Dit is een samenvatting van neurofysiologie uit het boek "medische fysiologie". Hierin staat alle informatie die niet in de slides of andere samenvattingen staat.
Prikkels naar zenuwimpuls
sensoren
→ prikkels omzetten (transductie) zodat dit tot bewuste waarneming kan leiden (perceptie)
→ Exteroceptoren : prikkels uit buitenwereld
Nociceptoren : beschadiging van weefsels
→ Interoceptoren : veranderingen in lichaam
→ Proprioceptoren : houding van lichaam
→ indeling op basis van vorm van prikkelenergie
Mechanosensoren : rekkingsgevoelige ionenkanalen in de sensormembraan die een
verandering in de membraanpotentiaal veroorzaken (bv. osmosensoren)
Chemosensoren : via chemische prikkels een receptorpotentiaal veroorzaken (bv. G-
proteïne gekoppelde receptoren)
Fotosensoren : door fysische lichtprikkel een fotochemische reactie (bv. netvlies
van oog)
Generatorpotentiaal
Overdracht van sensor naar afferent neuron
→ sensorcellen
Bij prikkeling wordt transmitter vrijgegeven die generatorpotentiaal opwekt in afferent
neuron
→ zintuigzenuwcellen
Cellichaam van gemodificeerd neuron
Receptorpotentiaal = generatorpotentiaal
Afferente vezel is axon van de zintuigzenuwcel
→ sensorische neuron
Begin van dendriet van afferente neuron bevat zelf receptoren die kunnen reageren op
zintuiglijke prikkeling waardoor receptorpotentiaal ontstaat
Receptorpotentiaal = generatorpotentiaal
Naakte vrije zenuwuiteinden of omgeven door kapsel
Generatorpotentiaal
→ ontstaat in intitiële deel van dendriet
→ hangt in hoogte af van sterkte van zintuigprikkeling
Neemt exponentieel af
→ wet van Weber-Fechner
Sterkte van de waarneming is evenredig met de logaritme van de prikkelintensiteit
→ passief voortgeleid dus dooft op korte afstand uit
Voor voortgeleiding op lange afstand vertaald tot AP : in intiële deel van afferente vezel door
depolarisatie potentiaal
→ hogere amplitude van zintuigprikkel omgezet in hogere frequentie van voortgeleide
actiepotentialen
Aantal geprikkelde sensoren bevatten info over sterkte prikkel
Belang voor intensiteit prikkel
→ bij lichte druk , lage frequentie
→ bij hoge druk , hoge frequentie en meer vezels gerekruteerd
1
,Mechanisme
→ vele sensoren in contact met dunne takjes van 1 zenuwcel
Inkomende receptorpotentialen tot 1 generatorpotentiaal
→ receptief veld
Gebied waarin sensoren van 1 afferent neuron zitten
Adaptatie
Perifere adaptatie
→ in zintuigcellen zelf
→ bij aanhoudende zintuigprikkeling daalt de ontladingsfrequentie in afferent neuron
Centrale adaptatie
→ positief of negatief
→ bv klok horen tikken
Snelheid van adaptatie
→ sensoren in huid rond haarwortels : snel
→ lichaampje van Pacini : snel
→ spier en gewrichtssensoren adapteren niet
Mate van adaptatie
→ snell adapterende sensoren
Fasisch of dynamisch
→ traag adapterende sensoren
Statisch of tonisch
Gevoeligheid voor sensoren
Wet van Muller
→ sensor enkel gevoelig voor prikkelenergie van bijhorende waarneming
→ adequate prikkel : prikkel waarin sensor gespecialiseerd is
→ bv retina voor licht
Impulsstroom door CZS
Veranderingen in impulsstroom
→ integratie van inhiberende en exciterende schakelneuronen
→ divergentie
Vertakking axon (collaterale vezels) waardoor impuls zich over meerdere wegen kan
verspreiden
→ convergentie
Eindtakjes van verschillende neuronen
komen samen op 1 volgend neuron
→ laterale inhibitie
Afbuiging van afferenten wordt geïnhibeerd
waardoor enkel middelste schakelneuron
ontlaadt
Verscherping lokalisatie van sensorische
prikkel
→ zie andere SV
2
,3 niveaus in sensorisch systeem
Perifere ingangsniveau
→ prikkels door zintuigcellen/sensoren opgevangen en omgezet tot AP
→ AP geleid tot ruggenmerg
→ overschakeling op 2e neuron
Centrale verwerkingsniveau
→ binnenkomende informatie overgedragen op secundaire neuronen
Aanleiding geven tot reflexen
Beweginspatroon oproepen
Impulsgeleiding tot schakelniveau in diencephalon (thalamus)
Regeling van bewustzijn door aftakkingen die toekomen in FR
Bewustwordingsniveau
→ informatie vanuit thalamus via tertiaire neuronen doorleiden naar hersenschors
→ specifieke thalamocorticale systeem
AP naar specifiek projectiegebied zenden
Visuele info : occipitale deel
Auditieve info : temporale deel
Somatosensorische info : parietale deel
→ aspecifiek thalamocorticale systeem
Neuronen naar alle delen van cortex om via info van FR bewustzijn te regelen
Interactie tussen sensorische , frontale en motorische deel (sensomotorische integratie)
SOMATOSENSORIEK
Bewustwording van lichaam
Somesthesie
→ sensibiliteit van huid en subcutane structuren
→ gevoel
Statesthesie en kinesthesie
→ houdings en bewegingsgevoel
→ sensoren in spieren en gewrichten (proprioceptoren)
Sensoren in huid
→ mechanosensoren
→ thermosensoren
→ nociceptoren : bij beschadiging
9.2.2 & 9.2.3 : zie sv
Dermatomen
Overlapping
→ receptieve velden van zenuwvezels overlappen elkaar
→ afferente vezels verenigen zich samen met efferente motorische vezels
Vormt bundel die als spinale zenuw in ruggenmerg terecht komt
→ sensorische en motorische vezels uiteen in foramen intervertebrale
Sensorische vormen achterwortel , cellichamen net buiten ruggenmerg in spinale ganglion
3
, Motorische vormen voorwortel
Segmentale innervatie
→ sclerotomen : skeletdelen die op bovenstaande manier in verbinding staan
met ruggenmerg
→ myotomen : spierdelen met ruggenmerg
→ dermatomen : huidarealen met ruggenmerg
Geordend in ruggenmergsegmenten
Scheiding vertoon overlap : discriminatievermogen ( grootte van
receptieve velden is medebepalend voor nauwkeurigheid waarmee 2
nabijgelegen prikkels als 2 afzonderlijke stimuli worden herkend)
Stereognosie
Definitie
→ ruimtelijk herkennen van voorwerp zonder het te zien
Mechanisme
→ aard van oppervlak : gnostisch
→ soort materiaal met temperatuurzin : vitaal
→ drukzin
→ grootte van voorwerp door gewrichtszin : proprioceptief
Sensibiliteit : zie SV
REUK EN SMAAK
Functie
Chemische prikkeling
→ beschermende functie
Ook door tast en temperatuurzin
→ mijden van schadelijke stoffen
Reuk
→ gasvormige, vetoplosbare stoffen
→ duizenden geuren
Heel veel receptoreiwitten met elk een verschillende gevoeligheid voor reukstoffen
→ telesensorische functie
→ verwerking van feromonen
Stoffen die invloed hebben op seksueel gedrag
→ geringe prikkeling van reukcellen
Vezelbanen via bulbus olfactorius in verbinding met
limbisch systeem en hypothalamus
→ gasvormige reukstoffen via reukepitheel (ademlucht) of via
diffusie in lichaam
→ reukeptiheel
Klieren van Bowman : scheiden lipiderijk secreet af
Pigmentkorrels
Sensorcellen : apicale deel bevat microvilli
(zintuigzenuwcellen)
→ snelle adaptatie
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller malouwillemot. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.02. You're not tied to anything after your purchase.