100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Arbeidsrecht $10.58
Add to cart

Summary

Samenvatting Arbeidsrecht

 54 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting bevat alle powerpoints met bijbehorende notities van alle lessen en een inhoudstafel. Behaalde punten: 16/20. Stuur mij een DM op messenger, daar verkoop ik de samenvatting aan een goedkopere prijs!

Last document update: 3 weeks ago

Preview 8 out of 140  pages

  • December 12, 2024
  • December 24, 2024
  • 140
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
ARBEIDSRECHT
ACADEMIEJAAR 2022-2023
UNIVERSITEIT ANTWERPEN
PROFESSOR W. VERHEYEN

ALGEMEEN


 Elke les is 1/13 eindcijfer
 Franse en Engelse begrippen passief kennen voor in meerkeuzevragen
o Bv. concurrentiebeding herkennen  geldig? + waarom
o Bv. ontslag om dringende redenen in elk arrest ga je kijken, in welk kopje zie je ontslag
om dwingende redenen staan




0
Kato Michiels

,MODULE 1: INLEIDING EN JURIDISCH KADER
1) ARBEIDSOVEREENKOMST ALS BIJZONDERE OVEREENKOMST


 Bijzondere overeenkomstenrecht = arbeidsrecht en sociaal zekerheidsrecht, die deel uitmaken
van sociaal recht
 Geschiedenis van arbeidsrecht is geschiedenis van conflicten  na sociale conflicten komen
nieuwe wetten


2) ARBEIDSRECHT EN SOCIALEZEKERHEIDSRECHT ALS POTEN VAN HET SOCIAAL RECHT


 Romeins recht: arbeidsovereenkomst als huurovereenkomst (naast aanneming en huur van
goederen)  arbeidsrecht gezien als huur van arbeid.
 Arbeidsrecht in BW 1830: 2 artikelen  contractvrijheid, geen bescherming:
o 1780 BW: overeenkomst is voor bepaalde tijd/ bepaald werk
o 1781 BW: bewijsvoordeel werkgever bij loongeschillen (werkgever wordt geloofd als er
discussie is)
o Voor het overige administratiefrechtelijke bepalingen (bv regels werkboekje ~>
werkboekje als drukkingsmiddel tegen werknemer)
 Nadien ontwikkeling naar beschermend (dwingend) arbeidsrecht & groei collectief arbeidsrecht:
o Dwingend AR als gevolg van Juridische en feitelijke ongelijkheid werkgever en
werknemer.
o Sommige bepalingen omwille van algemeen belang (veiligheid/ welzijn).
o Groei collectief arbeidsrecht vaak ingevolge sociale onrust.
 Maar nog steeds blijft algemeen contractenrecht aanvullend van toepassing waar geen
bijzondere regels zijn bv. brand bij werkgever als niets specifiek geregeld dan worden regels
overmacht (je kan niet gaan werken) toegepast


3) ARBEIDSRECHT EN SOCIALE ZEKERHEID ONTWIKKELEN ZICH SAMEN


 Sociale zekerheidsrecht?
o Alle regelingen die werknemers en zelfstandigen de mogelijkheid bieden om in
voldoende middelen te kunnen voorzien voor het levensonderhoud, ook wanneer ze dat
zelf (eventueel tijdelijk en/of gedeeltelijk) niet kunnen  arbeidsovereenkomst is
toegangsticket tot sociale zekerheid en als je werkt verlies je ook bepaalde
sociaalzekerheidsrechtelijke principes (alternatief) bv. ziekte/pensioen  je krijgt geen
loon meer maar pensioen, ontslag  je krijgt geen loon meer maar
werkloosheidsuitkering
 Ziekte- en invaliditeit, werkloosheid, gezinsbijslag, pensioen,…
 2e semester (prof. Louckx)
 Verwevenheid met arbeidsrecht?
o Ziekte: verschuiving inkomen van werkgever (gewaarborgd loon) naar sociale zekerheid
(RIZIV) (https://werk.belgie.be/nl/themas/arbeidsovereenkomsten/schorsing-van-de-
arbeidsovereenkomst/oorzaken-van-schorsing-hoofde-6)


1
Kato Michiels

, o Tewerkstelling en ontslag: Tewerkstelling als voorwaarde voor werkloosheidsuitkering
(muv uitkering na studies), hervatten werk als einde werkloosheidsuitkering.
o Pensioen: einde arbeidsovereenkomst als loopbaanduur en/of leeftijd => geen loon
meer, maar pensioen.
o Arbeidsrecht en sociale zekerheidsrecht ontwikkelen samen (zie verder historische
inleiding)
 Geschiedenis wetgeving
o Aanvang Belgische weteving: onbeschermde zwakke werknemers:
 Oorzaken:
 Romeinse tijd en middeleeuwen: sterke “werkersorganisaties”: corpora/
gilden met eigen toegangsregels bv. om leerlooier te worden moest je 15
jaar bij een leerlooier werken
 Afgeschaft bij Decret d’Allarde (doel bevrijden arbeid) nadien ook
coalitieverbod (Napoleon):  zuiver contract en ”spreek zelf maar
voorwaarden af”
o WN alle coalities verboden <> WG enkel als doel= verlaging
lonen.
 Status 1830:
 Geen beschermende wetgeving (economisch liberalisme) (vgl. film
Daens).
 Zuivere contractvrijheid MAAR grote stedelijke arbeidspool zorgt voor
overaanbod werknemers  vervangbaarheid.
 Werknemers konden zich pas verenigen pas in 1867.
 Beperkt stemrecht (dus ook beperkte vertegenwoordiging)
o Vanaf 1886 eerste wetten
 Oorzaken:
 sociale onlusten,
 oprichting BWP (socialisten) en Katholieke werknemersbonden
(Daensisten Christene volkspartij)  socialisten komen op er wordt als
een bedreiging gezien voor liberalen en katholieken  daarom
toegevingen gedaan namelijk loonbescherming, kinder-en
vrouwenarbeid en in 1905 de zondagsrust.
 Rerum Novarum (1891)
 Focus= arbeidsreglementering
 1887 loonbescherming.
 1889: kinder- en vrouwenarbeid.
 Pas vanaf 1905 zondagsrust. (38 uren week)
o Na WO I: verdere uitbouw arbeidsrecht en aanvang sociale zekerheidsrecht (reden:
deelname arbeiders aan WOI  beroep gedaan op werknemers dus toegevingen)
 1919 werkloosheidsverzekering
 1921: 48-urenweek = 5 dagen werkweek
 1930: pensioenen
 1936: betaald verlof (pas vanaf 1963 derde vakantieweek)
o Na WO II: verdere uitbouw sociale wetgeving (sociaal overleg tijdens WOII vanuit Londen
als basis).

2
Kato Michiels

,  O.a. institutionalisering van het paritair overleg  overleg van
werknemersvertegenwoordigers = vakbonden en
werkgeversvertegenwoordigers per sector bv. wanneer wordt loon geïndexeerd
wordt daar beslist (vakbonden maken mee regels die op jou van toepassing zijn)
o Vanaf crisis jaren ‘80 ook soms stappen terug.
o 2013: “gelijkschakeling “arbeiders en bedienden.
 Arbeider = met hand (deden werk), bediende = met hoofd (zaten op bureau) 
voorbijgestreefd en vervaagd  is onderscheid verantwoord? Voor ontslag
waren er grote verschillen (opzegtermijnen enz.)
o Sociaal recht is de laatste 120 jaar vanuit het niets uitgegroeid tot een zeer groot domein
dat zich nog steeds ontwikkelt.


4) ARBEIDSRECHT: EEN EIGEN RECHTSTAK


 Arbeidsrecht= verbintenissenrecht + correctie op het verbintenissenrecht
 Dwingend contractenrecht  met relatieve nietigheid vaak (nietigheid bepaalde clausule en
alleen door werknemer in te roepen)
 Regulering = herstellen machtsverhoudingen.
 “Arbeidsverhoudingen zijn machtsverhoudingen” (R. Blanpain)
o Hoe ?
 Individueel arbeidsrecht= dwingende wetsbepalingen contractuele partijen zijn
niet gelijk bescherming tegen voortijdige afstand
 Collectief arbeidsrecht= overleg juridisch vorm geven collectie tegengewicht
tegenover werkgeveraansluiten bij realiteit onderneming
 De AO is een bijzondere overeenkomst: verbintenissenrecht blijft relevant, vooral voor IAR voor
zover geen afwijkende regels !
o Discussie: Arbeidsverhouding: contractueel of statuut ?
o Optie Europees continentaal systeem: contract blijft basis
o Veel dwingend recht: the quest for security
 Eigen rechtshandhaving: eigen rechtscolleges met mensen uit verschillende belangengroepen +
sociale inspectiediensten die mee zorgen voor handhaving
 Collectief arbeidsrecht: tussen publiek en privaat recht eigen bronnen= ten dele autonoom recht
maar ook contractuele grondslag
 Nationaal recht: Arbeidsrecht blijft zeer nationaal, grote verschilpunten tussen EU-lidstaten, EU-
arbeidsrecht= beperkt, maar groeiend belang ! (overgang van onderneming, migrerende
werknemers). Groei internationale handel: noodzaak aan harmonisatie, autonome interpretatie
van begrippen
o Steeds meer EU recht  bv. geen EU recht over arbeidsomstandigheden proffen, wel
geen discriminatie deeltijds werknemers
 Project met vrijheden, maar veel minder sociaal project (nu wel meer naar toe te
werken) bv. vrij verkeer werknemers oké maar uitbuiting van werknemers uit
andere landen wil je niet




3
Kato Michiels

,  Bv. tacografen (hoeveel uur wordt gereden) enkel verplicht bij grote
vrachtwagens, mag wel ook voor camionetten, maar niet verplicht dus zal nog
niet in alle landen geval zijn
o Toenemende internationalisering
 Bv. buitenlandse werknemers in haven Antwerpen  werknemers blijken
uitgebuit te worden door onderaannemer Borealis  Post.nl  verder
onderaanneming is oké als het wettelijk is, verdere uitbesteding:
subonderneming en nog subonderneming en dan zelfstandige wordt in dienst
genomen  in eerste contract is alles wettelijk
 Bv. bedrijf uit Willebroek  Sloveense camionnet  “onderaannemers sloveens
bedrijf, werken voor Bosnische onderaannemer, we komen van Kosovo”  40
eur per uur  onder/onderaannemer  hoeveel zouden die mannen krijgen
van die 40 eur per uur?


5) JURIDISCH KADER WERKGEVER EN WERKNEMER?


 Normaal: wet (voor zover partijen niet (kunnen) afwijken) en tussen de partijen gesloten
overeenkomst.
 Specifieke karakteristieken arbeidsrecht
o Grotendeels dwingend karakter (in gemeen contractenrecht is principe contractsvrijheid)
o Naast de wet bepalen ook de collectieve arbeidsovereenkomsten de verbintenissen van
de partijen en de ruimte voor de partijen in individuele arbeidsovereenkomsten. (zie
volgende slide)
 Hiërarchie (zie ook p. 10 handboek) (art. 51 CAO-Wet):
o NOOT 1: bepalingen individuele arbeidsovereenkomst mogen dus niet strijdig zijn met
één van de hogere normen
o Noot 2: ook geen gunstigheidsbeginsel  ook als lagere normen voordeliger zijn voor
werknemer, zijn ze nietig indien strijdig met dwingende bepaling hogere norm (kan dus
wel als hogere norm minimum (bv loon) of maximum (bv arbeidstijd) oplegt  hoogste
heeft voorrang ook al staat in bv. arbeidsovereenkomst iets gunstiger  vaak bv. in CAO
staat “werknemer moet max. zoveel werken”  detail in arbeidsovereenkomst
o Hiërarchie
1. 1° Dwingende bepalingen wet
2. 2° Algemeen verbindend verklaarde cao’s  deze geldt voor iedereen  beslist
tussen werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers (cfr. faculteitsraad
beslissingen voor je faculteit)
1. a) NAR = Nationale Arbeidsraad
2. b) PC = paritair comité bv. metaalsector maken CAO’s gelden dan voor
iedereen in metaalsector
3. c) Paritair subcomité bv. voor Luikse metaalsector
3. 3° Niet-algemeen verbindend verklaarde cao’s wanneer WG ondertekend heeft of
aangesloten is bij ondertekenende organisatie  deze geldt niet voor iedereen bv.
bedrijf heeft ondertekend dan is mijn bedrijf aangesloten bij UNIZO en gelden die



4
Kato Michiels

, regels  in jouw contract moet niets worden veranderd bv. vanaf nu 35 u per week
werken
1. a) NAR
2. b) PC
3. c) Paritair subcomité
4. d) Buiten paritair orgaan (ondernemingsraad)
4. 4° Schriftelijke individuele arbeidsoverenkomst
5. 5° Niet algemeen binden verklaarde cao’s gesloten in paritair orgaan, wanneer WG
onder paritair orgaan valt maar niet aan vwn 3. is voldaan.
6. 6° Arbeidsreglement
7. 7° Aanvullende bepalingen wet
8. 8° Mondelinge arbeidsovereenkomst
9. 9° Gebruik
 Meerlagige rechtsorde
o Verdragen (ILO = International Labour Organisation, ESH = Europees Sociaal Handvest) 
voor België vaak minder relevant  reden: sociale bodem leggen waar wij al boven
zitten
o EU recht
 Sociale politiek, vrij verkeer, werkgelegenheid  vrijheid: maar niet zozeer
sociaal project bv. maximum werktijden pakjeskoeriers, als ze werken met
werknemers hebben ze rusttijden, maar als zelfstandige niet. Voor nationale
vervoerders mag je aan bedrijven verplichtingen opleggen, MAAR: mag niet
worden opgelegd aan andere lidstaten o.b.v. bescherming economische
principes aan basis EU.
 Nu: begint EU meer sociale wetgeving, international labour
organisation, EU Sociaal Handvest  kwantitatief minimuloon
moeilijk (verschillende economieën kan je niet vergelijken), wel:
kwalitatief bv. min. 20 procent boven armoedegrens. Ook moeilijk
bv. verbod op kinderarbeid  handhavingsprobleem + economie
zou wegvallen in dit land als dit niet meer mag, minder makkelijk
voor hen om economie vorm te geven zonder kinderarbeid
o Federale wetgeving
o Gemeenschapswetgeving
 Bevoegdheden gemeenschap: vorming, opleiding (van werklozen), taalgebruik 
Brussel is daar niet voor bevoegd, hoe kunnen ze er dan voor zorgen dat mensen
werken?
o Gewestwetgeving
 Tewerkstellingsbeleid/ programma’s, bemiddeling, doelgroepen, buitenlandse
WN
o Grondwet belangrijk voor gelijkheid en non-discriminatie, maar niet veel sociale
grondwetgeving (zie 6) )




5
Kato Michiels

,6) SOCIALE GRONDRECHTEN: SOCIAAL RECHT IN DE RECHTSORDE


 Late ontwikkeling
 Moeizaam evenwicht economische en sociale grondrechten
 Sociaal recht/sociale verhoudingen: macht of recht ?
 Programmatorisch of subjectieve rechten ?
 Niets in EVRM (1950) - Niets in Belgische grondwet (tot 1994)
 Sociaal Handvest Turijn (1961- 1990)= Sleeping Beauty
 Verdrag van Rome (1957): discriminatieverbod:
o vrouwelijke en migrerende werknemers
 nieuwe richtlijnen, honderden arresten HvJ !
 Art. 23 GW: (1994)
 Herzien Europees Sociaal Handvest (1996)
o Protocol collectieve klachten (1998)
 Handvest Grondrechten van de Europese Unie (2012)
o Grote impact Hof van Justitie: arbeidstijdmeting !


7) ARBEIDSRECHT: WAAROVER GAAT HET?


 Wie in België werkt =
o 1° Werknemer = arbeidsrecht, AOW. 1978
 criterium: ondergeschikt verband,
o 2° Zelfstandige = handelsrecht, burgerlijk recht
 criterium: contractuele band, zelfstandigheid
 probleem: schijnzelfstandigheid: Arbeidsrelatieswet
o 3° Ambtenaar = bestuursrecht
 criterium: eenzijdige aanstelling
 probleem: ook contractuele tewerkstelling in overheid mogelijk
 toepassing individueel AR, niet collectief AR
 PM: in Nederland: geen ambtenarenstatuut meer
o 4° Niet onderworpen aan Belgische wetgeving
 Belgische tewerkstelling: lex loci laboris (IPR)
 uitz.= verdragen (EU-recht), grensarbeiders, internationale ambtenaren,
diplomatiek personeel, gedetacheerde werknemers-zelfstandigen,
LIMOSA: 2018: 729.254 meldingen
 Probleem: beleidsdoelen sociaal beleid worden via arbeidsrecht nagestreefd, terwijl zij vaak ook
daarbuiten relevant zijn…
o Schijnzelfstandigen
o Vrijwilligers
o “Bewuste” zelfstandigen in kwetsbare posities…
o Gig@risk
o Veiligheid omgeving (vervoer en verwerking gevaarlijke stoffen, bouwsector, …)




6
Kato Michiels

, MODULE 2: DEMARCATIE & SOORTEN ARBEIDSOVEREENKOMSTEN




---
VRAAG 1 HUISTAAK: Is de gesloten overeenkomst een arbeidsovereenkomst? Waaruit blijkt dit (kopieer de
relevante bepalingen uit de overeenkomst)?
---
1) BEGRIP ARBEIDSOVEREENKOMST


 AO = OVEREENKOMST
 Vermoeden arbeidsovereenkomst voor student  het is aan de werkgever om dit dan te
bewijzen (art. 121 Arbeidsovereenkomstenwet, zie infra)
o Overeenkomst = toepassing van het verbintenissenrecht
o Contractuele vrijheid, maar ongelijkheid: correctie dwingend recht
 Begrip AO: 4 elementen (art. 2 en 3 AOW)
o Art. 2. "De arbeidsovereenkomst voor werklieden is de overeenkomst waarbij een
werknemer, de werkman, zich verbindt, tegen loon, onder gezag (...) van een werkgever
in hoofdzaak handarbeid te verrichten.



7
Kato Michiels

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller katomichiels12. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.58. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

58716 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$10.58  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added