biologie samenvatting vwo 6 biologie voor jou thema bescherming
samenvatting
vwo
6
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
VWO 6
Biologie
Biologie
All documents for this subject (5)
Seller
Follow
pietervandendries
Reviews received
Content preview
Biologie samenvatting H4
Bescherming
Paragraaf 4.1: de huid en bescherming
De huid vormt een barrière voor beschadiging, binnentreding van ziekteverwekkers en
voor schadelijke straling. De huid voorkomt ook waterverlies door verdamping.
De huid bestaat uit de opperhuid (zonder bloedvaten) en de lederhuid. De opperhuid
bestaat uit de hoornlaag (dode verhoornde epitheelcellen) en de kiemlaag. De hoornlaag
beschermt tegen uitdroging, beschadiging en infecties. Epitheelcellen krijgen
voedingsstoffen via de weefselvloeistof vanuit de lederhuid.
In de kiemlaag liggen pigmentvormende cellen (melanocyten). Deze vormen het donkere
pigment melanine en geven dit via hun uitlopers aan nabijgelegen opperhuidcellen af.
Melanine beschermt delende cellen tegen uv-straling.
Door de opperhuid heen steken haren die groeien vanuit de haarzakjes. In haarzakjes
bevinden zich talgklieren. Talg is een vettige stof die haar en hoornlaag soepel houden.
De lederhuid bestaat uit bindweefselcellen, zintuigcellen, uitlopers van zenuwcellen,
haarspiertjes, bloedvaten en zweetklieren. Onder de huid ligt het onderhuidse
bindweefsel waar vet wordt opgeslagen in vetcellen.
De temperatuur van de huid kan worden gereguleerd door de bloedvaten in de huid te
verwijden of vernauwen. Ook door de verdamping van water uit zweet wordt warmte uit
het lichaam onttrokken.
Mensapen hebben onder de vacht een lichte huid. Tijdens de evolutie is de beharing
verdwenen en de huidskleur verdonkerd. In een blanke huid wordt echter makkelijker
vitamine D aangemaakt.
Paragraaf 4.2: afweer
Ziekteverwekkende organismen zijn pathogeen. Het binnendringen van
ziekteverwekkers is een infectie. Stoffen of cellen die niet in je lichaam thuishoren, heten
lichaamsvreemd.
Een virus bestaat uit één molecuul DNA met een eiwitmantel. Ze planten zich voort door
middel van gastheercellen. Na aanhechting van een virus aan een receptor op de
gastheercel, komt het DNA of RNA van het virus in het cytoplasma van de gastheercel. Daar
vindt dan vermenigvuldiging van het virus plaats.
Virussen kunnen cellen doden of beschadigen door de afgifte van eiwitverterende
enzymen. Ook kunnen ze geïnfecteerde cellen toxinen laten produceren, waardoor de cel
beschadigd raakt of sterft.
, De huid en slijmvliezen vormen de eerste linie in de afweer. Oogvocht en speekselvocht
spoelen indringers weg terwijl slijm de ziekteverwekkers opvangen. Dit heet mechanische
afweer. Zoutzuur in de maag en een lage pH van zweet zijn voorbeelden van chemische
afweer.
Wanneer toch een ziekteverwekker het interne milieu betreedt, wordt het immuunsysteem
geactiveerd (beenmerg, thymus, milt en de lymfeknopen zijn daarbij belangrijk). Binnen
het immuunsysteem worden twee typen afweermechanismen onderscheiden: specifieke
en aspecifieke afweer. De laatste is gericht tegen vele verschillende typen
ziekteverwekkers en dient als een snelle afweer tegen infecties. Specifieke afweer richt
zich tegen één type ziekteverwekker.
Bij afweer spelen witte bloedcellen (leukocyten) (ontstaan uit het rode beenmerg) een
grote rol. Uit bepaalde stamcellen ontwikkelen zich onder andere
fagocyten; uit andere stamcellen ontwikkelen zich lymfocyten.
Fagocyten spelen een rol bij de aspecifieke afweer. Fagocyten nemen
ziekteverwekkers en lichaamsvreemde stoffen in zich op. Fagocyten
kunnen door de wanden van haarvaten en komen daardoor in het hele
lichaam voor. Er zijn twee soorten fagocyten: granulocyten en
macrofagen. Een granulocyt neemt een bacterie op zoals hiernaast:
De granulocyt gaat hierbij vaak zelf ook dood en komt in de pus Fagocytose van een granulocyt
terecht.
Macrofagen ontwikkelen zich uit monocyten uit het bloed. Ze fagocyteren (=''opeten''
door fagocytose) ziekteverwekkers en ruimen dode celresten op. Ze kunnen meerdere
ziekteverwekkers vernietigen (in tegenstelling tot granulocyten). Ze spelen een rol bij
zowel de specifieke- als de aspecifieke afweer.
Een infectie gaat vaak gepaard met koorts. Dit wordt veroorzaakt door macrofagen die in
reactie op ziekteverwekkers cytokinen (een mediator = eiwit met regulerende functie)
afgeven. Door de verhoogde temperatuur wordt de ontwikkeling van ziekteverwekkers
tegengegaan en worden de afweerreacties versneld.
Bacteriën en virussen zijn soms zo snel, dat de aspecifieke afweer niet in staat is om de
ziekteverwekkers te bestrijden. Het specifieke afweersysteem kan door de aanmaak van
heel veel specifieke witte bloedcellen deze infectie wél bestrijden. Lymfocyten spelen
hierbij een belangrijke rol. Ze ontwikkelen zich in de thymus tot T-lymfocyten of in het
beenmerg tot B-lymfocyten. Daarna komen ze in het bloed terecht via lymfeknopen. De
lymfeknopen, de milt, het beenmerg en de thymus worden lymfoïde organen genoemd.
Een antigeen is een molecuul waar het immuunsysteem op reageert met een specifieke
antistof. Iedere antistof is specifiek voor één antigeen.
Bij de herkenning van antigenen spelen de MHC-receptoreiwitten een belangrijke rol. Er
zijn twee soorten MHC-receptoren: MHC-I-receptoren (aan de buitenkant van alle cellen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pietervandendries. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.70. You're not tied to anything after your purchase.