100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Europees recht samenvatting in het nederlands geschreven (HvA) $8.17
Add to cart

Summary

Europees recht samenvatting in het nederlands geschreven (HvA)

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Theorie samenvatting van europees recht, in het nederlands geschreven, bevat tabellen etc.

Preview 4 out of 79  pages

  • December 11, 2024
  • 79
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
Europees Recht theorie

Week 1: Inleiding Europese Unie, instellingen van de Europese Unie, directe
werking en voorrang EU recht
Hoofdstuk 1 en 2

Hoofstuk 1 (1.1 t/m 1.4) Europese Unie

Als personen of rechtspersonen afspraken met elkaar maken, stellen zij een
contract op volgens de nationale wet. Als staten een afspraak met elkaar willen
maken, geldt niet het recht van de plek waar de regeringsleiders met elkaar
vergaderen. Nationaal recht is dus niet van toepassing op dit soort afspraken. Als
dit zo was, zouden staten namelijk alleen maar willen onderhandelen over
internationale afspraken op hun eigen grondgebied. Ze zouden op deze manier
immers de voorwaarden voor en de resultaten van de onderhandelingen in hoge
mate kunnen dicteren. Staten maken daarom afspraken op grond van het
internationale recht. Dit rechtsgebied regelt alle betrekkingen tussen staten.
Binnen het internationaal recht zijn alle staten, groot of klein, gelijk aan elkaar.
De afspraken die staten op basis van het internationaal recht met elkaar maken,
worden meestal in een verdrag vastgelegd. Een belangrijk beginsel bij het
overeenkomen van verdragen is het beginsel van staatssoevereiniteit.

De overheid heeft de ultieme beslissingsbevoegdheid op het grondgebied van de
staat en is de enige die wet- en regelgeving kan opstellen: de overheid heeft
staatssoevereiniteit. Dit betekent dat andere staten niet kunnen bepalen hoe
Nederland zijn regelgeving vormgeeft, deze macht ligt alleen bij de nationale
overheid. Deze macht kan op twee manieren worden beperkt: de soevereiniteit
kan vrijwillig worden overgedragen of onvrijwillig worden beperkt.

Ten eerste kan de staat beslissen om (een gedeelte van) de
beslissingsbevoegdheid over te dragen aan bijvoorbeeld een internationale
organisatie. De staat kan dan nier meer zelf alle regels stellen, maar accepteert
dat een organisatie hoger en gezaghebbender is dan de staat zelf. Omdat
staatssoevereiniteit heel belangrijk is voor het functioneren van de staat, zullen
staten hun beslissingsbevoegdheid over het algemeen alleen overdragen als dit
het belang van het land dient en bijdraagt aan het welzijn van zijn inwoners. Bij
de oprichting van de Europese Unie, vroeger de Europese Gemeenschap voor
Kolen en Staal, waren het voorkomen van oorlog en het bewerkstelligen van
economische groei en herstel de belangrijkste redenen voor het overdragen van
staatssoevereiniteit.

Het overdragen van staatssoevereiniteit hoeft overigens niet permanent te zijn.
In de Europese Unie bestaat de mogelijkheid voor landen om hun lidmaatschap
op te zeggen en hun staatssoevereiniteit te hernemen. In de Europese Verdragen
kun je een dergelijk procedure terugvinden in artikel 50 van het Verdrag
betreffende de Europese Unie (VEU). Deze mogelijkheid bestaat echter pas sinds
2009. Voor die tijd bevatten de Europese verdragen geen bepaling die uittreding
mogelijk maakte. Uit artikel 50 VEU blijkt dat uittreden een gecompliceerd proces
is, dat de instemming van vele partijen, Europese Raad, de Raad en het Europees
Parlement, vereist. Daarnaast moet het nationaal parlement van de betreffende
lidstaat vaak ook instemmen met het verlaten van de Europese Unie en de
voorwaarden die daaraan zijn gesteld. Is een land eenmaal uitgetreden, dan kan
dat land later alsnog verzoeken weer lid te worden van de Europese Unie.

,De tweede manier waarop de staatssoevereiniteit beperkt kan worden, is als een
land onvrijwillig de beslissingsbevoegdheid uit handen wordt genomen. Als een
staat wordt binnengevallen door een ander land en dat andere land de macht
overneemt, is de beslissingsbevoegdheid van de aangevallen staat beperkt. De
overheersende staat neemt vanaf dat moment alle beslissingen. dit kan door
militair ingrijpen van een onafhankelijke staat gebeuren, maar ook door een
mandaat dat de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft afgegeven om
een land binnen te vallen. Dit is in het verleden in Irak en Afghanistan gebeurd.
Meest recentelijk werden oproepen gedaan voor militair ingrijpen in Iran, Noord-
Korea, Syrië, Jemen en Venezuela.

Staten zijn de voornaamste spelers binnen het internationaal recht.
Internationale organisaties spelen echter ook een belangrijke rol. Staten kunnen
een samenwerkingsverband aangaan, maar ook personen kunnen gezamenlijk
een internationale organisatie oprichten. Er zijn dan ook twee soorten
organisaties: gouvernementele en non-gouvernementele organisaties.

Een samenwerkingsverband tussen staten wordt een gouvernementele
organisatie genoemd. De oprichting van zo’n organisatie gebeurt in een verdrag.
In dat verdrag vermelden de lidstaten de doelstellingen en de middelen die de
organisatie heeft om die doelstellingen te bereiken. Een internationale
organisatie biedt de staten de mogelijkheid om samen te werken op een bepaald
beleidsterrein.

De eerste gouvernementele organisatie die werd opgericht was de Internationale
Telecommunicatie-unie (ITU). Bij de oprichting in 1865 ging het vooral over
afspraken over internationale telegraafverbindingen. Op dit moment zijn 191
staten lid van de organisatie. Tegenwoordig houdt de organisatie zich bezig met
telefoonnetwerken, dus de vastgelegde samenwerking is nog steeds relevant. De
ITU beheert bijvoorbeeld de landencodes als je naar het buitenland wilt bellen.
Nederland heeft 0031 toegewezen gekregen.

Staten kunnen bij het oprichten van een organisatie kiezen of en hoeveel
soevereiniteit ze afstaan aan deze organisatie. Als lidstaten geen soevereiniteit
afstaan, wordt de organisatie een intergouvernementele organisatie genoemd.
Als lidstaten wel beslissingsbevoegdheid afstaan is er sprake van een
supranationale organisatie. Meestal richten staten een intergouvernementele
organisatie op, zoals de Internationale Telecommunicatie-unie. Lidstaten geven in
dat geval maar weinig macht aan de organisatie, omdat ze zelf willen blijven
bepalen wat er gebeurt. De staatssoevereiniteit wordt dan niet, of maar een klein
beetje overgedragen. Alle beslissingen worden hoofdzakelijk door de staten
gezamenlijk genomen. De Europese Unie is echter een supranationale
organisatie. Een supranationale organisatie staat boven de lidstaten, terwijl een
intergouvernementele organisatie een samenwerking is tussen lidstaten. De
lidstaten staan in dat geval vrijwillig een gedeelte van hun
beslissingsbevoegdheid af aan een internationale organisatie. Zij accepteren dat
deze organisatie regels vaststelt waar zij zich aan moeten houden. De lidstaten
kunnen niet meer zelfstandig de inhoud van deze regels bepalen.

Naast een groep landen, kan ook een groep personen een internationale
organisatie oprichten. Een non-gouvernementele organisatie (NGO) is
onafhankelijk van staten en heeft vaak een ideële doelstelling. Een NGO hoeft
niet internationaal te zijn. Een Nederlandse organisatie die onafhankelijk van de
overheid een doel nastreeft is Natuurmonumenten. Bekende internationale

,NGO’s zijn het Rode Kruis (humanitair oorlogsrecht), Amnesty International
(burgerrechten) en het Wereld Natuur Fonds (bescherming van natuur en dieren).
NGO’s publiceren jaarlijks rapporten over de stand van zaken op hun
aandachtsgebied. Ze hebben niet dezelfde status als gouvernementele
organisaties, maar worden wel vaak uitgenodigd om deel te nemen aan
internationale vergaderingen. NGO’s hebben dan geen stemrecht, maar wel een
adviserende rol.

De Europese Unie is het resultaat van verschillende opeenvolgende
internationale verdragen. Deze internationale verdragen regelden
achtereenvolgens welke doelstellingen de Europese Unie nastreeft en binnen
welke juridische kaders dat mag gebeuren. Als startpunt van de Europese Unie
wordt vaak het Verdrag aangaande de oprichting van de Europese Gemeenschap
voor Kolen en Staal (EGKS) genoemd dat in 1952 tot stand kwam. Dit verdrag
werd opgevolgd door een aantal andere verdragen die de EGKS aanvulden of
wijzigden.

Jaartal Verdrag Toegetreden landen
1952 EGKS Nederland
België
Frankrijk
West-Duitsland
Luxemburg
Italië
1958 Euratom
EEG-Verdrag
1967 Fusieverdrag
1973 Denemarken
Ierland
Verenigd Koninkrijk
1981 Griekeland
1986 Portugal
Spanje
1987 Europese Akte
1990 Oost-Duitsland herenigd
met West-Duitsland
1992 Verdrag betreffende de
Europese Unie (Verdrag
van Maastricht)
1995 Finland
Oostenrijk
Zweden
1999 Verdrag van Amsterdam
2000 Handvest van de
Grondrechten
(aangenomen)
2003 Verdrag van Nice
2004 Cyprus
Estland
Letland
Litouwen
Hongarije
Malta
Polen

, Slovenië
Slowakije
Tsjechië
2007 Verdrag van Lissabon,
met als gevolg de
huidige verdragen:
 VEU
 VWEU

Het Handvest van de
Grondrechten wordt
bindend
2013 Kroatië

Staten die lid willen worden van de Europese Unie kunnen een aanvraag tot
lidmaatschap doen op basis van artikel 49 VEU. Wanneer een land lidmaatschap
van de Europese Unie heeft aangevraagd wordt dit voorgelegd aan de Raad. De
Europese Commissie geeft vervolgens een formeel advies uit, maar de Raad
beslist uiteindelijk om de aanvraag al dan niet in behandeling te nemen. Wanneer
er unaniem door de Raad wordt ingestemd kunnen de onderhandelingen worden
geopend en is een land een officiële kandidaat lidstaat. Landen die lid willen
worden van de Europese Unie moeten voldoen aan de Copenhagen criteria die in
1993 door de Europese Raad zijn opgesteld. Deze criteria houden voornamelijk in
dat staten de volgende kenmerken moeten hebben:
 Het land ligt geheel of gedeeltelijk in Europa
 Het land onderschrijft de beginselen van vrijheid en democratie
 Het land is een rechtstaat
 Het land eerbiedigt mensenrechten en fundamentele vrijheden
 Het land beschikt over stabiele overheidsinstellingen
 Het land heeft een goed functionerende markteconomie en kan omgaan met
de concurrentiedruk van de interne markt
 Het land heeft het vermogen om de verplichtingen van het lidmaatschap op
zich te nemen, wat met name inhoudt dat de doelstellingen van een politieke,
economische en monetaire unie worden onderschreven en uitgevoerd

Officiële lidstaten zijn: Turkije, Noord-Macedonië, Montenegro, Albanië en Servië.
Er worden ook verkennende gesprekken gevoerd met Bosnië-Herzegovina en
Kosovo. De Europese Commissie heeft laten weten dat geen van deze landen nog
voor 2025 officieel zal toetreden tot de Europese Unie.

Op dit moment zijn in de Europese Unie de volgende twee verdragen van kracht:
het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) en het Verdrag betreffende de
Werking van de Europese Unie (VWEU). Deze twee verdragen vormen de
juridische ruggengraat van de Europese Unie. Naast deze verdragen is het
Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie een belangrijk EU-verdrag.
Aan het VEU en het VWEU zijn overigens ook nog verschillende Protocollen
gehecht, waarin over hele specifieke onderwerpen aanvullende afspraken zijn
gemaakt.

Het supranationale karakter van de Europese Unie is door alle
herzieningsverdragen steeds verder uitgebreid. De lidstaten hebben namelijk in
de loop van der tijd op allerlei gebieden hun soevereiniteit overgedragen. De
mate waarin lidstaten het supranationale beleid kunnen beïnvloeden is in de loop
der jaren afgenomen, alhoewel deze mogelijkheden niet geheel zijn

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller charlykroon. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.17. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.17
  • (0)
Add to cart
Added