- Zeer lage werkloosheid, terug economische groei na krimp in 2020,
recordwinsten voor grote bedrijven, (zeer) hoge beurskoersen, …
- Budgettaire situatie overheid baart (grote) zorgen maar dit is voor
België geen nieuwe situatie
- ‘Als het goed gaat op de beurs, gaat het goed met de economie’
Werkloosheid
De werkloosheid is overal ter wereldhistorisch laag, zeker in de westerse
landen. Dit komt omdat de bevolking op beroepsleeftijd aan het krimpen
is. Dus de mensen dat er wel zijn kunnen gemakkelijk aan werk geraken,
omdat er gewoonweg minder mensen zijn. De vacatures gaan telkens
moeilijker worden ingevuld – dit alles komt door vergrijzing.
Japan is het meeste getroffen door de vergrijzing. Dit komt omdat
Japan een eiland is en zeer weinig met immigratie te maken heeft.
Ze hebben gewoonweg niet genoeg jonge mensen om de oudere
bevolking op te vangen.
Superstar economie
De grote bedrijven, die genoteerd zijn op de beurs, hun aandelen zijn fors
in waarde gestegen. We hebben nu de allerhoogste beurskoers ooit
gezien. Als je kijkt naar het winstpotentieel van de bedrijven dan kunnen
we concluderen dat het goed gaat met de economie.
Begrotingstekort
De overheid geeft veel meer geld uit dan dat ze binnenkrijgt =>
begrotingstekort veel te groot => schuld van de overheid jaar na jaar aan
het vergroten => indien België het niet kan beginnen terugbetalen zouden
ze op lange termijn uit de EU gezet kunnen worden => belangrijk pijnpunt
in de Belgische economie.
1
,The profit paradox door Jan Eeckhout
Door de grote winst van bedrijven bedreigen ze waarschijnlijk de
werkgelegenheid van de westerse populatie. Ook de bedrijven doen het
zeer goed en zijn zeer innovatief geweest maar daardoor hebben andere
bedrijven geen schijn van kans (killer acquisitions).
Nadelen van deze grote bedrijven: het drukt de economie, stopt het
ondernemerschap en creëert enorme afhankelijkheden.
Bedrijven maken meer winst dan ooit tevoren
- Rendabiliteit mediaanbedrijf bleef vlak => vooral dominante
topbedrijven hebben hun winst spectaculair verhoogd
- Hoe? Innovatie, maar vooral door het afschermen van hun markten
via schaalvoordelen, netwerkvoordelen, patentposities,…
- Big Tech, Big Pharma, Big Finance,…
- Topbedrijven werden zeer rendabel door concurrentie te elimineren:
topbedrijven hebben macht, controleren markt
- Killer acquisitions = ze kopen continu potentiële concurrenten op. Zo
is innovatie onmogelijk. Ze integreren ofwel het in hun eigen
technologie of ze ‘killen het.
- Gebrek aan concurrentie laat hoge prijzen toe (bvb adverteren op
Facebook is zeer duur, vaccin van Pfizer is zeer duur,…)
Winst
Hoge winsten zijn gecreeërt geweest => niet gebruikt voor de lonen te
verhogen, maar de eigenaars te belonen => dit geeft dus geen voordeel
aan de maatschappij.
Rode lijn = productiviteit
van de Amerikaanse
werknemers =>
technologische verbetering
=> maximale loonevolutie
dat je zou kunnen
aanbieden aan je
werknemers
Blauwe lijn = evolutie van
de lonen => hier zie je dat
de lonen niet mee
evolueren met de
2
,Hoge prijzen om winst te maximaliseren
- Hoge winst => hoge winstmarge => zeer goedkoop proces
verkopen aan een zeer hoge prijs => kleine productie en beperkte
verkoop => late tewerkstelling => slecht voor de economie
- Lagere prijs => lagere winst => veel grotere verkoop => veel
grotere werkgelegenheid => goed voor de economie
Gezonde economie
• “High stock prices are NOT a sign of a healthy economy
because in competitive markets high profits attract new
entrants who see an opportunity to grab a share of those
profits.”
• Competitieve markten; overwinst of zeer hoge winst verdwijnt
door toetreding nieuwe aanbieders
• “Government policy currently tilts the scale pro (big) business,
away from pro market, which creates an increasing gap in
wealth between those with stocks and those without.”
• “Technological progress is to the benefit of everyone, if
markets are competitive.”
• “The welfare cost of market power is estimated to be 7% of
GDP…”
• “Today, the only way to avoid another calamity and restore the
economic order is to bet on pro-market reforms that break the
power of mega-firms.”
1000-1800: de rijkdom
blijft in de 4 landen quasi
identiek. Een stationaire
economie
1800-2000: in de VS en
België begint het
inkomensniveau verticaal
te evolueren. =>
industriële revolutie
In Mexico gebeurt dit pas
100 jaar later en rond 1950
Napoleon Bonaparte begint China aan hun
Rond 1800 heeft hij een uitspraak evolutie over
het grote China gedaan: “Let China
sleep, for when she wakes up, she will shake the world.” China beschikte
3
, toen niet over grotere rijkdommen, maar wel over geavanceerde
technologiën en een enorme bevolking.
Industriële revolutie (IR)
- 11de eeuw; China heeft hoogste levensstandaard, meest
geavanceerde technologische kennis (bv buskruit)
- Industriële Revolutie; eerst Engeland; dan rest van Europa
- Hoewel de technologiën van de IR zeer snel algemeen verspreid
werden was er een grote divergentie in economische groei en vond
er geen volledige catching-up.
Eerste gedocumenteerde stoommachine
- ‘Aeolipile’ van Hero van Alexandria (Griek), gedocumenteerd in
zijn boek Pneumatica (30 voor Chr)
- Geciteerd door Romeins ingenieur Vitruvius in zijn boek De
Architectura (25 voor Chr)
Werd bij de Romeinen gebruikt voor hun badhuizen of in grote villa’s
voor de deuren automatisch open te laten gaan.
Eenvoudige, lineaire verhaal
- James Watt (1739-1819) verbeterde de bestaande stoommachines
van Newcomen (daterend van 1712)
- Energetisch rendement steeg naar 18%
- Gebruikt in eerste ‘moderne’ fabrieken (metaalfabrieken,
textielfabrieken)
- Enorme toename industriële productie en tewerkstelling
- Massaproductie => massaconsumptie => massaproductie
- Rest van wereld keek hiernaar en schoot pas later in actie (China
pas na 150 jaar)
Boodschap lineair verhaal
- Lineair verhaal = oorzaak/gevolg
- Technologie verandert de wereld
- Technologie brengt welvaart => hierdoor inkomensniveau verticaal
omhoog
Complexe verhaal
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller helenesnauwaert. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.53. You're not tied to anything after your purchase.