Notities van elke les; interpreteren, onderzoek en theorie vormen deel 1
1 view 0 purchase
Course
Interpreteren onderzoeken en theorie vormen
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Deze notities hebben mij geholpen het examen van interpreteren voor de eerste keer te halen. Notities aanwezig van elke les. Veel linken met artikels en teksten.
a. Gedrags – en maatschappijwetenschappen (social – and behaviour scienes)
Studieobject = menselijk gedrag/menselijk handelen (men gebruikt hier het paradigma van
de natuurwetenschappen, men gaat dus analytisch empirisch te werk).
Vb. antecedenten burn-out als we de oorzaak kunnen achterhalen, kunnen we er iets aan
doen. Men verklaart het oorzaak en gevolg dus (Erklaren/Duits). Doorgaans kwantitatief
onderzoek. Parenting apps (wat zijn oorzaken dat we deze app gaan gebruiken).
b. Cultuurwetenschappen/geesteswetenschappen (humanities)
Studie van menselijke/culturele producten. Hermeneutisch principe -> het gaat niet om het
verklaren, maar om het begrijpen/inzicht (verstehen/Duits) te krijgen van deze culturele
producten. Doorgaans kwalitatief onderzoek. Vb. burn-out -> Hoe komt het dat we precies
vandaag in onze samenleving zoveel gevallen hebben van burn-out). Je zoekt dus niet naar
de oorzaak van een bepaald fenomeen, maar de condities waarbinnen een fenomeen zich
voordoet, je probeert het te begrijpen vanuit die condities. Ander voorbeeld: geen school- en
leerplicht -> geen sprake van dyslexie. Als het niet belangrijk is in een samenleving dat we
leren lezen, is dyslexie geen probleem.
Vb. hysterie ; dit was begin 1900 een veel voorkomende diagnose bij vrouwen
Parental burn-out & parenting apps (waarom denken we dat deze apps een goed idee zijn?)
Wat is begrijpen?
Wat is interpreteren? Kun je een grens trekken tussen juiste en foute interpretatie? Moet je zelf iets
hebben meegemaakt/zelfde ervaring hebben ondergaan alvorens je iets kan begrijpen wat iemand
heeft meegemaakt? Moet je zelf kinderen hebben gehad om te begrijpen wat het is om de
belevingen van ouders te kennen en te onderzoeken?
Begrip ‘epistemilogisch’ (epistème en logos -> de leer van de kennis). Onderzoeksrapporten en claims
maken (subjectiviteit).
Bestaat er dan een objectieve interpretatie of zijn ze steeds subjectief?
Uitgangspunten van deze benadering: Data bij kwalitatief onderzoek = betekenissen. Wat is
betekenis en waar vinden we dit (Taalfilosofie van Wittg.) Betekenislagen en symbolen (vb. knipoog).
Geertz: “Uitpakken van conceptuele lagen” => waarom de knipoog? <-> stofje in oog waardoor je
knipoogt. Context (language game) en intersubjectief (Wittg.).
,Hoorcollege 2: Interviews (hoofdstuk 2)
Gebruikt artikel: Coping strategies of high school students with learning disabilities: a longitudinal
qualitative study and grounded theory
Inhoud onderzoek niet belangrijk, methodologie wel (aanpak en beschrijving)
Stappen:
QRI: qualitative research interview (klassieke kwalitatieve interview):
Zoektocht epistemologische en ontologische veronderstellingen
Episème – logos; kennisleer -> wat voor kennis leveren interviews op?
Onto – logos; leer van het zijn (zijnsleer) -> wat is dat zijn? Wat bestaat? (vb. bestaat
Sinterklaas? Bestaat de ziel? Bestaat God? Bestaat het coronavirus?) -> wat vertellen
interviews ons over de realiteit van de betrokkenen?
a. QRI: qualitative research interview (klassieke kwalitatieve interview):
Wat?
Interview(s) afnemen
Gesprek wordt opgenomen (audio)
Transcriptie wordt gemaakt (woord voor woord neerschrijven -> doorgaans door
onderzoeker zelf, soms assistent van de interviewer dus het hoeft niet altijd de interviewer te
zijn). Wat doe je met woorden die je niet goed verstaat? Wat met interpunctie, wat met
stiltes …
Analyse transcriptie: CODEREN
Rapporteren van bevindingen
Waarom? We zijn geïnteresseerd in de subjectieve beleving/ervaring (subj. experience = ervaring
van dat subject, jouw ervaring. – First person account; voice) van de mensen. Daarom gebruik
kwalitatief onderzoek (kwantitatief = cijfers). Doel kwalitatief onderzoek: subjectiviteit op een
objectieve manier te gaan bestuderen. In vraag stellen (?).
Vb. Mijn kind is vaak onrustig -> hoeveel is vaak en wat is onrustig? Deze twee concepten zijn niet
helder. Nadeel gestandariseerd interview -> je kan niet vragen wat er bedoeld wordt met de vraag
(interactional troubles) Onderzoeker mag niets zeggen -> gaat gestandariseerd te werk. Gebrek aan
flexibiliteit <-> kwalitatief onderzoek = semi-gestructueerd (onderzoeker heeft x aantal vragen die hij
in het onderzoek wilt gebruiken -> wijze waarop en volgorde niet belangrijk -> wel flexibiliteit.
, Ordinary conversations (gesprek)
Niet formeel, niet gestructureerd
QRI heeft 7 kenmerken die aantonen dat het anders is dan een gewone conversatie (zie tekst
geel gemarkeerd).
Flexibility in Service of Asymmetrie: begin kritische bevraging Packer
Uitgangspunt waaruit Packer vertrekt: elk kwalitatief onderzoeksinterview is een zogenaamde,
gezamenlijke productie van betekenis (bijzondere, geconstrueerde setting/ joint production of
meaning).
Vb. In gesprek gaan over een onderzoek met assistent als interviewer -> andere setting als gesprek
met onderzoeker (wat zeg je tegen wie?).
Asymmetrie in analyse (of transcripts) -> is het niet de bedoeling dat de aandacht naar de
geïnterviewde gaat (subj. ervaring, zie groene markering tekst)? Maar… hoe moet ik die subjectiviteit
gaan begrijpen? Hoe krijg ik toegang tot deze subjectiviteit? Hoe is wat gezegd wordt verbonden met
wat ervaren wordt? Een QRI wordt begrepen als een venster/ingang op de subjectiviteit van de
betrokkene. Vooronderstellingen:
Ervaring ligt verborgen in de persoon.
Persoon is fundamenteel gesloten voor een andere persoon (persoon is de enige die direct
toegang heeft tot de ervaring van zichzelf).
Onderzoeker kan toch op een of andere manier een opening forceren.
Woorden zijn uitdrukkingen van iets dat verborgen ligt in de persoon.
= CONDUIT METAPHOR OF LANGUAGE: taal = doorgeefluik van betekenissen
Zie tekening toledo
Communiceren = het uitwisselen van betekenissen. Veronderstelling is dat de respondent (20
studenten) gaan gedachten, belevingen omzetten in woorden -> dit wordt opgeschreven -> deze
woorden gaan uitpakken/analyseren. (Inpakken en uitpakken).
Veronderstellingen die te maken hebben met een problematische opstelling van taal:
Woorden kunnen gescheiden worden van ervaringen (het woord dat je gebruikt om een
ervaring te benoemen).
Woorden kunnen betekenis hebben los van hun context (je gaat als onderzoeker uitpakken
los van de context).
Beperkt/trivialiseert communicatie door het uitwisselen van betekenissen (vb. een sms
andere betekenis geven dan dat de verzender bedoelde).
Mensen behandelen als op zichzelf staande wezens elk los van elkaar/gescheiden van elkaar
elk met hun privétoegang tot hun ervaringen.
Hoofdstuk 3: Analyse? Coderen.
Je doet de analyse op de neerslag/ het materiaal van het interview, niet het interview zelf (!). Analyse
= representatie van interview, van de beleving van de betrokkene. (subjective experience).
, Hoorcollege 3: 13/10
Coderen; theorie vormen = opzoek gaan naar gemeenschappelijke elementen. Constant comparison -
> voortdurend vergelijken van transcripts en zoeken wat er gemeenschappelijk aan is -> vormen van
theorie. “Aiming for generalizations”.
Philosophical Investigations – Ludwig Wittgenstein //// R. Monk “The duty of genius”(=biografie van
Wittgenstein, evt. te lezen).
Te lezen; teksten Moi, zie toledo.
Visie op taal – taalfilosofie van Wittgenstein
Meaning as use (de betekenis van het woord zit in het gebruik van de taal)/betekenis als gebruik.
Use: Als we stoppen woorden op een bepaalde manier te gebruiken, gaat die betekenis ook
verdwijnen. Concept “Hoofse liefde”: ervaring van liefde die ons vandaag niets meer zegt => weg uit
onze ervaringswereld.
a. Arm
De betekenis van een woord is aan het woord gekoppeld. Bij arm is de betekenis van het
woord niet meteen duidelijk.
b. Dramatisch
Voorbeeld duiken
c. Voetbal
De woorden die bij voetbal gebruikt worden. Vb. ruimte tussen de lijnen zoeken – ze staan
veel te laag (te veel in de verdediging, te dicht bij het eigen doel / verschil met water dat te
laag staat = andere betekenissen. Moi en Wittgenstein willen hiermee zeggen: de betekenis
van woorden wordt duidelijk als je vertrouwd bent met de praktijken waarin ze gebruikt
worden) – ze vergeten te voetballen – prachtige redding
Citaat van Augestinus (woorden gebruiken = dingen labelen).
Specifieke opvatting over taal – Augestinian view => met geluiden en woorden naar dingen
verwijzen/dingen labelen. Wittg voegt daaraan toe => Woorden in taal benoemen objecten en zinnen
zijn combinaties hiervan. Het punt is dat de Augestinian view te beperkt is. We doen veel meer
andere dingen met taal dan enkel verwijzen en dingen labelen. Examen! “To provoke …”. Waar zit de
betekenis van een woord (vijf rode appels). Bedoeling Wittg -> betekenis van een woord zit niet
ergens in, niet in het woord (zie voorbeeld arm). Betekenis van een woord zit in onze gebruiken. Als
we stoppen met woorden op een bepaalde manier te gebruiken, of als sommige praktijken
verdwijnen, dan verdwijnt ook de betekenis. Je kan jezelf met oefening inwerken in de praktijk -> dus
de woorden leren gebruiken.
Grenzen van uitleg … “training”
Tekst: Verschil uitleg en oefenen -> Hoe leren kinderen wat verschillende soorten van pijn zijn? Niet
door uit te leggen, maar door vb. de vraag “heb je ergens pijn?” na vallen. Kinderen leren door de
wijze waarop je spreekt en handelt met hun -> het kind leert dat pijn iets is dat je kan lokaliseren.
Eenheid taal – wereld
Het leren van woorden van taal = het leren van een wereld. Je leert de twee niet apart. De betekenis
van het woord leren = iets ontdekken van de wereld. Je ziet iets in de wereld dat je daarvoor nog niet
gezien had (vb. ruimte tussen de lijnen). De betekenis van woorden en wat er te zien is in de wereld
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Fa0000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.26. You're not tied to anything after your purchase.