Samenvatting en leerdoelen Examen Welzijn en samenleving
84 views 3 purchases
Course
Welzijn en samenleving
Institution
NCOI (NCOI)
Book
Inleiding groepsdynamica
Dit is de samenvatting voor het digitale examen Welzijn en samenleving, onderdeel van de opleiding HBO leergang social work - specialisatie SPH uitgevoerd door NCOI. Al het leerstof plus de leerdoelen zijn in dit document uitgewerkt, om het leren makkelijk te maken!
Les 1 Hoofdstuk 1 en 2 Inleiding groepsdynamica, Hoofdstuk 1 en 2 De kleur van
sociaal Werk
HOOFDSTUK 1 MENSEN IN GROEPEN
1.3 WAT IS EEN GROEP?
Kenmerken van een groep (hoe meer groepskenmerken, hoe meer sprake van een echte groep):
● Interactie: regelmatige interactie tussen twee of meer personen
● Identiteit: mensen moeten het gevoel hebben een groep te zijn
● Doelen: gemeenschappelijke doelen
● Afhankelijkheid: personen hebben elkaar nodig om de doelen te bereiken
1.4 SOORTEN GROEPEN
Verschillende soorten groepen:
● Indeling naar functie:
-Produceren (van goederen en diensten, sportprestatie, etc.)
-Verzorgen en beschermen (samenwonen)
-Vrije tijd en recreatie (vissen, fietsen)
-Politiek, geloof, opvattingen (politieke partij)
-Therapie (lotgenotengroep)
● Formele en informele groepen
-Formele groep: leden van groep zijn aangesteld, meestal sprake van tevoren vastgelegde
rolverdeling (werk)
-Informele groep: komt spontaan en zonder druk van buitenaf tot stand (vrienden)
● Reële en virtuele groepen
-Reële groep: directe manier face-to-face met elkaar kunnen communiceren
-Virtuele groep: samenwerken of contact zonder in elkaars nabijheid te zijn (elektronisch)
1.5 DE IDENTITEIT VAN GROEPEN
Identiteit van een groep wordt duidelijk als een groep langer bestaat en de manier waarop
groepsleden met elkaar omgaan een vast en herkenbaar patroon laat zien.
Structurele kenmerken van een groep (relationele verhoudingen):
● Communicatiepatronen: meest zichtbaar in groepsgedrag (verbaal/non-verbaal)
● Status en invloed: ongelijkheid tussen groepsleden in status en invloed
● Cohesie: sprake van hechte groep met hoge groepscohesie (affectiviteit)
● Rollen: formele (vastliggend) en informele rollen (spontaan)
● Normen: opvattingen hoe men met elkaar om moet gaan
1.6 GROEPSDYNAMICA
Sociale psychologie: de wetenschap die zich bezighoudt met de manier waarop gedragingen,
gevoelens, wensen en opvattingen van mensen worden beïnvloed door de sociale omgeving waarin
zij verkeren
Groepsdynamica: specialisatierichting van de sociale psychologie, wetenschappelijke discipline die
processen in groepen en het groepsgedrag bestudeert.
Veldtheorie: Kurt Lewin (1890 – 1947) stelde dat Gedrag (g) van een persoon een Functie (f) is van
zijn persoonskenmerken (P) en van de kenmerken van de sociale omgeving (S): G = f (P,S)
,Sherif (1936): stelde dat wanneer een mensen in een groep te maken krijgen met onduidelijk
probleem, ze hun inschattingen met elkaar in overeenstemming brengen totdat een bepaalde mate
van groepsconsensus is bereikt. Gedrag van mensen een functie (f) is van hun persoonskenmerken
(P) en van de kenmerken van de groep (K) : G = f (P,K)
Le Bon (1895): 'collective mind':
● Anonimiteit: ze voelen de macht van het aantal en de anonimiteit van zichzelf
● Besmetting: ze laten zich meeslepen door wat anderen doen
● Suggestibiliteit: ze zijn vatbaar voor de meningen en opvattingen van anderen
1.7 BESTAAT DE GROEP?
Drie opvattingen bestaan groep:
1. Individualistische benadering: Groep heeft geen eigenschappen van zichzelf, groep is
optelsom van individuele gedragingen van leden
2. Groepsgerichte benadering: Groep heeft eigen identiteit en gedrag van groepsleden wordt
daardoor beïnvloedt
3. Internationale benadering: Gedrag van groepsleden wordt zowel bepaald als hun
persoonseigenschappen als door de kenmerken van de groep (sluit meeste aan bij
veldtheorie Lewin).
In deze benadering wordt onderzocht hoe mensen met elkaar een groep vormen, welke
eigenschappen zich in die groep ontwikkelen en hoe die eigenschappen vervolgens weer
van invloed zijn op het gedrag van de groepsleden (vooral deze benadering staat centraal bij
groepsdynamica).
1.8 GROEPSDYNAMISCH ONDERZOEK
Groepsdynamisch onderzoek kan op verschillende manieren plaatsvinden:
Observatieonderzoek (gedrag van mensen bestuderen door er naar te kijken):
● Participerende observatie (Whyte): onderzoeker observeert en deelt mee aan het
groepsproces (goed op de hoogte wat in de groep speelt, maar bevooroordeeld en
subjectief)
● Observeren als buitenstaander: onderzoeker is geen groepslid en neemt niet deel uit aan
het groepsproces (beter en objectiever worden gekeken naar gedrag, maar groepsleden
kunnen zich bekeken voelen en ander gedrag vertonen: one-way screen)
● Ongestructureerde observatie: niet van tevoren vastleggen wat je wilt observeren (veel
gedragingen zullen opgemerkt worden, maar erg subjectief)
● Gestructureerde observatie: nauwkeurig omschreven gedragingen die gescoord moeten
worden (grotere overeenkomst andere onderzoekers). Overeenkomst tussen observatoren
hoog, is er sprake van hoge interbeoordelaars betrouwbaarheid (objectief).
● Survey onderzoek: groepsleden ondervragen over hun gedrag en bevindingen in de groep
(vragenlijst, interview) (vaststellen individualistisch gewin of gezamenlijk)
● Correlatieonderzoek: hoe sterk is de samenhang tussen verschijnselen. Sprake van positieve
samenhang als de ene toeneemt de ander ook toeneemt (groepscohesie). Sprake van
negatieve samenhang als de toename van het een afname bij het ander betekent. (staat niet
vast, experimenten nodig)
● Experimenteel onderzoek: kan wetenschappelijk vast worden gesteld wat de oorzaken zijn
van een bepaald verschijnsel, groepsgedrag wordt gemeten onder wisselende
omstandigheden
,Observatiesysyteem Bales: Interaction Process Analysis (IPA), bevat 6 categorieën taakgericht
gedrag en 6 categorieën sociaal-emotioneel gedrag (gestructureerde observatie).
HOOFDSTUK 2 FUNCTIES VAN GROEPEN EN GROEPSONTWIKKELING
Verklaringen voor het leven in groepsverband:
2.2 MET WIE VORMT MEN EEN GROEP?
Twee soorten determinanten die bepalen of mensen zich bij een groep aansluiten of zelf een groep
vormen:
● Sociaal-emotionele determinanten Evolutionair-biologische verklaring:
Door in groepsverband te leven, kon men zich beter weren tegen bedreigingen en daarmee
zorgen voor overleving van eigen soort (gezamenlijke jacht, voedselverzameling,
waakzaamheid, etc.)
● Psychologische verklaring:
-De behoefte om ergens bij te horen
Baumeister en Leary (1995) stelden de 'the need to
belong', zit in de genen. Kunnen dreigen met sociale uitsluiting (niet meer bij de groep
horen), kan als fysieke pijn ervaren worden
-De behoefte aan informatie
Volgens Festinger (1954) zoeken mensen het gezelschap van andere mensen op om
informatie te krijgen over allerlei zaken die er in het leven toe doen.
Verschillende redenen waarom mensen emoties met anderen delen: ervaring uitwisselen
om na te gaan of eigen reactie gegrond is, eigen emoties beter verwerken, vermindert stress
en leidt tot meer welbevinden. Teveel emoties delen leidt tot uitblijven emotioneel herstel.
-De behoefte aan sociale steun en sociale identiteit
Verschillende vormen sociale steun:
-emotionele ondersteuning: het laten blijken van sympathie en zorgen voor welzijn van
de ander
-advies en hulp: het geven van raad en bijstand
-positieve feedback: het uitspreken van waardering voor iemands kwaliteiten
Positief zelfbeeld: mensen streven naar vorming en handhaving van positief zelfbeeld
Volgens Tajfel en Turner (1986) bevat ons zelfbeeld een persoonlijke identiteit en een
sociale identiteit: groepen waarbij iemand hoort bepalen grotendeels sociale identiteit.
Mensen willen liever lid zijn van groepen die hun een positief zelfbeeld geven en hoge status
verschaffen.
● Cognitieve verklaring:
● Leven in groepen maakt het bereiken van collectieve doelen mogelijk
-Interpersoonlijke attractie: wordt bevorderd door fysieke aantrekkelijkheid (positief
gekoppeld aan goede eigenschappen), gelijkenis (interesses, leeftijd, waarden,etc.), status
(lid zijn van groep die hun aanzien verschaffen) en vriendelijkheid (positieve benadering,
beginsel van wederkerigheid; iemand behandelen zoals jijzelf behandeld wilt worden)
● Taakgerichte determinanten
Mensen kunnen lid worden van groep door groepsdoelen of groepsactiviteiten, of
instrumenteel voor het bereiken van eigen doelen (politiek).
Blijven bij groep hangt af van kosten (energie en tijd) en baten (bereiken groepsdoelen).
Ook hangt het af van overige alternatieven (andere groepen).
, 2.3 GROEPSONTWIKKELING
Of een groep mensen die iets willen bereiken een echte groep kunnen vormen, hangt af van de
uitkomst van allerlei processen. Deze processen laten bepaalde fasen in de groepsontwikkeling zien.
2.4 FASEN IN GROEPSONTWIKKELING
Wheelan (2004) heeft vijf fasen van groepsontwikkeling gerealiseerd.
● Orientatiefase
Bij eerste ontmoeting speelt onzekerheid en door spanning zijn mensen behoedzaam
(voorkomt dat het eigen optreden tot dominant gedrag leidt). Bij formele groep
wordt leider aangesteld, bij informele groep moeten mensen noodgedwongen op elkaar
oriënteren.
● Conflictfase
Grotere openheid (eigen invloed) brengt risico met zich mee dat duidelijk wordt dat
groepsleden verschillen in opvattingen en wensen wat kan leiden tot conflicten. Kan zich
richten op: -taakgerichte aspecten: groepsdoelen en werkwijzen
-sociaal-emotionele aspecten: relationeel
Duidelijke afspraken voorkomt ergernissen.
Conflictescalatie: de wensen en opvattingen van groepsleden lopen teveel uiteen.
Conflicten kunnen vermeden worden (zal leiden tot ruzie): er ontstaat apathie, gebrek aan
motivatie en inbreng en onderhuidse ergernis. Groep blijft dan hangen in conflictfase: een
effectieve samenwerking is pas mogelijk als de gerezen conflicten voldoende zijn opgelost.
Oplossen conflicten: proces van gissen en missen: groepsleden proberen gedragingen uit en
letten op reacties; wet van het effect: deze gedragingen dragen bij aan goede samenwerking,
positieve reacties uitlokken en meer kans op herhaling. Zorgt voor stabilisering van de
samenwerking en herkenbaar patroon.
-In deze fase worden duidelijk welke normen er in de groep gelden over welke gedragingen,
welke rollen de groepsleden hebben en welke groepsleden elkaar mogen.
● Prestatiefase
Bij overeenstemming over de manier waarop de groep moet functioneren, volgt het
uitvoerende werk.
Een soepele en redelijk conflict loze samenwerking is belangrijke voorwaarde voor goede
prestaties ten aan zien van de gemeenschappelijke taak.
● Beeindigingsfase
Tweeledige beëindiging: afsluiten van de groepstaak en het afscheid nemen van elkaar.
2.5 KENMERKEN VAN HET ONTWIKKELINGSPROCES
Lineair proces: als een groep pas in de volgende fase komt, als de voorafgaande fase is beëindigd
(moeilijk te zien waar fase eindigt, problemen kunnen zich in andere fasen voordoen).
Cyclisch proces: Shambaugh (1978) stelt ontwikkeling van groepen van tijd tot tijd terugspringt naar
een voorafgaande fase.
Evenwichtsproces: Bales (1970) stelt dat groepen in elke periode van samenwerking voor de
opdracht staat om een balans te vinden tussen het werken aan groepstaken en aan goede
onderlinge relaties.
2.6 DE GROEP ALS SOCIALE CONSTRUCTIE EN INSTITUTIE
Sociale constructie: de leden bepalen met elkaar wat de doelen van de groep zijn, hoe men met
elkaar omgaat, wie welke rollen vervult, welke normen er gelden, welke relaties men met elkaar
aangaat en hoeveel status en invloed iedereen heeft.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marjoleinhidding1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.95. You're not tied to anything after your purchase.