Samenvatting van het vak Ondernemingsrecht. Dit is een B2 vak (RFD216) van Fiscaal Recht. Het vak is ook te kiezen als keuzevak in de Pre-master Rechtsgeleerdheid. De samenvatting is gebaseerd op de deeltijd hoorcolleges (de laatste week ontbreekt uit de samenvatting). Het vak afgerond met een 7,8....
Hoorcollege en jurisprudentie week 1
Ondernemingsvormen
Er kunnen drie categorieën ondernemingsvormen onderscheiden worden: eenmanszaak, rechtspersonen
en personenvennootschappen.
Eenmanszaak
Een eenmanszaak: een natuurlijk persoon die ervoor kiest om zelf zijn bedrijf uit te oefenen, al dan niet
met behulp van werknemers. De eenmanszaak is juridisch niet geregeld. Volgens art. 5 sub b Hrgw moet
de eenmanszaak ingeschreven worden in het handelsregister.
Er is geen scheiding tussen het vermogen van de onderneming en vermogen van de natuurlijke persoon:
voor schulden is hij aansprakelijk met zijn privévermogen. De zaakschuldeisers en privéschuldeisers
kunnen hier allebei aanspraak op maken.
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Art. 2:175 BW: De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid is een rechtspersoon met een
in een of meer overdraagbare aandelen verdeeld kapitaal. De aandelen zijn op naam gesteld. Een
aandeelhouder is niet persoonlijk aansprakelijk voor hetgeen in naam van de vennootschap wordt
verricht en is niet gehouden boven het bedrag dat op zijn aandelen behoort te worden gestort in de
verliezen van de vennootschap bij te dragen.
Hieruit blijkt dat de bv een kapitaalvennootschap is: alleen via een aandeel in het kapitaal van de bv kan
men meebeslissen. Daarom is het noodzakelijk dat er tenminste een aandeel wordt uitgegeven als de bv
wordt opgericht. De nominale waarde is irrelevant.
Eenpersoons-bv’s zijn toegestaan: in het geval meerdere aandelen wordt uitgegeven, worden alle
aandelen gehouden door een enkele aandeelhouder.
Functies van het aandeel
- Aantrekkingsfunctie: het aandeel maakt het mogelijk om vermogen aan te trekken.
- Zeggenschapsfunctie: de aandeelhouders hebben op grond van art. 2:228 lid 1 BW stemrecht
tijdens de aandeelhoudersvergadering. Iedere aandeelhouder heeft ten minste een stem.
- Winstverdelingsfunctie: op grond van art. 2:216 BW heeft de aandeelhouder in beginsel recht op
dividend, een winstuitkering op de aandelen. In de statuten kan hiervan af worden geweken (lid 6
en 7)
- Handelsfunctie: aandelen kunnen door de aandeelhouders aan anderen worden verkocht.
Het besloten karakter van de bv
De aandelen van een bv staan op naam, en zijn dus niet aan toonder, en kunnen niet zomaar aan derden
worden overgedragen. Art. 2:195 lid 1 BW bepaalt dat aandelen op naam alleen kunnen worden
overgedragen als de aandeelhouder de aandelen aanbiedt aan de medeaandeelhouders. Dit is de
blokkeringsregeling: een regeling gericht op het beperken van de vrije verhandelbaarheid van aandelen.
De statuten kunnen bepalen dat de aandeelhouder zijn aandelen vrij kan overdragen. Voor de levering
van de aandelen is een notariële akte vereist.
1
,De naamloze vennootschap
Art. 2:64 BW: De naamloze vennootschap is een rechtspersoon met een in overdraagbare aandelen
verdeeld maatschappelijk kapitaal. Een aandeelhouder is niet persoonlijk aansprakelijk voor hetgeen in
naam van de vennootschap wordt verricht en is niet gehouden boven het bedrag dat op zijn aandeel
behoort te worden gestort in de verliezen van de vennootschap bij te dragen. Ten minste één aandeel
wordt gehouden door een ander dan en anders dan voor rekening van de vennootschap of een van haar
dochtermaatschappijen.
Het verschil tussen de bv en nv is dat de aandelen van de nv zijn verdeeld in een maatschappelijk kapitaal.
Een maatschappelijk kapitaal is voor de bv niet verplicht. Een ander verschul is dat een nv niet slechts een
aandeel kan uitgeven. De aandelen van de nv mogen op naam, maar worden voornamelijk aan toonder
gesteld. De aandelen hebben dezelfde functie als bij de bv: aantrekkingsfunctie, zeggenschapsfunctie en
winstverdelingsfunctie.
De nv is vooral voordelig voor grootschalige ondernemingen. Zij kunnen hun aandelen dan verhandelen
op de effectenbeurs. Hiervoor is wel een beursnotering vereist. Ook is het minimumkapitaal voor een nv
€45.000.
Verschillende soorten bv’s en nv’s
- Gewone bv of nv: bij deze nv/nv is geen raad van commissarissen vereist, tenzij het
structuurregime van art. 2:153 en 263 BW van toepassing is.
- Eenpersoons-bv of nv: de aandelen zijn in handen van een persoon.
- Beursgenoteerde nv: de nv kan op de effectenbeurs haar aandelen openbaar verhandelen.
Verenigingen en stichtingen
Een vereniging of stichting mag geen winst verdelen aan hun leden of aan hun oprichters op grond van
art. 2:26 lid 3 en 285 lid 3 BW. Stichtingen mogen alleen geld uitkeren aan personen die geen deel
uitmaken van de stichting als de uitkering een ideële of sociale strekking heeft.
Strijd met deze artikelen levert een grond voor ontbinding door de rechter op ex. art. 2:21 lid 2 BW. De
uitkering kan ook door de vereniging of stichting worden teruggevorderd. Een stichting heeft een
ledenverbod, waardoor er ook geen ledenvergadering is. Dit kan worden gezien als voordeel ten opzichte
van een vereniging.
Coöperatie
Een coöperatie is ingevolge art. 2:53 lid 1 BW een bij notariële akte als coöperatie opgerichte vereniging.
Zij moet als doel hebben in bepaalde stoffelijke behoeften van haar leden te voorzien krachtens
overeenkomsten die met die leden worden gesloten. Deze overeenkomsten moeten verband houden met
het bedrijf dat de coöperatie uitoefent. De overeenkomsten uit art. 2:53 BW mogen ook worden
aangegaan met niet-leden, maar dit mag er niet tot leiden dat de overeenkomsten met leden daardoor
ondergeschikt worden. Als dit wel gebeurt kan een belanghebbende een vordering instellen tot
ontbinding op grond van art. 2:21 lid 3 BW.
De wetgever beschouwt de coöperatie als een eigen rechtsvorm en niet als een bijzondere vorm van een
vereniging. Op de coöperatie is art. 2:26 lid 3 BW, waarin bepaald is dat een vereniging geen winst mag
uitkeren aan haar leden, niet van toepassing. Op grond van art. 2:53a BW mag de coöperatie wel winst
uitkeren.
De leden zijn bij ontbinding van de coöperatie op grond van art. 2:55 lid 1 BW aansprakelijk tegenover de
coöperatie voor een eventueel tekort. Deze aansprakelijkheid kan in de statuten worden beperkt of
uitgesloten, maar dan moet in de naam van de coöperatie U.A. of B.A. staan.
2
, Personenvennootschappen
Een personenvennootschap (maatschap, cv en vof) bestaat uit een contract. Het gaat om contractuele
verhoudingen tussen ondernemers. De vennoten zijn gezamenlijk dragen van de rechten en plichten van
de vennootschap. Zaakschuldeisers kunnen de schulden verhalen op het privévermogen van de vennoten
en op het ondernemingsvermogen. Privéschuldeisers kunnen alleen op het privévermogen van de
vennoten aanspraak maken.
Maatschap en de vennootschap onder firma
Boek 3 en 6 BW zijn op de wederkerige overeenkomst tot samenwerking van twee maten van toepassing.
De maten werken samen voor gemeenschappelijke rekening om een gemeenschappelijk doel te bereiken:
winst. In de maatschapsovereenkomst wordt bepaald hoe de winst wordt verdeeld onder de maten. De
maten moeten, om mee te kunnen doen, eerst eigen vermogen of arbeid inbrengen in de onderneming.
Volgens art. 16 K is een maatschap een vof als deze onder gemeenschappelijke naam een bedrijf
uitoefent. Alle vennoten van een vof zijn hoofdelijk verbonden voor haar verbintenissen op grond van art.
18 K. Bij een normale maatschap zijn de maten aansprakelijk voor gelijke delen van de verbintenissen van
de maatschap op grond van art. 7A:1680 BW.
Maatschappen komen vooral voor wanneer men een beroep gezamenlijk wil uitoefenen. Hun
gemeenschappelijke doel voeren zij uit onder gemeenschappelijke rekening. Winsten en verliezen worden
onderling tussen maten verrekend. Indien de vennoten een bedrijf samen uit willen oefenen, dan wordt
meestal gekozen voor een vof.
Openbare en stille maatschappen
- Openbare maatschap: voor derden is duidelijk kenbaar dat er sprake is van een
gemeenschappelijke beroeps- of bedrijfsuitoefening. De maatschap presenteert zich naar buiten
toe als eenheid.
- Stille maatschap: voor derden is niet duidelijk kenbaar dat er sprake is van een
gemeenschappelijk beroeps- of bedrijfsuitoefening. Bijvoorbeeld een zoon die langzaam zijn
vader vervangt in het bedrijf.
Het samenwerkingsvereiste
Het samenwerkingsvereiste geldt zowel voor de maatschap als de vof. Voor de samenwerking moeten alle
vennoten gelijkwaardig zijn, van ondergeschiktheid is geen sprake. Het vereiste impliceert ook
duurzaamheid.
Dit maakt de maatschap en de vof personenvennootschappen, in plaats van kapitaalvennootschappen.
Een ander verschil met de bv en nv is dat bij deze rechtspersonen samenwerking niet is vereist.
Vaak komt het wel voor dat aandeelhouders van een bv een aandeelhoudersovereenkomst sluiten waarin
nadere samenwerking is geregeld: een joint venture.
Beroepsuitoefening en bedrijfsuitoefening
- Beroepsuitoefening: hiervan is sprake als het gaat om persoonlijke (ook wel onstoffelijke)
dienstverlening. Het kennen en kunnen van de beoefenaar staat centraal. Vertrouwelijkheid is
van groot belang, de beroepen kennen dan vaak ook een beroepsgeheim.
- Bedrijfsuitoefening: minder persoonlijke dienstverlening waarbij vertrouwelijkheid geen tot een
kleine rol speelt. Bedrijfsoefenaren gaan gemiddeld genomen meer transacties aan dan
beroepsbeoefenaren, om die reden is een sterkere verhaalspositie wenselijk op het
privévermogen van de vennoot van een vof.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Kxlly. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.