100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting stedenbouw met oefenvragen en bronnen! - periode 3 leerjaar 1 hbo bouwkunde $20.28
Add to cart

Summary

Samenvatting stedenbouw met oefenvragen en bronnen! - periode 3 leerjaar 1 hbo bouwkunde

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

In deze samenvatting leg ik de besproken stof van de hoorcolleges stedenbouw uit dmv plaatjes. ook de literatuur is samengevat EN er komen oefententamen vragen per week in voor!! Door deze samenvatting had ik een 8! niet te missen dus, succes!

Preview 4 out of 41  pages

  • December 15, 2024
  • 41
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Inhoudsopgave

Periodeweek 1 .............................................................................................................................. 1
Literatuur: H14 stad en samenleving in verandering ................................................................... 1
Hoorcollege: ............................................................................................................................ 1
Periodeweek 2 .............................................................................................................................. 5
Literatuur: H5 een typologie van stadsplattegronden ................................................................. 5
Oefenvragen bij hoorcollege 1 ................................................................................................... 6
Hoorcollege: ............................................................................................................................ 6
Periodeweek 4 ............................................................................................................................ 11
Literatuur: H7 de systemen van openbare ruimte .................................................................... 11
oefenvragen bij hoorcollege 2 .................................................................................................. 13
Hoorcollege 3 ........................................................................................................................ 14
Tentamen vragen (door studenten) ....................................................................................... 19
Periodeweek 5 ............................................................................................................................ 20
Literatuur: H4 stedelijk Ensemble ........................................................................................... 20
Hoorcollege 4 ........................................................................................................................ 20
Periodeweek 6 ............................................................................................................................ 26
Vragen bij vorige college .......................................................................................................... 26
Quiz: van vandaag:.................................................................................................................. 27
Hoorcollege ........................................................................................................................... 28
Periodeweek 7: stad als sociaal domein ...................................................................................... 32
Hoorcollege ........................................................................................................................... 32
Periodeweek 8: Klimaar in de stad ............................................................................................... 36
Hoorcollege ........................................................................................................................... 36
Leerdoelen per hoofdstuk + uitwerking: .......................................... Error! Bookmark not defined.
ALGEMENE LEERDOELEN EN TOETSCRITERIA ............................... Error! Bookmark not defined.

,Periodeweek 1

Literatuur: H14 stad en samenleving in verandering

- Het ‘programma’ van de stad = bestaansreden van de stad: mensen gaan in een stad wonen omdat iets
hen daartoe aantrekt (verschillende factoren of combinatie daarvan) > bedrijven met vestigen
- In de uitwerking van het idee van ‘de functionele Stad’ heeft vijf hoofdkenmerken:
1. Functiescheiding
2. Tegengaan van metropoolvorming; bevorderen van stedelijke spreiding
3. Samenhang van stedenbouw en volkshuisvesting
4. Accent op nationaal wegennetwerk; achterblijven van regionale netwerken
5. Bewerking en beheersing van natuur en landschap
- Het antropoceen: het tijdperk waarin de fysieke toestand van de aarde ingrijpend beïnvloed wordt en
verandert door toedoen van menselijk ingrijpen
→ sinds tweede industriële revolutie
- Metropool = moederstad: stad die middelpunt vormt van een regio op politiek, wetenschappelijk, cultureel
en sociaal niveau.
- Kortom, er is sprake van een veranderende maat schappelijke context, die leidt tot nieuwe steden
bouwkundige opgaven, waaruit vervolgens de vraag voortvloeit wat dit betekent voor de steden
bouwkundige discipline.
- In de stad komt alles samen




Hoorcollege:

Leerdoelen: (antwoorden staan in literatuur)

- Kan een globaal beeld schetsen van de ontwikkeling van Nederlandse steden vanaf ca. 1650 tot nu
- Kan uitleggen wat wordt bedoeld met ‘stedelijk programma’ en kan hier voorbeelden van geven
- Kan een overzicht geven van de belangrijkste ontwikkelingen in het ruimtegebruik van na WO II tot heden
- Heeft een actueel beeld van relevante trends en ontwikkelingen in ‘de stad van morgen’




• Literatuur is leidraad voor toets en hoorcollege vult dit aan > lees het voor college
• Als je leerdoelen beheerst komt het wel goed.
• Meerkeuze en open vragen


• Wat is stedenbouwkunde?: het vakgebied (onderdeel van bouwkunde), dat onderzoek doet naar
wenselijke en mogelijke ontwikkelingen voor bestaande en nieuw in te richten gebieden inclusief de
openbare ruimte.
→ het gaat niet alleen over ontwerpen maar ook over onderzoeken. > om hiermee te ontwerpen
→ het nadenken en inrichten van een plek > vol = stad, minder vol = landschappelijk
• Invloeden op stedenbouwkunde:
1. Onderzoek en ontwerp
2. Stad en landschap
3. Bebouwd gebied en onbebouwd gebied (openbare ruimte)
4. Fysieke omgeving en sociale omgeving = op basis van behoefte van samenleving wordt ontworpen
5. Verleden – heden – toekomst = stad is nooit af > je voegt telkens nieuwe laag toe

1

,• Waarom willen we wonen in de stad (deriot)? we hebben de neiging om ernaartoe te trekken om
verschillende redenen die in onze behoeftes voorzien.
→ vroeger was programma van stad niet zo goed dat het allemaal in behoeftes kon voorzien
• Wat is het programma van de stad: wat zijn de functies van de stad: redenen waarom iemand er wil wonen
→ stad = vorm + functie
• Stedelijk programma = bestaansreden van de stad: Je hebt verschillende dingen nodig in een stad:
= veranderd continu door wensen, maatschappelijke ontwikkelingen, enzovoort
- Wonen
- Werk
- Recreatie
- Cultuur
- Vervoer
- zorg
• stedenbouw = de opkomst van de functionele(welvaart)stad
• ontwikkeling van de Europese stad: architect Price vat stedelijk evolutie samen in drie soorten ei in
chronologische volgorde: city as an egg:
1. gekookt ei = middeleeuwen: historische stad
→ stappeling van functies:
- dichtbevolkt, compact centrum, beschermd door verdedigingsmuren.
- stadsplattegronden waren ontworpen op basis van veiligheid: stad > stadsmuur > gracht
- Van de oirdeningh der steden (1600): handboek ideaal stad > voor gezonder leven
→ water als levensader, verdedigingswerken en markten voor handel.
→ inspiratie voor aanleg/uitbreiding hollandse steden
- einde middeleeuwse stad: industriële revolutie = modernisering wapens = kanonkracht maakte
stadsmuren overbodig
> steden konden niet meer groeien, bevolking deed dit wel = niet meer leefbaar = muren weg
= hier parken gebouwd als ontwikkelingslocatie voor woningbouw gegoede burgerij

2. gepocheerd oei = industriële revolutie (1700-1900): industriële stad
→ functiemenging: mening van wonen en werken (in dezelfde blokken, voor interactie/ geen vervoer)
- overgang historisch > industriële stad: bouw van fabrieken, bedrijven en arbeidswijken als
nieuwe vormen van stadsuitbreiding = slechte gezondheidsomstandigheden
- de kern behoudt zijn oude functie als het belangrijkste gebied waar de macht is gevestigd, maar
eromheen zijn groeiende ringen woonwijken, bedrijventerreinen en infrastructuurnetwerken die
nutsvoorzieningen en transport leveren.
3. roerei = moderne tijd (WOII tot nu): functionele stad
→ functiescheiding: wonen en werken apart, ondersteunt door transport (in aparte blokken)
- overgang gepocheerd ei naar roerei: Maar het centrum kan niet standhouden. de kern van de
stad wordt overweldigd door zijn eigen groei = kern van stad stort in.
- het is er te druk en mensen gaan naar plekken buiten de stad verhuizen omdat het door auto's nu
veel handiger ( goedkoper en fijner) is om te wonen, werken en winkelen bij de buitenste wegen dan
in het drukke stadscentrum = randstad
- = meest relevante vorm van stedelijke ontwikkeling vandaag de dag.

- overgang industriële stad naar functionele stad: de neergang van traditionele industriële activiteiten
in stadscentra en de opkomst van nieuwe vormen van economische en sociale organisatie/technologie.
= verschuiving van stedelijke planning en ontwikkeling:
- plan van functiescheiding in Amsterdam: AUP = algemeen uitbreidingsplan, door van Eesteren
- = functionele stad: niet langer organisch gegroeid (eerste fases), vanaf ideeën over stedenbouw
functioneel gepland: maakbaar
→ later bleek dat mensen niet alles laten plannen door overheid.



2

, • 5 hoofdkenmerken van de functionele stad:
1. functiescheiding = strikte scheiding tussen stedelijke functies wonen, werken, verkeer en recreatie.
→ voordelen voor gezondheid en efficiëntie, nadelen reistijd en sommige gebieden niet aantrekkelijk meer
2. tegengaan van metropoolvorming en bevorderen van stedelijke spreiding = onbeheerste groeiende stad met grote omvang
voorkomen zodat er geen problemen ontstaan op gebied van verkeer, economie,.. door opstellen van nota’s
3. samenhang van stedenbouw en volkshuisvesting = dichtheid van aantal woningen
- overheid hield greep op woningproductie om spreiding te realiseren en om groei van grote gemeenten af te remmen werden
‘groeikernen’ aangewezen = stad of plaats die als overloop dient voor overvolle stad.
= bestaande steden liepen leeg en inwoners spreiden zich over land
= gebundelde deconcentratie
→ uiterlijk: bloemkoolwijk = woonwijken in groeikernen in vorm van bloemkolen = voordelig voor verkeer
- urbaan = stedelijk
- sub urbaan = beetje stedelijk > industriële naar functionele stad
- ruraal = landelijk
4. Accent op nationaal wegennetwerk; achterblijven van regionale netwerken = poging om beleid voor ruimtelijke ordening en
wegenbeleid af te stemmen
- afstemming vond plaats op A wegen = N wegen die steden verbinden kregen minder aandacht
- ontwikkeling wegen zijn niet gelijk opgegaan met ontwikkeling van steden en zijn nu overbelast
5. bewerking en beheersing van natuur en landschap: nu bouwen we overal waar we willen, we zorgen hiervoor met machines
- voortborduren op traditie van inpolderen tot bruikbaar land, door industriële revolutie
- hierdoor enorme schaalvergroting en uitbreiding van bv landbouwgebieden/ verbinding tussen gebieden
= was gunstig voor spreiden van economische en stedelijke ontwikkeling


• kritiek op functionele stad:
- gericht op auto daardoor ten koste van bruikbaarheid
- binnenstadbeleving: kil, sfeerloos, onherbergzaam
- milieu en visserij: wilde geen inpoldering en protesteerde
- einde van de moderne stedenbouw: kritieken op functionele ‘zielloze karakter’ en door afnamen
van industriële samenleving. grote industrieën werden kleiner of verdwenen waardoor er minder
behoefte was aan grote stukken grond voor deze activiteiten

• Tweede modernisering = niet meer 1 centrum = poli centrisch opgebouwd
= er heeft enorme schaalsprong plaatsgevonden. (klein > groter > poli centrisch)
= heeft consequenties over nadenken programma van de stad
• werkgelegenheid veranderd = programma van stad veranderd
• metropool: zeer grote stad met bijgelegen stedelijke gebieden waaronder voorsteden
• de moderne ‘metropool’ = netwerk stad = verbind alles met elkaar (door infra netwerken) en is poly
centrisch opgebouwd, waardoor het 1 geheel vormt
• tapijtmetropool = stedelijk gebied gebaseerd op lapjesdeken waarin elk gebiedje een eigen specifiek
karakter heeft
= 'grijze' gebieden transformeren tot duidelijke plekken > gebieden langs A4 veranderen: non-plek in plek
= dat winkelcentrum onder grote brug met snelweg eroverheen
• fragmentarische stad = plekken die eerst aan rand lagen liggen nu in steden


4. toekomst: wat voor ei? hangt af van toekomstige vervoerskosten, onbetaalbaar = geen roerei
- Grote steden, die leiden tot kleinere, dichtere metropolen?
- vervoer op basis van hernieuwbare energiebronnen succesvol genoeg om steden in staat te stellen
zich verder uit te strekken in de steeds zeldzamer wordende open ruimte van de aarde?
- meer ruimtelijke kwaliteit gewenst, 3 kwaliteiten:
1. duurzame esthetische kwaliteit = Ongenoegen met de vaak armoedige esthetische kwaliteit
2. duurzame functionele kwaliteit = Veranderende bevolkingssamenstelling en leefstijlen bleken moeilijk inpasbaar
3. duurzame constructieve kwaliteit = meer duurzame stedenbouw, met aandacht voor inpassing in het landschap,
minder verspilling van grondstoffen
• hoe ziet de stad van morgen eruit? benoem enkele belangrijke TRENDS in de samenleving die relevant zijn
voor het ontwerp/inrichting van de stad?
- klimaatbewust
- veranderingen in economie > circulair bouwen



3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noemidemooij. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $20.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$20.28
  • (0)
Add to cart
Added