Uitgebreide en complete uitwerking van alle casussen van blok 1.2. Verschillende bronnen gebruikt en in eigen woorden uitgewerkt. Makkelijk taalgebruik en daardoor makkelijk te begrijpen. Veel afbeeldingen ter illustratie.
Chapter 6. Bones and Skeletal Tissues (Check Your Understanding Questions)
Chapter 7. The Skeleton (Check Your Understanding Questions)
Class notes human anatomy and physiology II (ANP1107) Human Anatomy & Physiology, Global Edition, ISBN: 9781292260853
All for this textbook (25)
Written for
Maastricht University (UM)
Geneeskunde
Circulatie en Ademhaling I
All documents for this subject (7)
1
review
By: juulbos1 • 1 year ago
Seller
Follow
daphnehorst
Reviews received
Content preview
BLOK 2 – CIRCULATIE EN
ADEMHALING I
1
, Casus 1
Leerdoel 1: Anatomie cardiovasculaire systeem.
Er zijn twee bloedsomlopen/circulaties:
• Pulmonaire (=long) circulatie (kleine
bloedsomloop).
De rechterhelft van het hart pompt bloed
naar de longen, waar gaswisseling
plaatsvindt: CO2 uit het bloed wordt
afgegeven aan het vocht in de
longblaasjes, terwijl O2 de longen
verlaat en het bloed instroomt.
• Systematische (=lichaam) circulatie
(grote bloedsomloop).
De linkerhelft van het hart pompt bloed
naar de rest van het lichaam.
Afvalstoffen van de weefsels worden
aan het bloed afgegeven voor excretie
en lichaamscellen ontvangen
voedingsstoffen en zuurstof.
Hart
Het hart ligt in de thoraxholte in het
mediastinum; ruimte tussen de longen. Het ligt
links van het midden en bestaat uit een basis
en apex (hartpunt aan de onderkant). Deze
apex ligt ongeveer ter hoogte van de 5e
intercostale ruimte, de basis ligt evenwijdig aan
de tweede rib. Het hart rust op het superieure
oppervlak van het diafragma (middenrif).
Organen rond het hart:
• Inferieur (onder): de apex rust op de
centrale pees van het diafragma
(middenrif).
• Superieur (boven): de grote bloedvaten; de aorta, vena cava superior (bovenste
holle ader), arteria pulmonalis (longslagader) en vena pulmonalis (longader).
• Posterieur (achter): oesofagus (slokdarm), trachea (luchtpijp), linker- en rechter
bronchus, aorta descendens (dalende aorta na de aortoboog), vena cava inferior
(onderste holle ader) en borstwervels.
• Lateraal (zijkant): longen (linkerlong overlapt de linkerkant van het hart).
• Anterieur (voorkant): sternum (borstbeen), ribben en intercostale spieren.
2
,Het hart bestaat uit drie weefsellagen:
• Pericard (/pericardium): combinatie van twee hartzakjes.
- Fibreus pericardium: de buitenste zak die bestaat uit vezelig (bind)weefsel.
Dit is een voortzetting van de tunica adventitia van de grote bloedvaten
erboven en is verbonden met het eronder gelegen diafragma. Door zijn niet-
elastische en vezelige samenstelling voorkomt deze zak overrekking van het
hart, beschermt het het hart en ankert het het hart in zijn omgeving.
- Sereus pericardium: de binnenste zak die bestaat uit een sereus membraan
dat een dubbele laag vormt.
* Pariëtale pericard: de buitenste laag van het sereuze membraan dat de
vezelige zak bekleedt.
* Viscerale pericard / epicard: de binnenste laag. Het is een voortzetting van
het pariëtale pericard en is verbonden met de hartspier. Vaak zit tussen deze
laag van het pericard en het hart nog een laagje vet.
* Pericardiale holte: holte tussen het pariëtale pericard en de epicard, waar
zich een dunne laag vocht (uitgescheiden door epicard) bevindt, waardoor de
lagen soepel over elkaar kunnen schuiven wanneer het hart klopt. Het vocht is
ook schokdempend.
• Myocard: gespecialiseerd hartspierweefsel. (De laag die samentrekt.)
Het hartspierweefsel bestaat uit vezels (cellen) met één of meer vertakkingen, die de
cellen onderling verbinden.
Het myocard is het dikst bij de hartpunt en wordt naar de basis toe dunner. De wand
van linkerkamer is dikker vanwege grotere inspanning (moet bloed verder weg
pompen).
• Endocard: dun, glad, glanzend membraan (van epitheel) dat de kamers en kleppen
bedekt. Het maakt soepele bloeddoorstroming mogelijk. Het is een voortzetting van
het epitheel in bloedvaten.
Binnenkant van het hart
Septum: scheiding tussen linker- en rechterhelft van het hart. Het bestaat uit myocard dat
met endocard bedekt is. (Interatriaal septum en interventriculair septum.)
Het hart bestaat uit boezems en kamers.
Boezem = atrium.
Kamer = ventrikel.
De atria en ventrikels worden gescheiden door de annulis fibrosis (het kleppenvlak). Dit is
een vezelig membraan dat niet geleidend is.
3
, Het hart ligt een beetje gedraaid; de rechterventrikel ligt anterieur, de linkerventrikel ligt meer
posterieur en vormt de apex (hartpunt).
Er zijn twee groeven zichtbaar op het hartoppervlak die de grenzen van de 4 hartruimten
aangeven.
• Coronaire sulcus/ atrioventriculaire groef: omcirkelt de kruising van atria en
ventrikels (zoals een kroon, corona = kroon).
• Voorste en achterste interventriculaire sulcus: markeert de positie van het septum
tussen de rechter en linker ventrikel (zowel anterieur als posterieur). In deze groef
lopen de voorste en achterste interventriculaire arterie.
Atria: de ontvangende hartkamers.
Auricles: oorschelpjes aan de atria.
Het rechter atrium heeft twee basisonderdelen: een gladde posterieure (achter) wand en een
gegolfde anterieure (voor) wand. De anterieure wand is gegolfd door spierbundels die
pectinaatspieren worden genoemd. De achterste en voorste regio’s van het rechteratrium
worden gescheiden door een C-vormige rand, de crista terminalis (terminal crest).
Bloed stroomt de rechteratrium binnen via drie venen:
• Superior vena cava: bloed dat afkomstig is van regio’s superieur (boven) aan het
diafragma.
• Inferior vena cava: bloed dat afkomstig is van regio’s onder het diafragma.
• Coronaire sinus: bloed afkomstig van het myocard.
Het linker atrium is meestal volledig glad. Pectinaatspieren worden alleen in de oorschelpen
(auricle) gevonden. Bloed stroomt het linker atrium binnen via vier pulmonaire venen
(longaders). Deze vaten kun je het beste zien vanuit een posterieur zichtpunt.
In het interatriale septum kun je een ondiepe inkeping zien. Dit is de fossa ovalis; de plek
waar een opening (foramen ovale) was in het foetale hart.
Ventrikels: de ‘pompende’ hartkamers.
Onregelmatige spierruggen (trabeculae carneae) bekleden de binnenwanden van de
ventrikels. De wand van ventrikels is vanwege hun rondpompende functie veel dikker dan de
wand van atriums. De rechterventrikel pompt bloed naar de longen, de linkerventrikel pompt
bloed naar de rest van het lichaam (en heeft daarom de dikste spierwand).
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daphnehorst. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.00. You're not tied to anything after your purchase.