Dit document bevat de uitwerkingen van de vragen uit de werkcolleges van het vak Inkomsten- en vennootschapsbelasting.
Let op: dit document bevat niet de vragen, maar enkel de uitwerkingen.
Werkcolleges Inkomsten- en
vennootschapsbelasting
College 1 Boxenstelsel, ondernemers- en
ondernemingsbegrip en resultaat overige
werkzaamheden
Opgave 1
Vraag a
Om als ondernemer gekwalificeerd te kunnen worden, moet eerst worden gekeken of er
sprake is van een bron van inkomen. Voor een bron van inkomen moet er worden voldaan
aan drie vereisten, namelijk deelname aan het economisch verkeer, voordeel beogen en
voordeel verwachten.
In dit geval is er wel sprake van deelname aan het economisch verkeer. De vennootschap
exploiteert de capaciteiten van Tinus als zanger en daarmee nemen zij deel aan het
economisch verkeer. Het is immers niet enkel in de privésfeer. Voordeel beogen is in dit geval
niet relevant, omdat het niet gaat om een vriendendienst. Uit vaste jurisprudentie volgt dat
voordeel verwachten twee uitzonderingsgronden kent, te weten voorzienbaar blijvend
verliesgevende activiteit en een louter speculatieve transactie. In deze casus is er
redelijkerwijs geen voordeel te verwachten van de voorgenomen exploitatie van de zang,
entertain- en schrijfcapaciteiten van Tinus. Hierdoor vormen de activiteiten van de VOF van
Tinus en Arie geen bron van inkomen.
De objectieve voordeeltoets is volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad
(Staatscommissie, Recepten, Medisch proefpersoon, Pyramidespel) van belang om
voorzienbaar blijvende verliesgevende activiteiten buiten het fiscale inkomensbegrip te
houden (inkomensbesteding).
De voorgenomen exploitatie van de artistieke capaciteiten van Tinus is, gelet op de rondgang
langs platenmaatschappijen en de reacties van vrienden, kennissen en partner, zo’n blijvend
voorzienbaar verliesgevende activiteit. In het bijzonder zijn de videoproducties niet aan te
merken als “eerste bedrijfshandeling” waarmee een onderneming is aangevangen.
Omdat er geen bron van inkomen is, kunnen Arie en Tinus in 2023 niet als ondernemer
worden aangemerkt. Het gevolg is dat Arie en Tinus geleden verlies in 2023 niet kunnen
afzetten tegen overig box 1-inkomen in 2023 en ook geen verrekenbaar box 1-verlies (art.
3.148 Wet IB 2001).
Uit HR 11 juni 2011 volgt dat van belang is of de vraag of Arie en Tinus een onderneming
uitoefenen, en met name of sprake is van een objectieve voordeelsverwachting, moet
worden beantwoord op basis van feiten en omstandigheden van het desbetreffende jaar.
Hieruit blijkt ook dat feiten en omstandigheden van andere jaren (2024 en verder) een licht
kunnen werpen of in 2023 sprake is van een objectieve voordeelsverwachting. Uit het
vervolg van de opgave blijkt dat Tinus in 2024 zijn video’s op TikTok post met een groot
,financieel succes tot gevolg. Dit werpt echter geen nieuw licht op de voordeelsverwachting in
2023 van de exploitatie via platenlabels.
Vraag b
Is in 2024 alsnog een onderneming aangevangen door Tinus en Arie? Bij gelijkblijvende feiten
en omstandigheden geldt dezelfde beoordeling die is uitgevoerd in 2023 bij aanvang van de
activiteiten, dus geen bron van inkomen.
Het door Tinus posten van TikTok filmpjes kan als een nieuwe omstandigheid worden gezien
waarmee rekening zou kunnen worden gehouden bij de beoordeling van de bronvraag in
2024, maar levert geen objectieve voordeelsverwachting op. Waarom zou hij immers wel
succes hebben als platenmaatschappijen niets in hem zien? De onverwachte doorbraak op
TikTok werpt geen nieuw licht op deze kwestie. De inkomsten als gevolg daarvan, €30.000,
zijn dus onbelast.
Het eind 2024 in zee gaan met energiedrankjesfabrikant Pluim voor het plaatsen van affiliate-
links is wel een nieuwe omstandigheid, waardoor ook een objectieve voordeelsverwachting
ontstaat. Er is dan wel een bron van inkomen.
Er is dan ook een onderneming. Het is immers duurzaam, want de VOF bestaat al enige tijd.
De kosten die Tinus en Arie hebben gemaakt in de vijf kalenderjaren die voorafgingen aan
202, zijn op grond van art. 3.10 wet IB 2001 jo. art. 5 Uitv.reg.IB 2001 aftrekbaar. Deze
aftrekpost voor prenatale bronkosten geldt alleen voor zover (art. 5 Uitv.reg.IB 2001);
- Tegenover de prenatale bronkosten geen prenatale bronopbrengsten hebben gestaan
(salderingsverplichting); en
- De prenatale bronkosten niet overigens kunnen of konden worden afgetrokken van
box 1-inkomen (geen dubbele aftrek).
Tot slot wordt gekeken of Tinus en Arie kwalificeren als ondernemer in 2024. Ondernemer is
degene voor rekening van wie een onderneming wordt gedreven en die rechtstreeks wordt
verbonden voor verbintenissen (art. 3.4 Wet IB 2001). Tinus en Arie zijn beide vennoten van
de onderneming. Voor rekening van hen beide wordt de VOF dus gedreven, want ze hebben
beide recht op evenveel van de winst. Hoewel Arie enkel vermogen in de VOF brengt en
Tinus zijn kwaliteiten exploiteert, zijn ze beide aansprakelijk voor schulden van de VOF.
Immers, alle vennoten zijn voor verbintenissen van de vennootschap hoofdelijk verbonden
(art. 18 WvK).
Arie en Tinus kwalificeren in 2024 daarom beide als ondernemer.
Opgave 2
Vraag a
Om als ondernemer gekwalificeerd te kunnen worden, moet eerst worden gekeken of er
sprake is van een bron van inkomen. Voor een bron van inkomen moet er worden voldaan
aan drie vereisten, namelijk deelname aan het economisch verkeer, voordeel beogen en
voordeel verwachten.
In dit geval is er wel sprake van deelname aan het economisch verkeer, want het is niet in
privésfeer. Hij heeft contact met een advieskantoor en met de bank. Voordeel beogen is hier
niet relevant, want er is geen sprake van een vriendendienst. Voor het voordeel verwachten
,bestaan twee uitzonderingsgronden, namelijk een voorzienbaar blijvend verliesgevende
activiteit en een louter speculatieve transactie (Receptenarrest en Pyramidespelarrest). Er is
hier geen indicatie voor een voorzienbaar blijvend verliesgevende activiteit. Immers, het
inschakelen en uitwerken van een businessplan in samenwerking met het advieskantoor is
een indicatie dat het niet een voorzienbaar blijvend verliesgevende activiteit is. Er is dus wel
sprake van een bron van inkomen.
Dan moet worden getoetst of er sprake is van een onderneming. Een onderneming is een
duurzame organisatie van arbeid en kapitaal. Een onderneming bestaat al vanaf de eerste
bedrijfshandeling (arrest Verzinkerij, Mislukte antiekhandel). Het opgestelde businessplan
van Thijz is in dit geval een eerste bedrijfshandeling ter uitvoering van zijn voornemen om
een campingonderneming te starten.
Tot slot wordt gekeken of Thijz een ondernemer is. Ondernemer is degene voor rekening van
wie een onderneming wordt gedreven en die rechtstreeks wordt verbonden voor
verbintenissen (art. 3.4 Wet IB 2001). Thijz wordt verbonden voor verbintenissen van de
onderneming en het wordt ook voor zijn rekening gedreven. Uit vaste jurisprudentie van de
Hoge Raad blijkt dat een mislukte of zelfs doodgeboren onderneming ook een onderneming
is in de zin van art. 3.4 Wet IB 2001.
Vraag b
Thijz wordt in 2023 niet als ondernemer ex art. 3.4 Wet IB 2001 aangemerkt, omdat het
waarneming van de camping alleen niet als het drijven van een onderneming geldt. Uit
jurisprudentie (waarnemende notaris, waarnemende huisarts/tandarts) blijkt dat in geval
van een enkele waarneming niet voldaan is aan het duurzaamheidsvereiste.
Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad drijft een waarnemer pas een
waarneemonderneming ingeval de waarnemer (1) voldoende zelfstandigheid bezit ten
opzichte van degene met wie hij een overeenkomst van waarneming sluit, (2) niet slechts
incidenteel waarneemopdrachten aanvaardt, maar streeft naar continuïteit door het
verkrijgen van verschillende opdrachten (duurzaamheidsvereiste) en (3) ondernemersrisico
loopt. Zoals gezegd is in dit geval niet voldaan aan het duurzaamheidsvereiste, omdat Thijz
slechts één zomer een camping waarneemt en verder niet streeft naar nieuwe
waarneemopdrachten.
Vraag c
Op grond van HR 12 september 2008 wordt Thijz in 2024 zonder meer als ondernemer ex art.
3.4 Wet IB 2001 aangemerkt. Het feit dat Thijz niet duurzaam participeert in en VOF
(campingfirma) doet daaraan niet af. De Hoge Raad heeft namelijk beslist dat alleen een
duurzaamheidsvereiste geldt op het niveau van de objectieve onderneming. In dit geval is de
door de campingfirma gedreven campingonderneming de objectieve onderneming. Aan de
subjectieve onderneming, het aandeel in de VOF als beherend vennoot, wordt een dergelijke
eis niet gesteld.
Zie goed dat in jurisprudentie over een waarnemend notaris/tandarts/huisarts de Hoge Raad
ook slechts aan de objectieve onderneming een duurzaamheidsvereiste stelt. Deze
jurisprudentie moet namelijk zo worden uitgelegd dat een waarneming van een
onderneming, zoals een notariskantoor of huisartsenpraktijk, pas kwalificeert als fiscaal
, ondernemen indien het waarnemen op zichzelf en objectieve onderneming is. Dat is niet het
geval bij een enkele waarneming. Anders gezegd: Thijz zou bij vraag b ondernemer zijn
geweest indien zijn waarneemactiviteiten een duurzaam karakter hebben en in het
verlengde daarvan dus een objectieve onderneming vormen.
Opgave 3
Vraag a
Er zijn een aantal verschillende momenten vast te stellen.
1. Als hobby schilderijen weggeven.
2. Verkoop van 10 schilderijen.
3. Verbouwing
4. Openstellen van haar galerie
Als eerste moet de bronnentoets worden uitgevoerd. De algemene broncriteria zijn;
- Deelname aan economisch verkeer
o Familiesfeer dan geen deelname economisch verkeer, tenzij buiten
gebruikelijke hulp en bijstand.
o Eigen gebruik/hobby dan geen deelname economisch verkeer
- Voordeel beogen
o Uitzonderingsgrond is de vriendendienst. Als je voordeel niet mede beoogt in
geval van een vriendendienst, dan is het ook niet beoogd.
- Voordeel verwachten
o Uitzonderingsgronden;
1. Voorzienbaar blijvend verliesgevend
2. Speculatie bijv. als je aandelen koopt, dan weet je niet of het omhoog
of omlaag gaat en dan is het speculatie.
Bij het weggeven van schilderijen is er geen sprake van een bron van inkomen. Ze verwacht
geen voordeel, want het is voorzienbaar blijvend verliesgevend. Immers, Anna verkoopt nog
geen schilderijen.
Bij het verkopen van de schilderijen is er wel sprake van een bron van inkomen. Het is buiten
de familiesfeer, dus wel deelname aan economisch verkeer. Voordeel wordt wel verwacht,
want ze verkoopt de schilderijen. Omdat het derden zijn, kan er geen sprake zijn van een
vriendendienst en is het criterium van het beogen niet van toepassing. Er is dus wel sprake
van een bron van inkomen.
Dan wordt gekeken of er sprake is van een onderneming. Dat is een duurzame organisatie
van arbeid en kapitaal die deelneemt aan het economisch verkeer met het oogmerk winst te
behalen. Deelname economisch verkeer is al vastgesteld en hoeft niet opnieuw te worden
getoetst. Ook beogen is al getoetst. We hoeven nog enkel te toetsen aan een duurzame
organisatie van arbeid en kapitaal. Kenmerken of iets duurzaam is; tijd, spraakgebruik,
winstverwachting (maak je winst en ga je dat in de toekomst ook behalen?), kenbaarheid,
aantal opdrachtgevers, brutobaten, ondernemersrisico. Hier is nog geen onderneming, want
het is niet duurzaam.
Er is hier wel sprake van resultaat uit overige werkzaamheden. Anna kijkt wat haar omzet is
en wat haar kosten zijn geweest. Wat daartussen zit, is haar winst en dat wordt belast uit
resultaat.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vanhemertjulia. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.92. You're not tied to anything after your purchase.