100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting rechtspersonenrecht (prof Hans Dewulf) 3e bachelor rechten $13.41
Add to cart

Summary

Samenvatting rechtspersonenrecht (prof Hans Dewulf) 3e bachelor rechten

 30 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting omvat grondige notities van het vak Rechtspersonenrecht, gedoceerd door Hans Dewulf.

Preview 4 out of 170  pages

  • December 15, 2024
  • 170
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
SAMENVATTING RECHTSPERSONENRECHT


ONDERWERP VAN DE CURSUS

• Vennootschappen verenigingen en stichtingen

– = de drie organisatievormen

• Geregeerd door WVV

– Wetboek van vennootschappen en verenigingen, ingevoerd door wet 23 maart 2019, van
kracht sinds 1 mei 2019 (waarin de drie organisatievormen worden beheerst)

• En sinds 1 januari 2020 op vennootschappen die al voor 1.5.2019
rechtspersoonlijkheid hadden

• = juridische structuren voor privaatrechtelijke organisaties


VENNOOTSCHAPPEN EN VERENIGINGEN ZIJN OVERAL

• Bv. Apple, Proximus, Volkswagen, AA Gent: vennootschappen

– Maar ook vaak uw bakker of slager op de hoek, de pralines-of boekenwinkel die u later hoopt
uit te baten, uw café, favoriete hotel en restaurant

• Bv. Fanfares en kaartclubs van opa en mémé, Amnesty International, Natuurpunt en het VRG maar
ook ziekenhuizen, politieke partijen en vakbonden: verenigingen = non-profit (vereniging)

– Het grote verschil tussen vennootschappen en verenigingen:

• Vennootschappen streven winst na en ze verdelen de winst onder de
aandeelhouders.

• Verenigingen zijn non-profit organisaties die meestal geen winst nastreven en de
eventuele winst (als de activiteit dan toch winst oplevert) verdelen ze uiteindelijk
ook niet onder de leden


VENNOOTSCHAP VERENIGING STICHTING

• Privaatrechtelijke organisaties

• Vennootschap en vereniging: meestal samenwerkingsverband tussen twee of meer personen die één
of ander doel willen bereiken

– Bv. smartphones ontwerpen, produceren en verkopen

– Bv. samen muziek maken in de fanfare


VENNOOTSCHAP

• Vennootschap:

, = een organisatie die in het leven wordt geroepen, door een overeenkomst of door een eenzijdige
rechtshandeling (als er maar 1 lid is), waarvan het essentiële kenmerk is dat de oprichters en de leden
een inbreng doen in de vennootschap om er lid van te kunnen worden. Het is een
samenwerkingsverband tussen personen die een gemeenschappelijk doel willen realiseren met als
ultieme doelstelling winst maken en dit uit te keren onder de partijen bij de samenwerking

– = vermogensoverdracht van jezelf naar de organisatie met de bedoeling dat die vennootschap
het gebruikt voor 1 of andere activiteit (vb. software ontwikkelen voor binnen chaotisch
georganiseerde gebouwen, bouwen van elektrische auto’s en de marketing ervan, …)

Je doet de inbreng in ruil voor een aandeel = een claim, vordering op een bepaald percentage van de
winst die die organisatie, vennootschap zal genereren (wordt afgesproken tussen de aandeelhouder
en de vennootschap)

– Ultieme doel is winst maken met die activiteiten én, vooral, die winst verdelen onder de
“leden”, die men aandeelhouders of vennoten (synoniemen) noemt;

• Je weet natuurlijk niet of de activiteiten succesvol zullen zijn en winst zullen
genereren, maar dat is wel de bedoeling, intentie

– Dus: vennoten willen zichzelf verrijken via vennootschap

• Belet niet dat vennootschap nog andere doelstellingen kan hebben; maar in elk
geval winstuitkering (= divident dat wordt uitbetaald, ten laatste bij de ontbinding
van de vennootschap)

• Winst? = wanneer de opbrengsten van uw activiteiten hoger liggen dan de kosten

Definitie vennootschap:

• Art. 1:1 WVV

• Één of meer vennoten doen een inbreng

– Art. 1:8: overdracht vermogensbestanddeel in ruil voor winstaanspraak

• Heeft vermogen

– Zelfs indien geen rechtspersoon: “doelvermogen”

• “Doel” (‘raison d’être’): uitkering vermogensvoordeel

• Nagestreefde activiteiten: “voorwerp”


VERENIGING

• Vereniging:

= samenwerking voor een “belangeloos doel”: om het even wat, maar niet de verrijking van de leden;
dus geen winstuitkering. Het is dus ook een samenwerkingsverband tussen 2 of meer personen die
een gemeenschappelijk doel willen realiseren, maar deze hebben geen winst(verdelings)oogmerk

– Het zijn samenwerkingsverbanden en kunnen winst maken, mar het is verboden om die
winsten uit te keren

,Definitie vereniging:

• Art. 1:3 WVV
• Overeenkomst= > minstens twee leden
• Bepaalde activiteiten worden met een belangeloos doel nagestreefd
• Geen uitkeringen
• Tenzij voor verwezenlijking belangeloos doel


STICHTING

• Stichting:

= eveneens belangeloos doel

– Maar is gesticht door 1 stichter (in BE verplicht door de notaris), die er een deel van zijn
vermogen aan heeft gegeven

– Stichting heeft nooit leden (maar wel bestuur)

= geïncorporeerde vermogens (vermogens met rechtspersoonlijkheid)

• Bestuurders? = personen die juridisch bevoegd zijn om de meeste beslissingen te
nemen omtrent de werking van de stichting, vereniging, vennootschap

• Ze leiden de organisatie, en in grotere organisaties zullen ze managers in dienst
nemen, die dan op hun beurt gewone werknemers in dienst nemen

– Een stichting is een rechtspersoon

– Is dus afgesplitst vermogen dat overeenkomstig wensen van stichter voor belangeloos doel
wordt ingezet

• De stichting mag de winst die hij maakt of de inbreng die hij krijgt niet gebruiken om
uit te keren, anderen te verrijken. Dat vermogen moet exclusief gebruikt worden
voor het doel waarvoor de stichting is opgericht

• Vb. stichting van Bill Gates voor malariabestrijding. Projecten financieren, runnen
van ziekenhuizen, onderzoek, … voor zover het te maken heeft met
malariabestrijding

• Sommige vennootschappen en meeste stichtingen niet zozeer op samenwerking of uitbaten van een
onderneming gericht

– Meeste vennootschappen en verenigingen zijn dit wel

• Maar op vermogensbeheer

– Bv. rijke X heeft 30 huizen die hij verhuurt

– Zowel fiscaal als organisatorisch is het voordelig voor hem om die goederen niet zelf, als
natuurlijke persoon te verhuren, maar via een vennootschap waar hij ze in gestopt heeft
(=“inbreng”)

– Als de onderneming financieel zelfbedruipend is, dan is die onderneming going concern

, • Het kan zijn eigen voortbestaan financieren

• Vermogensbeher vehicles

Definitie stichting:

• Art. 1:3 WVV
• Eenzijdige rechtshandeling
• Vermogen met rechtspersoonlijkheid
• Geen leden
• Vermogen bestemd voor belangeloos doel
• Geen uitkeringen
• Tenzij voor verwezenlijking belangeloos doel


DE RECHTSPERSOON

• = een rechtssubject, een entiteit anders dan een natuurlijke
persoon, die rechtsbekwaam is als dusdanig

• Het kan eigen verbintenissen aangaan (passiva van het
vermogen) en uit verbintenissen claims, vorderingen afleiden
(activa van het vermogen)

o Hij kan dus zelf rechtshandelingen stellen en verbintenissen aangaan

• Er zijn banken, leveranciers, aandeelhouders, … betrokken met die rechtspersoon is als dusdanig
rechtsbekwaam

o Aandeelhouders hebben een inbreng gedaan en in ruil krijgen ze aandelen (claims)
 Vb. AH1: 1 miljoen euro

o De bank geeft op de dag van de oprichting een lening van 1 miljoen cash aan de
vennootschap
 Stopt evenveel geld in de vennootschap als AH1

Essentiële verschil in de (juridische) positie tussen de twee inbrengers?

o De bank is een schuldeiser, een financiële instelling

o Beiden hebben vorderingen op de vennootschap, maar elk van verschillende aard
 De schuldvordering van de bank is een vaste vordering die niet contingent is. Het
hangt niet af van wat er met die vennootschap gebeurt

 Als de vennootschap failliet verklaard wordt, dan moet het vermogen van
de vennootschap eerst gebruikt worden om de schuldeisers terug te
betalen

 Pas als dat gebeurt is, mogen de aandeelhouders iets krijgen

 De schuldeisers blijft dus een vordering behouden

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller azratok. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $13.41. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$13.41  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added