verwondering – Plato
Thema: Situering
Bloeiperiode van de klassieke filosofie (Plato en Aristoteles).
4de eeuw v.Chr. toenemende druk. De aristocatie, waartoe Plato
behoorde, voelde zich bedreigd.
Plato (oudste)  leerling van Socrates
Aristoteles  leerling van Plato
 De school van Athene

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ElisaCl. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.58. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

57114 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.58
  • (0)
  Add to cart