DEEL 1: algemene hypertensie (AHT)
Cardiovasculaire risicofactoren
- Systolische en diastolische bloeddruk
- Man >55 jaar, vrouw >65 jaar
- Roken
- Dyslipidemie (verstoring vetstofwisseling in het bloed, waarbij waarden
afwijken)
o TC totale cholesterol > 190mg/dl
o LDL slechte cholesterol >115mg/dl
o HDL goede cholesterol <40mg/dl mannen en <46mg/dl vrouwen
o TG triglyceriden >150mg/dl
o Deze waarden tonen een verstoorde balans bij de lipiden in het
bloed
- Familiale belasting
- Nuchtere glycemie tussen 102-125mg/dl
- Verstoorde GGT, gamma-glutamyltransferese (enzym dat voorkomt in de
lever, galwegen en pancreas
- Diabetes mellitus >126mg/dl of postloadingglycemie >198mg/dl
- Abdominale obesitas
- CRP >1mg/dl
Risico’s onbehandelde AHT
Subklinisch: target organ damage – TOD
- Schade aan organen zoals het hart, nieren of de ogen maar zonder
symptomen
Klinisch: geassocieerde klinische beelden – ACC
- Zichtbare ernstige gezondheidsproblemen zoals hartfalen, beroertes of
nierfalen
- Kan direct veroorzaakt worden door hypertensie
Belangrijke organen bij hypertensie
- Hart
- Nieren
- Hersenen
Subklinische eindorgaanschade (niet zichtbare symptomen of klachten)
- Linker kamer hypertrofie
- Duplex carotiden
- Enkel-arm index
- Verhoogde creatinine
- Creatinine klaring
- Micro-albuminurie
1
,Geassocieerde klinische beelden
- Cerebrovasculair lijden
- Hartaandoeningen
o Infarct, angor, revascularisatie, hartfalen
- Nieraandoeningen
o creatinine >1,5mg/dl mannen en >1,4mg/dl vrouwen
o Proteïnurie >300mg/24u
- Retinopathie (aandoening netvlies) kunnen leiden tot visusverlies indien
niet behandeld
o Hemorrhagie (bloeding netvlies)
o Exudaten (wit/gele vetachtige afzetting als gevolg van lekkage)
o Papiloedeem (zwelling oogzenuwkop)
Fysiologie
Arteriële hypertensie wordt beïnvloedt door verschillende mechanismen die de
bloeddruk in het lichaam reguleren:
Chemoreceptoren:
- Gevoelig voor veranderingen in zuurstof, kooldioxide en elektrolyten (zoals
natrium) in het bloed.
- Reguleren de bloeddruk door het aanpassen van de ademhaling en de
bloedvaten.
Baroreceptoren:
- Gelegen in de aorta en carotissinus (halsslagaders).
- Detecteren veranderingen in de bloeddruk.
- Sturen signalen naar het zenuwstelsel om de bloeddruk aan te passen
(bijvoorbeeld hartslag en vaatweerstand).
Orthosympatisch zenuwstelsel:
- Geactiveerd door stress of andere signalen.
- Catecholamines (zoals adrenaline) veroorzaken:
- Vasoconstrictie: Vernauwing van de bloedvaten.
- Inotroop effect: Verhoogde kracht van hartcontracties.
- Chronotroop effect: Verhoogde hartslag.
Renine-Angiotensine-Aldosteron Systeem (RAAS):
- Geactiveerd bij verminderde bloedtoevoer naar de nieren of verhoogde
orthosympatische activiteit.
- Vrijstelling van renine door het juxtaglomerulaire apparaat van de nieren.
- Renine stimuleert de productie van angiotensine II, wat zorgt voor
vasoconstrictie en verhoogde aldosteronproductie.
- Aldosteron bevordert natrium- en waterretentie, wat de bloeddruk
verhoogt.
Macula Densa Signaal:
- Bij hyponatriëmie (lage natriumspiegels) geven de macula densa cellen
een signaal af om renine vrij te geven.
- Dit activeert het RAAS, wat de bloeddruk verder verhoogt.
2
, Diagnose
Persoonlijke medische voorgeschiedenis:
- Vroegere RR
- Risicofactoren (zie bovenstaande)
- Vroegere medicatie (efficiëntie, neveneffecten)
- Familiaal voorkomen van hypertensie
- Polykystische nieren (vorming cysten in nieren)
Medicatie (die de bloeddruk kunnen beïnvloeden)
- Orale contraceptive
- Steroïden
- Schildklierhormonen
- NSAID/COX2-inhibitoren
Anamnese: (aanknopingspunten voor secundaire vormen)
- Hoofdpijn, palpitaties
- Spierkrampen, vermoeidheid, polyuria
- Flash longoedeem, nierfalen
Klinisch onderzoek
- Gewicht en lengte – BMI bepaling
- Schildklier
- Grote bloedvaten
- RR bilateraal
- Hartauscultatie
- Abdomen – polykistische nieren? Obesitas?
Routinetesten
- Bloedafname
o Perifeer bloedbeeld
o Elektrolyten: kalium
o Urinezuur
o Creatinine
o Glycemie
o Lipiden
- Urineonderzoek
o Micro-albuminurie dipstick (detectie albumine in urine)
o Urinesedement
- ECG
Facultatieve onderzoeken
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Anoniemstudent120212. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.23. You're not tied to anything after your purchase.